Slachtoffers
🇳🇱
In Holandés
In Holandés
Practique preguntas conocidas
Manténgase al día con sus preguntas pendientes
Completa 5 preguntas para habilitar la práctica
Exámenes
Examen: pon a prueba tus habilidades
Pon a prueba tus habilidades en el modo de examen
Aprenda nuevas preguntas
Popular en este curso
Aprende con fichas
Modos dinámicos
InteligenteMezcla inteligente de todos los modos
PersonalizadoUtilice la configuración para ponderar los modos dinámicos
Modo manual [beta]
Seleccione sus propios tipos de preguntas y respuestas
Otros modos disponibles
Escuchar y deletrearOrtografía: escribe lo que escuchas
elección múltipleModo de elección múltiple
Expresión oralResponde con voz
Expresión oral y comprensión auditivaPractica la pronunciación
EscrituraModo de solo escritura
Slachtoffers - Marcador
Slachtoffers - Detalles
Niveles:
Preguntas:
332 preguntas
🇳🇱 | 🇳🇱 |
Welke twee uitspraken doen Christie over het zijn van een slachtoffer? | 1. het is een subjectieve aangelegenheid; 2. sommige mensen zullen zich sneller slachtoffer voelen dan anderen. |
Wie wordt er in dit artikel gezien als het ideale slachtoffer? | Een persoon die, wanneer deze door criminaliteit wordt geraakt, het snelst de titel 'slachtoffer' zal krijgen. Vijf factoren voor nodig: 1. slachtoffer = zwak; 2. slachtoffer deed iets goeds; 3. slachtoffer kon niet worden verweten op een gevaarlijke plek te zijn; 4. dader = groot en slecht; 5. dader en slachtoffer kenden elkaar niet. |
Ondanks dat ze aan bijna alle factoren voldoen worden slachtoffers van huiselijk geweld vaak niet als ideaal slachtoffer gezien. Dit is wel aan het veranderen door een zesde conditie die nodig is om slachtoffer te zijn. Wat is deze conditie? | Je moet sterk genoeg zijn om de titel van slachtoffer te claimen. hiertegenover komt wel de gedachte: als ze sterk genoeg zijn om er voor uit te komen, waarom zijn ze dan niet sterk genoeg om hun man te verlaten? |
Vroeger werden oude zwakke vrouwen niet als slachtoffers gezien (non-ideale slachtoffer), zij werden vervolgd in heksenjachten. Welke twee contrasten met onze tijd en die tijd kunnen hier een verklaring voor bieden? | 1. oudere vrouwen hadden vier eeuwen geleden meer machthebbende posities dan nu. ze speelden een belangrijke rol bij geboorte, ziekte en dood; 2. mensen geloofden toen nog stellig in het bestaan van de hel en de duivel. heksen waren zijn dienaren die mensen ziektes gaven. DUS, heksen hadden veel macht en waren geen ideaal slachtoffer i.t.t. oude vrouwen nu. |
Wat wordt er in dit artikel bedoeld met het onwetende slachtoffer? | Het personifiëren van de bron van ongewenste dingen geeft men de mogelijkheid om er iets aan te doen. Bijv. mensen uit lagere sociale klassen worden onwetend geboren met een lagere levensverwachting dan andere. ze worden dus eigenlijk slachtoffer zonder dat er een echte dader aanwezig is. hier kan dus ook niets aan worden gedaan. deze mensen zijn een onwetend slachtoffer. |
Welke types niet-ideale daders worden door Christie genoemd? | 1. de drugsdealer die zelf niet gebruikt; grote baas (wel ideaal), tegenover de drugsdealer die wel zelf gebruikt (niet ideaal; hij is dader en slachtoffer tegelijk) 2. meeste daders van geweldsdelicten (of er is een relatie tussen slachtoffer en dader; of ze waren beide dronken of een van beide) 3. bewakers van concentratiekampen buiten DE, die niet uit DE kwamen. (mensen konden niet accepteren dat zij net als zijzelf waren waardoor deze daders vrijwel volledig genegeerd werden) |
Wat is het verschil tussen het ideale slachtoffer en echte slachtoffer? | - ideale zijn vaak de mensen die het meest bang zijn om slachtoffer te worden. -echt: mensen die niet het ideale slachtoffer zijn, maar wel meer kans maken om een waar slachtoffer te worden, zijn minder bang om slachtoffer te worden (> paradox). |
Waarom stelt Christie dat concepten als dader en slachtoffer in onze maatschappij van weinig nut kunnen zijn? | Door een over-versimpeld beeld van ideale daders en slachtoffers valt bijna niemand meer binnen dit kader. ook door groeiende gelijkheid tussen mannen en vrouwen zullen vrouwen als minder zwak t.o.v. mannen gezien worden en dus niet meer een ideaal slachtoffer zijn. |
Waarom hebben mensen een onbehagen bij het woord slachtoffer? | Het woord slachtoffer betekent in het Nederlands letterlijk het geslachte offerdier. wie wil er nou vergeleken worden met een geslacht dier? ook het Engelse woord victim betekend offerdier, het komt namelijk van het Latijnse woord victima, wat werd gebruikt om een offerdier aan te duiden. |
Wat is de etymologische betekenis van victima? | De zondebok in een religieuze rite die apart wordt gezet om geslachtofferd te worden. in vrijwel alle Romaanse talen worden er afleidingen van victima gebruikt om slachtoffer aan te duiden. oorspronkelijk verwijst het woord naar Jezus Christus, hij wordt namelijk de expiatory victim genoemd. pas later heeft het ook voor andere mensen betekenis gekregen. |
De eerste victimologen hanteerden een onderzoeksprogramma dat men nu tot de strafrechtelijke of interactionistische victimologie zou rekenen en we zouden deze beginnende victimologie nu als victim blaming zien. Leg deze uitspraak uit aan de hand van verschillende victimologen. | - Wolfgang: de vormen van betrokkenheid van het slachtoffer bij de totstandkoming van het delict werden 'victim precipitation' genoemd; - Mendelsohn: kreeg belangstelling voor de schuld van het slachtoffer toen hij de dader van een crime passionel verdedigde (advocaat); - Von Hentig: realiseerde zich dat hij zelf schuld had aan zijn oorlogswonden van WOI. |
Wat gebeurde er in de tweede golf van de victimologie? | - focus op psychische problemen die slachtoffers konden ondervinden na delict; - sleutelbegrip = PTSS - algemene criminologie: het is niet alleen van toepassing op slachtoffers van criminaliteit maar bijv. ook van rampen (behandelings-victimologie) - vraagstuk: wanneer ontwikkelt een slachtoffer PTSS en wat kan hieraan worden gedaan. - medicalisering van het slachtoffer. |
Waarom is het opmerkelijk dat de nadruk bij de tweede golf zo op angst lag (PTSS=herbeleven van traumatische belevenis met bijbehorende angstgevoelens)? | Omdat men er binnen de psychiatrie van oudsher vanuit gaat dat er op dreiging kan worden gereageerd met een staat van verhoogde waakzaamheid die kan leiden tot fight or flight, maar binnen deze stroming werd er puur en alleen op de angst gefocust. |
Wat is kritiek van Ditton op de nadruk op angstgevoelens tijdens de tweede golf? | 1. woedegevoelens komen veel veel vaker voor dan PTSS, maar deze werden systematisch genegeerd. 2. ook behandeling richtte zich louter op angst omdat bange en hulpbehoevende slachtoffers makkelijker zijn dan een woedend slachtoffer. 3. doordat behandelaren slachtoffers al bij voorbaat als gevaarlijk voor henzelf of hun familie zien bevestigen zij het vooroordeel van een passief lijdend mens. |
Welke maatregelen betreffende de rol van het slachtoffer in het strafproces kwamen tegelijk met de behandelings-victimologie op? | - secundaire victimisatie moest voorkomen worden; - slachtoffers mochten nu ook verklaringen afleggen om het verwerkingsproces te bevorderen |
Welke argumenten werden genoemd tegen de invoeren van verdergaande slachtofferrechten? | - emotionalisering van het strafproces: de slachtoffers zijn te wraakzuchtig en zo wordt het humane karakter van het strafrecht opgeblazen; - het zou kunnen leiden tot het demoniseren van de dader. |
Wat schreef Boutellier over de grondslag voor het strafrecht in onze moderne maatschappij? | De grondslag moet gericht zijn op uiting van solidariteit aan het slachtoffer (i.p.v. christelijke normen en waarden), volgens hem is het slachtoffer een abstract begrip. hij spreekt van het reële slachtoffer van een misdrijf dat slechts kan zwijgen of schreeuwen maar dat dit geen invloed heeft op de strafoplegging. |
Wat wordt verstaan onder het 'herstelrecht' volgens voorstanders zoals Elias en Fattah? | = andere benaming voor bemiddeling tussen daders en slachtoffers. - belangen van daders boven die van slachtoffers. - slachtoffers zijn per definitie vergevingsgezind - strafrecht gaat nu te veel uit van het hulpeloze 'ideale slachtoffer' |
Wat is kritiek op het herstelrecht? | - er is weinig empirisch onderzoek gedaan; - ze hebben weinig inzicht in hoe een slachtoffer van een veel zwaarder misdrijf zich zal voelen; - ook deze stroming kent een ideaal slachtoffer (= slachtoffer dat gematigd is in zijn strafeis, zijn emoties in bedwang kan houden en in staat is om de dader te vergeven na bemiddeling). |
Welke kritiek heeft Acorn op het systeem van restorative justice? | - het is ongeloofwaardig dat dader en slachtoffer uiteindelijk een liefdevolle relatie met elkaar aan zullen gaan. - slachtoffers moeten juist zo veel mogelijk de kans krijgen om de relatie met de dader te verbreken en op die manier kan recidive ook veel beter voorkomen worden. |
Wat is de conclusie van dit artikel? | Dat slachtoffers, tot welke institutie ze zich ook wenden, altijd tegen deskundigen aan zullen lopen die hen vertellen doe ze zich behoren te gedragen. |
Uit welke twee gebeurtenissen kwam de belangstelling van Hans von Hentig voor het slachtofferschap voort? | 1. Hij werd verwond tijdens WOI en doordat hij zelf het voor geopend had vroeg hij zich af of het slachtoffer niet zelf aan te rekenen is voor zijn slachtofferschap. 2. hij werd door Hitler uitgenodigd en kreeg een hoge functie aangeboden, deze sloeg hij af en hij vroeg asiel aan in Amerika |
Wat houdt de interactionistische of strafrechtelijke victimologie in? | Binnen deze stroming wordt geredeneerd vanuit de schuld van het slachtoffer (von Hentig; Mendelsohn) |
Wat houdt de algemene victimologie in? | De schuld van het slachtoffer werd minder belangrijk en de behoefte aan adequate hulpverlening trad naar voren (Medelsohn) |
Wat was de mening van Karl Popper over het feit dat er nog veel gediscussieerd wordt over de wetenschappelijke status van de victimologie? | Volgens hem is de grootste barrière die vooruitgang in de meeste wetenschappelijke disciplines tegenhoudt, dat mensen zich bezighouden met definities. vooruitgang kan het beste worden gemeten door te kijken naar de afstand tussen de oorspronkelijke probleemstelling en de situatie na de eerste ronde van pogingen om een antwoord te vinden. |
Wat is een van de taken van de victimologie? | Het toetsen van de effectiviteit van de geboden hulp voor bijv. PTSS en om hier verbeteringen aan voor te stellen. |
Op welke twee punten laat de hulpverlening van nu veel liggen? | 1.overgrote deel van de slachtoffers wordt niet actief benaderd en ze weten de weg naar hulp zelf niet te vinden (oplossing: in vroeg stadium risicotaxatie maken) 2. mensen met een hoog risico krijgen geen passende of bewezen effectieve hulp. |
Wat is veelgenoemd kritiek op de uitspraak dat slachtoffers die aan dader-slachtofferbemiddeling hebben deelgenomen tevredener zijn en minder klachten ervaren? | Slachtoffers kunnen niet worden gedwongen om mee te doen aan deze programma's waardoor er sprake kan zijn van een zelfselectiebias. ook kan er niet worden uitgesloten dat de slachtoffers die hier wel aan mee doen al voor de bemiddeling minder kwaad en meer vergevingsgezind waren. |
Waarom lopen mensen die al eens eerder slachtoffer van een misdrijf zijn geworden een verhoogd risico om dit nog eens te worden? | - hun risicovolle levensstijl - het besluit van de dader om het voor een tweede keer te proberen bij een slachtoffer dat de eerste keer een goede buit opleverde of dat zich niet sterk verdedigde. |
Wat betekent 'theorie' volgens Groenhuijsen in de context van van het academisch worden van een belangenafweging (wanneer deze geleid wordt door een theorie)? | Een coherente en complete visie op de vereisten van een vigerende rechtsorde en op de mogelijkheden en beperkingen van de flexibiliteit die dat systeem toelaat. |
Wat is het doel van het rekening houden met het geschade vertrouwen in de samenleving bij het slachtofferbeleid? | - door zich zo solidair mogelijk op te stellen moeten politie en justitie proberen om het vertrouwen van het slachtoffer weer te wekken en blaming the victim te voorkomen; - om secundaire victimisatie te voorkomen (vooral door erkenning van het slachtoffer in strafproces) |
Is de victomologie volgens de auteurs van dit artikel een zelfstandige discipline? | 1. het artikel vertelt dat er vele handboeken zijn geschreven over de victimologie. in de wetenschapsfilosofie wordt dit als belangrijke indicatie van de maturiteit van een academische discipline gezien. 2. er wordt onzekerheid over de zelfstandigheid gewekt, omdat er vaak discussies is over de vraag of ook non-criminaliteitsslachtoffers moeten worden onderzocht. volgens de auteurs is dit niet nodig. |
Welke aanbevelingen en trends worden er beschreven in dit artikel? | - er worden steeds meer gespecialiseerde surveys afgenomen i.p.v. algemene slachtofferenquêtes - de economische kant van slachtofferschap moet beter worden onderzocht - mensen die een kennisprobleem oplossen en mensen die een praktijkprobleem oplossen moeten elkaar blijven inspireren en verder helpen |
Welke definitie van misdaad hanteert Perkens? | Alle sociale schade gedefinieerd en strafbaar gesteld door de wet |
Noem een paar onderzoeken die zijn gedaan naar de rol van het slachtoffer bij criminaliteit. | - Schafer: hoe meer fysieke activiteit er bij een misdrijf betrokken is, des te beter de bijdrage van het uiteindelijke slachtoffer te observeren zal zijn. - von Hentig: slachtoffers zijn kwetsbaar. - anderen suggereren dat slachtoffers variëren in de mate waarin ze een overtreding in de hand werken - persoonlijke en sociale waarden vormen onze opvattingen over slachtoffers. |
Wat zijn drie perspectieven ten opzichte schadevergoeding voor slachtoffers? | 1. de staat heeft de functie van handhaving van de openbare orde en is daarom aansprakelijk voor de persoonlijke verwondingen van slachtoffers en sommige vormen van criminaliteit; 2. het slachtoffer is verantwoordelijk voor zijn eigen slachtofferschap; 3. het is de verantwoordelijkheid van zowel het slachtoffer als de dader en de dader moet de schade van het slachtoffer waar mogelijk compenseren. |
Welke conclusie kan uit dit artikel getrokken worden? | - het slachtoffer is een sociale constructie - wat er bij elke discussie over slachtofferschap op het spel staat is iemands moraal. |
Wat wordt er verstaan onder het begrip het ideale slachtoffer? | Een slachtoffer die zich overgeeft aan het slachtoffer etiket en dit niet probeert te vermijden en de open of zijn/haar slachtofferschap praat en het accepteert. |
Waarom zijn arbeiders niet een ideaal slachtoffer (volgens Christie)? | Zij zijn het slachtoffer van een systeem ontworpen door en voor de bovenliggende klassen. een specifieke dader ontbreekt. arbeiders worden eerder als verliezers dan als slachtoffers gezien. |
Waarom verzetten sommige mensen zich actief tegen het label van slachtoffer? | - sociale factoren: victim blaming, algemene negatieve reacties, uitdagingen van het rechtsstelsel - persoonlijke factoren: slachtofferschap wordt geassocieerd met verlies en lijden -> slachtoffers mijden het etiket regelmatig en afwijzing van dit label hangt vaak samen met het niet doen van aangifte. |
Waarom vermijden slachtoffers het label volgens het onderzoek uit het artikel? | Om zichzelf te beschermen tegen de negatieve, beschamende en ongewenste emoties die geassocieerd worden met slachtofferschap. |
Wat zijn de mogelijke schadelijke psychologische gevolgen van het aannemen van de slachtofferindentiteit volgens Fohring? | Er kan een strijd zijn om de ervaring van slachtofferschap te integreren met onze bestaande overtuigingen van onszelf en de wereld. drie kernovertuigingen die geschonden kunnen worden: 1. geloof in persoonlijke onkwetsbaarheid, 2. perceptie van wereld als zinvol en welwillend, 3. positief zelfbeeld. |
Wat is een slachtoffer volgens het wetboek van strafvordering? | Als een slachtoffer wordt aangemerkt degene die als rechtstreeks gevolg van een strafbaar feit vermogensschade of ander nadeel heeft ondervonden (art. 51 lid 1) |
Wat zijn de 6 criteria voor een ideaal slachtoffer volgens Christie? | 1. slachtoffer is zwak; 2. slachtoffer verrichte een deugdzame activiteit; 3. slachtoffer treft geen blaam t.a.v. aanwezigheid plaats delict; 4. dader is groot en slecht; 5. dader en slachtoffer kennen elkaar niet; 6. slachtoffer is sterk genoeg om van zich te doen horen en de status van slachtoffer te claimen (= erkend worden als slachtoffer) |
Welke factoren bepalen het verschil tussen worthy en unworthy victims? | -media-aandacht -wetenschappelijke aandacht -wettelijke bescherming -wetsuitvoering |
Wat is het verschil tussen criminologen en victimologen? | - criminologen houden zich bezig met de vraag waarom bepaalde individuen crimineel worden, wat daar de gevolgen van zijn (voor dader) en welke implicaties dat heeft voor wetgeving en beleid (straffen en preventie). - victimologen houden zich bezig met de vraag waarom bepaalde individuen slachtoffer worden, wat daar de gevolgen van zijn (voor slachtoffer) en welke implicaties dat heeft voor wetgeving en beleid (slachtofferrechten en hulpverlening). |
Wie zijn de grondleggers van de victimologie? | - Hand von Hentig - Benjamin Mendelsohn - Stephen Schafer - Ezzat A. Fattah |
Welke twee uitgangspunten noemt von Hentig? | 1. strafrecht bepaalt grenzen victimologie 2. interactie daders en slachtoffers: welke rol speelde het slachtoffer bij de totstandkoming van het misdrijf? > strafrechtelijke of interactionistische victimologie |
Wat houdt de slachtoffertypologieën van Mendelsohn in? | = speculatieve, niet door theorie en empirie gestuurde categorisaties op basis van hoeveelheid eigen schuld. > strafrechtelijke of interactionistische victimologie |
Wat stelt Schafer over de restitution to victims of crime? | Hij richtte zich op de behoefte van slachtoffers aan vergelding en compensatie |
Wat zijn de verschillende perspectieven van de hedendaagse victimologie? | 1. kritisch (en cultureel) perspectief: wat is een slachtoffer; wat is lijden 2. sociologisch/criminologisch: hoe vaak komt het voor; wat bepaald het risico erop; angst voor (nieuw) slachtofferschap 3. psychologisch: sociale psychologie (hoe wordt erop gereageerd); traumapsychologie (wat zijn de psychologische gevolgen ervan) 4. juridisch: positie slachtoffer in het strafproces en andere (wettelijke) regelingen |
Wat houdt het principle of homogamy in? | -dat het omgaan met criminelen zorgt voor een grotere kans op slachtofferschap; -de typische dader en het typische slachtoffer tonen veel overeenkomsten op zowel sociaal als op demografisch gebied. |
Welke drie soorten mensen krijgen te maken met criminaliteit? | - victims: die slachtoffer zijn geworden maar zelf niet meedoen met criminaliteit; - offenders: die wel daders zijn maar geen slachtofferschap hebben meegemaakt; - victim-offenders: die een geschiedenis als dader en als slachtoffer hebben. |
Wat zijn verschillende redenen voor het feit dat betrokkenheid bij een delict het risico op zowel daderschap als slachtofferschap vergroot? | - dynamic causal perspective - population heterogeneity perspective |
Wat stelt het dynamic causal perspective en welke theorieën vallen hieronder? | Dat er een link is tussen dader- en slachtofferschap vanwege de invloed en impact die deze ervaringen direct op elkaar hebben. - general strain theory - routine activities and lifestyle theory - subcultures theories - victim-rationality perspective |
Waar gaat de general strain theory vanuit? | Individuen die een negatieve emotie ervaren hebben een grotere kans om een delict te begaan. slachtoffer worden is een zeer stressvolle ervaring en kan voor negatieve emoties zorgen. om hiermee om te gaan steunen slachtoffers op copingmechanismen (crimineel of niet-crimineel) |
Wat is kenmerkend voor de routine activities and lifestyles theory? | Dat men ervan uitgaat dat individuen die deel uitmaken van een risicovolle levensstijl vaker te maken krijgen met mensen en contexten waarin slachtofferschap vaker voorkomt. |
Wat stelt de subcultures theories? | Dat voor bepaalde subgroepen van de samenleving en in bepaalde gebieden, geweld deel uitmaakt van het systeem en hierin wordt geweld ook geprezen. |
Op welke bewering rust het victim-rationality perspective? | Dat niet alle slachtofferschappen leiden tot wraakzuchtige gedragingen. slachtofferschap kan ook een keerpunt betekenen voor daders. dit kan wanneer de dader inziet dat het slachtofferschap is gecreëerd door zijn eigen delinquente gedrag. |
Wat is het population heterogeneity perspective en welke theorieën vallen hierbinnen? | Ookwel non-causale argument. men gaat ervan uit dat slachtofferschap geen relatie heeft met daderschap (of andersom), maar dat beiden gerelateerd zijn aan persoonlijke eigenschappen of een omgeving die niet verandert over de tijd. - general theory of crime - biosocial explanations |
Waar gaat de general theory of crime vanuit? | Dat criminaliteit en crimineel gedrag te verklaren valt uit de mate van zelfcontrole. aantal kernpunten: - criminaliteit is makkelijk en opwindend - vereist geen speciaal motief - komt voor wanneer er een gelegenheid voor is |
Wat stellen de biosociale explanations over dader en slachtofferschap? | Dat dader- en slachtofferschap worden beïnvloed door vergelijkbare genetische factoren die leiden tot een overlap tussen de twee. |
Wat houdt Agnew's integrated general theory of crime and delinquency in? | Deze theorie organiseert factoren die een invloed hebben op daderschap in bepaalde categorieën, die hij life domains noemt. deze theorie kan verklaren waarom sommige mensen zowel dader als slachtoffer zijn. |
Welke drie soorten IPV (intimate partner violence) worden onderscheiden en waarom is de slachtoffer-dader overlap hierop niet van toepassing? | - situational couple violence (conflict resulteert in geweld, maar geweld wordt niet gebruikt om partner te beheersen); - intimate terrorism/battering/coercive control (handeling om partner te beheersen) - violent resistance (vrouwen die terugvechten tegen geweld) > bij IPV gaat het vaak om een totaal verschillend slachtoffer en dader. |
Wat is het verschil tussen herhaald slachtofferschap (1), poly-victimization (2) en near-repeat victimization (3)? | 1: wanneer een persoon of een plaats meer dan eens het slachtoffer wordt van hetzelfde soort delict. 2: term wordt gebruikt voor herhaald slachtofferschap in kindertijd, wanneer persoon meerdere vormen van victimisatie heeft meegemaakt. 3: een plek wordt slachtoffer en dichtbij of in de buurt is van een plek die al eerder slachtoffer werd. |
Welke twee kenmerken van herhaald slachtofferschap zijn onderzocht, naast de mate van recidiverend slachtofferschap? | 1. de tijd tussen terugkerende incidenten (=tijdsverloop van herhaald slachtofferschap) > vaak weinig tijd (verhoogde risicoperiode) 2. het soort incident dat een persoon zal meemaken na het eerste incident (= patronen om van misdaad te wisselen en vatbaarheid voor slachtoffers) |
Wat zijn risicofactoren op individueel niveau die een persoon blootstellen aan het risico van herhaald slachtofferschap? | - demografische kenmerken (jong, man, single) - lage sociaaleconomische status (werklozen) - riskante levensstijl/routine-activiteitentheorie: bepaalde levensstijl (savonds veel over straat - psychologische en cognitieve factoren(veel PTSS symptomen) |
Wat zijn enkele woningkenmerken voor een hoger risico op (herhaald) slachtofferschap? | - in steden wonen - gebieden met hoge concentratie eenoudergezinnen - wanorde in de buurt - pas net ergens wonen - mate van beveiliging (buurtpreventie) - huur of koop woning |
Welke twee theorieën verklaren herhaald slachtofferschap? | - risico-heterogeniteit: focust op kwaliteiten of kenmerken van het slachtoffer (kenmerken houden het risico in stand op slachtoffer te worden) - staatsafhankelijkheid-/gebeurtenisafhankelijkheid-/'boost'-verklaring: wat tijdens of na het slachtofferschap gebeurt is van belang (reactie en handelen van dader en slachtoffer staan centraal) |
Op welke type herhaald slachtofferschap richten preventieprogramma's zich vooral? | - herhaalde inbraak - seksueel herhaaldelijk slachtofferschap - intiem partnergeweld |
Wat wordt er verstaan onder malware? | Alle vormen van software die als doel hebben om een computer of systeem te beschadigen of over te nemen. |
Wat is een verklaring voor de daling van het aantal slachtoffers van malware tussen 2010 en 2018? | - betere bescherming in de computersystemen zelf - meer bewustwording onder de bevolking rondom de gevaren hiervan. |
Wat verstaan we onder hacken? | = computervredebreuk = er wordt op onrechtmatige wijze toegang verkregen tot een digitale omgeving (daling 2010-2018; in 2019 weer gestegen) |
Wat houdt identiteitsfraude in? | Daders van identiteitsfraude doen zich online voor als iemand anders, vaak voor eigen gewin en ten koste van het slachtoffer wiens identiteit wordt gebruikt. (omvang relatief gering) |
Wat is online aan- en verkoopfraude? | Hierbij worden online aangeschafte goederen niet geleverd, of er wordt niet betaald. dit type misdaad is de afgelopen jaren sterkt toegenomen. |
Wat houdt online bedreiging in? | Een gedigitaliseerd delict waarvan verwacht kan worden dat door de toename van internetgebruik en sociale media verplaatsing van offline naar online kan hebben plaatsgevonden. (redelijk stabiel gebleven > verklaring: er zijn al relatief lang kanalen beschikbaar waar online gedreigd of gepest kan worden) |
De verklaringen voor de verschillen per delict in af- of toename van slachtofferschap liggen bij de kenmerken van het slachtoffer en het delict. Wat zijn enkele van deze kenmerken? | - internetgebruik (gelegenheid; VIVA-criteria: value, inertia, visibility, accessibility) - beschermingsmaatregelen (maatregelen tegen zichtbaarheid en toegankelijkheid; door slachtofferschap gaat men zich beter beveiligen) - persoonlijkheidskenmerken (lage zelfcontrole, hoge impulsiviteit, big five kenmerken: extraversie, altruïsme, consciëntieusheid, emotionele stabiliteit en openheid) - sociaal-demografische kenmerken (mensen met grote financiële waarden zijn aantrekkelijker, jongeren, mannen (bevinden zich meer op het internet)) |
Wat zijn bepaalde reacties op en gevolgen van slachtofferschap van cyber- en gedigitaliseerde criminaliteit? | - aangiftebereidheid (ongeveer 10% > kosten van aangifte doen wegen niet tegen de baten op; lage pakkans; vermogen om het zelf op te lossen; wel aangifte doen om financiële schade vergoed te krijgen). - financiële gevolgen (schadevergoeding verschilt per type delict en mate waarin slachtoffer erin slaagt om de schade vergoed te krijgen). - emotionele gevolgen (vooral bij cyberpesten; angst om slachtoffer te worden; schaamte). - verandering in online activiteiten (minder internetgebruik, nemen van beschermingsmaatregelen > slachtofferschap blijkt hier niet toe te leiden). |
Wat is het verschil tussen computer-focused crimes (1) en computer-assisted crimes (2)? | 1: misdaden waarbij ICT het doelwit is 2: bestaande delictsvormen hebben er een digitale variant bijgekregen/ - hybride vormen van criminaliteit: waarbij offline en online gedragingen worden gecombineerd voor het nastreven van illegale doeleinden. |
Welke twee theorieën komen naar voren bij uitgevoerde studies naar de twee vormen van cybercrime? | - zelfcontroletheorie (Gottfredson en Hirschi) : impulsief handelen, een focus op korte-termijndoelen en het negeren van lange-termijndoelen leiden tot betrokkenheid in situaties waarin men sneller in problemen raakt; - routine-activiteitentheorie: slachtofferschap wordt waarschijnlijker als er aan vier kernbegrippen wordt voldaan: 1: proximity (nabijheid van de dader); 2: exposire; 3: attractiveness; 4: guardianship. |
Wat zijn enkele problemen die het toepassen van de (pre-internet opgestelde) theorieën op cybercrime met zich meebrengen? | 1. bij de toetsing van hypothesen uit een theoretisch perspectief is er de discussie of de operationalisering van theoretische concepten adequaat is; 2. wat betekent een eventueel verband met slachtofferschap?; 3. er is discussie mogelijk over het concept zelfcontrole; 4. het is problematisch dat er nog geen situationele benadering van cybercrime is toegepast; 5. betreft de wijze waarop we het concept 'omgeving' bij cybercrime moeten benaderen; 6. toetsing van hypothesen omtrent delicten waar enige computerkennis voor vereist is ontberen doelwitten die kennis soms |
Langs welke twee lijnen ontwikkelden de klassieke studies naar slachtoffers van criminaliteit zich? | 1. typologieën van slachtoffers werden ontwikkeld, deze waren speculatief en niet gebaseerd op empirische gegevens; 2. deze lijn was wel empirisch en gebaseerd op politiegegevens |
Welke twee klassieke theorieën spelen een grote rol bij het onderzoek naar slachtoffers van criminaliteit? | 1. leefstijltheorie: individuele verschillen in bepaalde leefstijlactiviteiten hebben invloed op de mate waarin individuen risico lopen op slachtofferschap (microniveau); 2. routine-activiteitentheorie: richt zich op de omstandigheden rondom het misdrijf (macroniveau), drie elementen moeten samenkomen: gemotiveerde dader, geschikt doelwit, afwezigheid van goede bescherming. |
Wat houdt de algemene gelegenheidstheorie in? | Dit is de samenvoeging van de leefstijltheorie en de routine-activiteitentheorie. stelt de drie kenmerken vast en behandelt deze op individueel (micro) en sociaal (macro) niveau. deze theorie is de basis voor hedendaags onderzoek naar verklaringen voor slachtofferschap. |
Wat zijn enkele kanttekeningen bij de gelegenheidstheorie? | - het houdt te weinig rekening met het gedrag van daders; - het heeft een gebrek aan falsifieerbaarheid; - het richt zich vooral op bepaalde vormen van criminaliteit. |
Waarom vindt Finkelhor het vreemd dat er maar weinig onderzoek is gedaan naar kinderslachtoffers? | 1. komt in dezelfde mate als bij volwassenen voor; 2. bij kinderen zijn er meer gevolgen aan verbonden |
Welke drie categorieën van delicten met kinderslachtoffers worden er gedefinieerd? | 1. misdaden: conventionele misdrijven waarbij kinderen slachtoffer zijn; 2. kindermishandeling; 3. niet-criminele jeugdcriminaliteitsequivalenten: omvatten broer-zus geweld en geweld onder leeftijdsgenoten. |
Wat houdt indirecte voctimisatie in? Waarom zijn juist kinderen hier extra kwetsbaar voor? | Kinderen zijn getuigen van of worden nauw getroffen door slachtofferschap van een ander, bijv. familielid of vriend. kinderen zijn bijzonder kwetsbaar hiervoor, door hun afhankelijkheid van degenen die het slachtoffer zijn. |
Welk soorten internetmisdrijven worden onderscheiden? | 1. seksuele misdrijven en verzoeken op internet voor dergelijke misdaden; 2. ongewenste blootstelling aan ontwikkelingsvictiminogie, pornografie; 3. intimidatie en cyberpersten. |
Welk soort misdaad komt enkel voor bij kinderen? | Verwaarlozing, omdat kinderen nog erg afhankelijk zijn en zich hiertegen niet kunnen verdedigen. |
Welke twee tekortkomingen kent het NCVS als het gaat over onderzoek naar kindermishandeling? | 1. ze verzamelen geen info over kinderen <12 jaar; 2. bepaalde vormen van mishandeling zijn niet opgenomen, zoals seksueel misbruik. |
Wat zijn drie verschillende soorten slachtofferschap bij kinderen? | 1. pandemische slachtoffers: lijken voor te komen bij een meerderheid of bijna meerderheid van de kinderen op een bepaald moment tijdens het opgroeien (ontwikkelingsslachtofferschap); 2. acute slachtofferschap: komt minder vaak voor, maar wel heftiger; o.a. fysiek geweld, verwaarlozing, gezinsontvoering; 3. buitengewone slachtoffers: komt niet vaak voor; o.a moord, ontvoering buiten familie. |
De auteurs van dit artikel hebben gespeculeerd dat PTSS bij slachtoffers van IPV wordt gekenmerkt door een disfunctionele weergave van een evolutionair overlevingspatroon. Wat houdt dit patroon in? | Dat de omgeving voortdurend wordt gescand op potentieel gevaar voor zichzelf of bezittingen, wat wordt gevolgd door onjuist vijandige beoordelingen van niet-bedreigende situaties. dit wordt gevolgd door overlevingsgedrag: freeze, flight of fight. |
In welke twee specifieke PTSS-symptomen kan een disfunctionele weergave van overlevingspatronen bij slachtoffers van gewelddadige misdaad zicht uiten? | - hyperarousal (wanneer heftige emoties iemand 'overnemen') > symptoom hiervan is hypervigilantie, bevat een abnormale vooringenomenheid bij het opsporen van bedreigingscues en wordt meestal vergezeld door systematische misinterpretatie van niet dreigende gebeurtenissen. > aanhoudende vlucht- en vechtacties zijn typisch voor overdreven schokrespons en prikkelbaarheid of uitbarstingen van woede. - numbing (gevoelloosheid) > disfunctioneel bevriezingsgedrag heeft betrekking op verhoogde niveaus van PT-verdovingssymptomen. |
Wat is victim precipitation? | Hierbij wordt de oorzaak van slachtofferschap deels gezocht bij het slachtoffer zelf (sterk gelinkt aan victim blaming) |
Wat blijken risicofactoren voor slachtofferschap onder treinconducteurs? | - voor beroepen van werknemers in de (semi)openbare ruimte is de gelegenheidstheorie van toepassing; - werk gerelateerde risicofactoren (veel contact met onbekenden); - leeftijd en geslacht; - lager zelfbeeld; - vijandige attributiebias: ze gaan eerder uit van vijandige bedoelingen van anderen. |
Wat is het verschil tussen agressieve slachtoffers (1) en passieve slachtoffers (2)? | 1: zijn naast slachtoffers ook daders, vertonen veel karaktereigenschappen van daders van reactieve agressie; 2: zijn enkel slachtoffer, vaak negatief zelfbeeld en gedragen zich onderdanig > Het Social Information Processing (SIP)-model integreert en systematiseert de losse eigenschappen van slachtoffers en breidt de psychologische verklaring voor verschillen in slachtofferschap uit. |
Wat is het sociale informatieverwerkingsproces? | De manier waarop informatie uit een sociale situatie verwerkt wordt (SIP-model stelt dat verschillen in reacties in sociale situaties verklaard worden door verschillen in informatieverwerkingsproces) |
Uit welke vijf stappen bestaat het SIP-model? | 1. encodering: manier waarop de situatie wordt waargenomen; 2. representatie: manier waarop de waargenomen informatie en daarme de situatie wordt geïnterpreteerd (vijandige attributiebias); 3. specificatie van doelen: betreft het formuleren van een doelstelling (gaan over interne en externe uitkomsten); 4. responsgeneratie: kwantitatieve- betreft het aantal en de kwalitatieve- de soorten mogelijke reacties die iemand bedenkt; 5. responsselectie: bestaat uit de evaluatie van de bedachte reactie mogelijkheden (uitkomstverwachtingen, morele oordeel, self-efficacy spelen belangrijke rol). |
Wat zij schema's? | 'organized clusters of knowledge and information. ze dienen om de complexiteit van de georganiseerde wereld te vereenvoudigen door sociale situaties in meer abstracte categorieën te organiseren. ze spelen een belangrijke rol in het SIP-model. |