| Welke twee vragen in het kader van de onveiligheidsbeleving staan in dit onderzoek centraal? | 1. Hoe ervaren deelnemende Utrechtse studenten hun veiligheid op weg naar, binnen en op de terugweg van stedelijke uitgaansgebieden?
2. In hoeverre gebruiken deelnemende Utrechtse studenten strategieën om om te gaan met de momenten waarop onveiligheid ervaren wordt, en welke? |
| Wat tonen de resultaten over het veiligheidsgevoel van de studenten tijdens het uitgaansleven? | dat studenten zich over het algemeen op hun gemak lijken te voelen tijdens hun avonden uit. ze vermijden meestal niet bepaalde delen op voorhand, maar voelen zich op een aantal trajecten wel minder prettig. de manieren om met angst om te gaan zijn veelal:
- plekken/ situaties vermijden
- in groepen verplaatsen
- ander vervoersmiddel kiezen
- boldness: een nuchtere blik hanteren en denken dat de kans dat iets gebeurt nihil is (op jezelf inpraten) |
| wat houden de ideeën van burgers als social agents en situationele coping in? | de resultaten van het onderzoek hangen samen met het idee dat burgers als social agents kunnen handelen om hun eigen veiligheid te managen. er wordt gesproken van zogeheten situationele coping die bevrijdend kan werken, omdat burgers zichzelf door het hanteren van deze strategieën in staat stellen de straten en pleinen van de stad te gebruiken |
| welk dilemma treedt op bij het wegredeneren van angstgevoelens? | being bold or being wise
- enerzijds kunnen boldness en redenatiestrategieën bevrijdend werken
- anderzijds kunnen ze ook wijzen in de richting van unrealistic optimism, de gedachte dat men niets van overkomen. |
