| Welke vier factoren liggen ten grondslag aan de zogenoemde 'emancipatie van het slachtoffer'? | - de algemene ontwikkeling in de richting van een toegenomen mondigheid van burgers tegenover de overheid;
- de reeks van terroristische aanslagen met een politiek motief waaruit het besef groeide dat ook andere slachtoffers met soortgelijke reacties te kampen kunnen krijgen en nazorg behoeven;
- de vrouwenbeweging die aandacht vroeg voor slachtoffers van zedendelicten;
- een stijging van de criminaliteit met de realisatie hoe nadelig de slachtofferpositie was als gevolg. |
| Op welke twee terreinen manifesteert het verschijnsel van 'law in books' naar 'law in action' zich? | - hoe moet het strafrechtelijk systeem worden hervormd? tegenwoordig weten we dat slachtofferrechten het beste kunnen worden gerealiseerd in de vorm van een combinatie van participerende rechten en ondersteunende dienstverlening door politie en justitie;
- de relatie tussen de hervorming van het straf(proces)recht aan de ene kant en de uitbouw van een landelijk dekkend netwerk van bureaus slachtofferhulp aan de andere kant. |
| Hoe ontstaat secundaire victimisatie en hoe kan het tegen worden gegaan? | het is het resultaat van onkunde of onwetendheid.
- door vergroten van kennis omtrent slachtoffervraagstukken door bijv. training
- verstrekken van goede en tijdige informatie aan het slachtoffer
- verstrekken van de mogelijkheid tot een gesprek met de behandelende officier van justitie
- schadevergoeding |
| Welke tegenargumenten noemt de schrijver van het artikel, omdat hij vindt dat de opponenten veel minder 'evidence-based' te werk zijn gegaan? | - Buruma heft de stelling aangedragen dat meer participatierechten voor het slachtoffer de rechter behouden van zijn eigen taak, namelijk het berechten van de verdachte;
- Reehuis stelde dat het civielrechtelijke karakter van een vordering tot schadevergoeding in de weg staat aan een verantwoorde inbedding daarvan in de strafprocedure;
- daarnaast heeft de rechtelijke macht een uiterst gereserveerde houding bij de invoering van het spreekrecht, wat heel tekenend was.
> allen zijn makkelijk te weerleggen met resultaten van victimologisch onderzoek |
| Op welke wijze ligt het idee van het strafrecht als ultimum remedium (laatste redmiddel) ten grondslag aan het herstelrecht? | de ideeën van het abolitionisme (stroming die pleit voor algehele afschaffing van het strafrecht) komen in jaren 70 terug onder een andere namen: restorative justice/herstelrecht. hierbij lag de focus niet op een passende vergelding, maar op hoe de negatieve consequenties van het delict zoveel mogelijk ongedaan gemaakt kunnen worden. |
| Welke twee stromingen zijn te onderscheiden in de literatuur over het restorative justice? | het herstelrecht kan gezien worden als aanvulling op het huidige strafrecht (want: feit dat de ernst van sommige delicten om afdoening via het traditioneel model vraagt; en door holistisch karakter van een nieuw paradigma (alle beginselen en overtuigingen en een rationeel gesprek tussen personen met verschillende paradigma's is daarom bijna onmogelijk)) of als alternatief voor het huidige strafrecht. |
