Rechtshandhaving en Politie
🇳🇱
In Holandés
In Holandés
Practique preguntas conocidas
Manténgase al día con sus preguntas pendientes
Completa 5 preguntas para habilitar la práctica
Exámenes
Examen: pon a prueba tus habilidades
Pon a prueba tus habilidades en el modo de examen
Aprenda nuevas preguntas
Popular en este curso
Aprende con fichas
Modos dinámicos
InteligenteMezcla inteligente de todos los modos
PersonalizadoUtilice la configuración para ponderar los modos dinámicos
Modo manual [beta]
Seleccione sus propios tipos de preguntas y respuestas
Otros modos disponibles
Escuchar y deletrearOrtografía: escribe lo que escuchas
elección múltipleModo de elección múltiple
Expresión oralResponde con voz
Expresión oral y comprensión auditivaPractica la pronunciación
EscrituraModo de solo escritura
Rechtshandhaving en Politie - Marcador
Rechtshandhaving en Politie - Detalles
Niveles:
Preguntas:
360 preguntas
🇳🇱 | 🇳🇱 |
Welke 3 politiestelsels zijn er sinds de jaren 60 geweest? | 1. duaal stelsel: gemeentepolitie en rijkspolitie (territoriale splitsing) 2. regionaal stelsel: gemeentepolitie en rijkspolitie gaan op in 25 regionale korpsen en 1 landelijk korps (functionele splitsing) 3. nationaal stelsel: regionale korpsen komen bij elkaar in 1 korps en 10 regionale eenheden (één politiekorps) |
Wat waren problemen van het regionale bestel? | - aansturen van landelijke prioriteiten moeizaam; - zorgde voor grote kwaliteitsverschillen; - weinig landelijke samenwerking |
Wat is beheer? | Bij beheer gaat het erom wat de politie kan en hoe dit kan worden gerealiseerd (verdeling van middelen). het beheer bepaald hoeveel middelen een bepaalde eenheid heeft en hoe die ingezet kunnen worden (schept randvoorwaarden). |
Wat is gezag? | Gedag is wat de politie doet, waarvoor worden de middelen ingezet. is heel erg afhankelijk van de middelen die ze krijgen van het beheer. de macht om te beslissen over de inzet en het optreden van de politie en te bepalen welke prestaties de politie moet leveren en daarop te sturen. |
Wat zijn de taken van de politie? | - opsporing van strafbare feiten - handhaving van openbare orde en veiligheid - hulpverlening |
Bij wie ligt het gezag van de politie? | - burgemeester: gezag over bestuurlijke politie = openbare orde & hulpverlening. - OvJ: gezag over justitiële politie = strafrechtelijke handhaving |
Wat houdt een ongedeelde politie in? | Dat iedere politieagent iedere taak zou moeten kunnen uitvoeren. > sturing van de politie is complex, omdat beide hoofdtaken soms tegengestelde eisen stellen aan de organisatie, sturing en inbedding van de politie. |
Wat is het lokaal driehoeksoverleg? | = overleg tussen politiechef, burgemeester en OvJ over afstemmen taakuitvoering politie. doel: om tot een balans te komen tussen de eisen van de burgemeester en de politiechef |
Bij wie ligt het beheer van de politie? | - belegd bij de korpschef - politieke (eind)verantwoordelijkheid van de Minsiter J&V |
Wie is de regioburgemeester? | Degene die aan de minister kenbaar kan maken wat er op lokaal niveau speelt. het is de schakel tussen landelijk en lokaal - beheer en gezag. het is meestal de burgemeester van de grootste gemeente in de politieregio. legt verantwoording af aan overige burgemeesters uit de eenheid. |
Wat is het regionale driehoeksoverleg? | Overleg over afspraken over taakuitvoering van de politie tussen de politie (regiochef), de regioburgemeester en de OvJ |
Wie zijn er aanwezig bij het landelijk overleg veiligheid en politie (LOVP)? | De regioburgemeesters; 2 'extra' burgemeesters uit kleinere gemeenten; voorzitter college PG; minister J&V (voorzitter); korpschef |
Wat is het landelijk overleg veiligheid en politie? | = periodiek overleg over taakuitvoering en beheer (schakel tussen gezag en beheer). inhoud overleg: (i) inrichting van de politie; (ii) landelijke beleidsdoelstellingen; (iii) verdeling van sterkte; (iv) onderwerp van de begroting, meerjarenraming, jaarrekening, beheerplan, jaarverslag; (v) benoemen van leden van de politieleiding; (vi) wetsvoorstellen en ontwerpen van andere regelingen die betrekking hebben op de taakuitvoering door het beheer ten aanzien van de politie. |
Wat houden de gemeentelijke doelstellingen in? | - in het integraal veiligheidsplan van een gemeente - vastgesteld door de gemeenteraad |
Wat houden de regionale doelstellingen in? | - in regionaalbeleidsplan: opgesteld door regioburgemeester en HOvJ; vastgesteld (unaniem) door alle burgemeesters. - inhoud: moet bijdragen aan verwerkelijken landelijke doelstellingen (controle door minister J&V); verder vrij in te vullen (vaak belangrijke gemeentelijke thema's). |
Wat houden de landelijke doelstellingen in? | - prioriteiten in taakuitvoering van de politie - doelstellingen per eenheid - vastgesteld door minister J&V |
Wie controleert wie? (democratische controle) | - minister J&V wordt gecontroleerd door het Parlement - regioburgemeester? - burgemeester wordt gecontroleerd door de gemeenteraad |
Wat zijn kenmerken van het regionale bestel? (organisatie, taken, gezag, beheer) | O: 25 (autonome) korpsen, 1 KLPD t: opsporing strafbare feiten, handhaving openbare orde en veiligheid, hulpverlening g: burgemeester en OvJ b: korpsbeheerder (burgemeester van grootste gemeente/regioburgemeester) |
Wat zijn kenmerken van de nationale politie? (organisatie, taken, gezag, beheer) | O: 1 korps, 1 landelijke eenheid, 10 regionale eenheden, 1 PDC t: opsporing strafbare feiten, handhaving openbare orde en veiligheid, hulpverlening g: burgemeester en OvJ b: korpschef onder verantwoordelijkheid van de minister V&J |
Wat zijn voor- en nadelen van het regionale bestel? | Nadelen: - politiewerk heel verschillend per regio - eigen bedrijfsvoering en informatiehuishouding - gebrekkige samenwerking - gebrek aan efficiëntie - gebrekkig optreden tegen georganiseerde misdaad en terrorismedreiging voordelen: - flexibel - lokaal verankerd - balans repressief/preventief optreden - innovatie |
Wat zijn de hoofddoelstellingen van de Nationale Politie? | - centralisatie van beheer - standaardisering van de organisatie - taakuitvoering op lokaal niveau |
Wat is kritiek op de Nationale politie? | - landelijke doelstellingen kregen prioriteit en dat ging ten koste van de doelstellingen op lokaal niveau; - de middelen zijn niet goed verdeeld over de eenheden; - te weinig rechercheurs; - onrust onder personeel, omdat men moest solliciteren op eigen baan en anders een andere functie kregen; - administratie en ICT niet op orde. |
Wat verstaan we onder beheer? | -"de zorg voor de organisatie en instandhouding van het politiekorps en de bevoegdheid tot het geven van aanwijzingen, opdat het politiekorps zo doeltreffend mogelijk functioneert." - organisatie en bedrijfsvoering: wat de politie kan/hoe dit kan worden gerealiseerd. - verantwoordelijk: korpschef; onder verantwoordelijkheid minister J&V |
Wat verstaan we onder gezag? | - "de bevoegdheid om te beslissen over (beleid ten aanzien van) de taakuitvoering van de politie, haar inzet en optreden." - taakuitvoering: wat de politie doet - verantwoordelijk: handhaving openbare orde en hulpverlening = burgemeester; strafrechtelijke handhaving = OvJ |
Wat zijn de belangrijkste wijzigingen die het invoeren van het landelijke politiekorps met zich meebracht? | - het feit dat het nationale politiebestel op het regionale niveau geen zelfstandige onderdelen met een eigen rechtspersoonlijkheid meer kent. - de administratieve lasten die samenhingen met de afstemming tussen de 25 regionale politiekorpsen en het KLPD verdwenen |
Wat heeft voor een substantiële beperking van de bestuurlijke drukte gezorgd? | - Politiewet 2012 - het feit dat de nationale politie wordt beheerd en beleidsmatig aangestuurd door aanzienlijk minder organen en functionarissen dan ten tijde van het oude regionale politiebestel. |
Wie heeft het gezag bij de politie? En wie is verantwoordelijk voor de politie? | > gezagsdualisme = politie heeft twee petten. - burgemeester als het gaat om optreden ter handhaving van de openbare orde of ter uitvoering van de hulpverleningstaak. - OvJ wanneer de politie optreedt ter strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde of taken verricht ten dienste van justitie. > twee vormen lopen in de praktijk vaak door elkaar heen. - verantwoordelijkheid ligt bij de minister J&V. |
Wat houdt het gezag van de politie in? | De macht hebben om te beslissen over de inzet en het optreden van de politie en te bepalen welke prestaties de politie moet leveren en daarop te sturen. - concrete inzet politiecapaciteit - nodige afspraken hierover worden gemaakt in de lokale driehoek o.b.v. door gemeenteraad vastgestelde integraal veiligheidsplan. |
Wat wordt er op landelijk-, regionaal-, en lokaal niveau vastgesteld m.b.t. gezag? | - landelijk: minister stelt de beleidsdoelstellingen en doorvertaling voor de regionale eenheid en landelijke eenheden vast (minister J&V, regioburgemeester, 2 burgemeesters, voorzitter college PG, korpschef); - regionaal: de operationele sterkte in het regionale beleidsplan wordt verdeeld (regioburgemeester, hoofdOvJ); - lokaal: de afspraken worden gemaakt m.b.t. inzet politie o.b.v. het door de gemeenteraad opgestelde integraal veiligheidsplan en over lokale prioriteiten en criminaliteitsbestrijding (OvJ, politiechef, burgemeester) |
Wie stelt politieambtenaren aan en schorst of ontslaat ze, en wat zegt dit over de gezagsposities? | - de korpschef - dat zowel de burgemeester als de OvJ ten opzichte van politiefunctionarissen geen directe gezagspositie hebben en bevelen en aanwijzingen bij gebrek aan beheersmacht niet disciplinair kunnen afdwingen -(OvJ heeft voorsprong door positie in OM en strafvorderlijke systeem) |
Wat zijn enkele redenen voor het feit dat het gezagsdualisme niet gelijkwaardig, maar asymmetrisch, functioneert? | - gezag burgemeester is gebaseerd op openbare bevoegdheid, gezag OvJ is vastgelegd in een ingewikkeld systeem van bevoegdheden en beleidsregels; - beleidsruimte is op het terrein van openbare orde en hulpverlening groter dan op het terrein van strafrechtelijke handhaving; - beide hebben geen directe gezagspositie ten opzichte van politiefunctionarissen (OvJ wel voorsprong door positie strafrechtelijke systeem en OM). |
Wat vloeit voort uit het dualistische systeem van beheer en gezag? | -logischerwijs dat de minister in haar rol van beheer niet intervenieert in gezagsrelaties. -MAAR omdat het beheer de voorwaarden schept voor een adequate gezagsuitoefening, zou de positie van de minister ook kunnen worden getypeerd als een vorm van medegezag. |
Wat houdt het beheer van de politie in? | Zeggenschap hebben over de organisatie en de instandhouding van het politieapparaat en de bevoegdheid tot het treffen van maatregelen opdat de politie zo doeltreffend mogelijk functioneert. - zeggenschap over inrichting van politieorganisatie, de werkprocessen, de zorg voor personeel en middelen, de verdeling van mensen en middelen over territoriale en functionele eenheden en de werkprocessen. |
Wat zijn enkele robuuste bevoegdheden en sturingsinstrumenten waar de minister, als 'opperbeheer', over beschikt? | - vaststellen begroting, meerjarenraming, jaarrekening, beheersplan en jaarverslag; - stellen van regels met betrekking tot het financiële beheer en het beheer van de korpschef; - verdelen van de sterkte en middelen over de regionale eenheden; - algemene en bijzondere aanwijzingen geven aan de korpschef. |
Wat is de positie van de korpschef? | - belast met beheer en leiding van de politie - legt verantwoording voor uitoefening van zijn taken en bevoegdheden af aan minister - gebonden aan alle bevoegdheden en sturingsinstrumenten van de minister en moet diens aanwijzingen uitvoeren - belast met inrichting van de politieorganisatie |
Op welke twee manieren kan het feit dat het beheer het gezag volgt, worden genuanceerd? | 1. de gezagsuitoefening van de burgemeester en de OvJ vindt plaats binnen een robuust kader dat grenzen stelt en richting geeft; 2. er is sprake van een zekere uitholling van het terrein waarop het gezag over de politie aan de orde is. het beleidsmatige kader vormt als het ware de verbindende schakel tussen gezag en beheer (beheer volgt beleid) |
Wat is de beleidscyclus? | Het wettelijke systeem waarbinnen vaststelling, afstemming en verantwoording van het beleid plaatsvinden. |
Wat houdt het begrip 'beleidsmatige sturing van de politie' in? | -dat er bepaald wordt welke politietaken prioriteit hebben en welke doelstellingen die taken beogen. - het bepalen van 1) het tempo waarin, 2) de wijze waarop en 3) de middelen waarmee dit wordt gerealiseerd. |
Hoe vaak en door wie worden de landelijke beleidsdoelstellingen vastgesteld en waar zien deze op? | - ten minste eenmaal per vier jaar door de OvJ - zien enerzijds op de aanpak van maatschappelijke veiligheidsproblemen die zich veelal lokaal manifesteren; anderzijds op specifieke nationale taakgebieden. |
Door wie wordt het regionale beleidsplan vastgesteld en wat is de inhoud hiervan? | - burgemeesters die onder regionale eenheid vallen met OvJ; (X >) regioburgemeester met OvJ; (X>) minister - bevat de verdeling van de beschikbare politiesterkte over de onderdelen van de regionale eenheid en houdt rekening met het belang van een goede vervulling van de politietaak en met de doelen die de gemeenteraden vierjaarlijks nastreven. |
Wat is de democratische inbedding van het gezag over de politie? | - gemeenteraad controleert de gezagsuitoefening van de burgemeester wat betreft handhaving van de openbare orde en hulpverlening; - TK kan minister aanspreken op diens materiële verantwoordelijkheid voor het politieoptreden wat betreft strafrechtelijke handhaving en de taken ten dienste van justitie. |
Wat is de inbedding van het beheer van de politie op landelijk niveau? | - ministeriële verantwoordelijkheid - voor uitvoering beheerstaken van de minister moet hij verantwoording afleggen aan TK - korpschef is hierin inbegrepen - ook aansturing van politie op landelijk niveau is onder ministeriële verantwoordelijkheid gebracht |
Wat is de inbedding van de beleidsmatige sturing van de politie op regionaal niveau? | Deze aansturing is onder de ministeriële verantwoordelijkheid gebracht. er is echter geen sprake van democratische controle op het politiebeleid. |
Wat is de inbedding van de beleidsmatige sturing van de politie op lokaal niveau? | Op lokaal niveau is er geen enkele sprake van democratische controle op politiebeleid. |
Op welk niveau manifesteert het 'integraal veiligheidsbeleid' zich en wie is eindverantwoordelijke? | - gemeentelijk niveau - de burgemeester > beschikt in praktijk echter over onvoldoende doorzettingsmacht om de samenwerkingsambitie binnen een integrale veiligheidsaanpak daadwerkelijk waar te maken. |
Wat wordt er bedoeld met 'integraal veiligheidsplan'? | Het systematisch en samenhangend werken aan behoud of verbetering van de lokale veiligheid in al haar facetten onder regie van het bestuur. |
Welke vijf verschillende betekenissen van het begrip 'integrale veiligheid' worden onderscheiden? | 1. volwaardigheid van de veiligheidsketen; 2. sector-overstijgende aanpak; 3. technisch en bestuurlijk; 4. nieuwe allianties; 5. brede opvatting van veiligheid. |
Waarom is het integraal veiligheidsbeleid in de praktijk nog niet gerealiseerd? | 1. het blijkt dat integraliteit in de zin van veiligheid als sector-overschrijdend facet nog niet goed is gelukt; 2. er is geen gelijke aandacht voor alle typen veiligheid (focus ligt bij sociale veiligheid). |
Wat zijn goede ontwikkelingen door het integraal veiligheidsplan? | 1. er is meer bestuurlijke aandacht voor veiligheid op lokaal niveau; 2. veiligheidsketen wordt steeds vollediger: preventie, repressie, reactiviteit, proactiviteit, nazorg beter gecombineerd; 3. er wordt op horizontaal niveau beter samengewerkt tussen politie, justitie en andere organisaties. |
Welk risico houdt een sterke horizontalisering in? | - dat te weinig wordt gestuurd, te weinig leiding wordt gegeven en te weinig wordt afgedwongen en gecontroleerd; - verantwoordelijkheden beginnen snel diffuus en wazig te worden. |
Wat is de rol van de burgemeester bij de integrale veiligheidsaanpak? | - verantwoordelijk voor de ontwikkeling en uitvoering ervan; - hij is de 'linking pin' met andere lokale partijen, andere overheden en de veelal geregionaliseerde uitvoeringsorganisaties inzake veiligheid. |
Waarom kan het probleem van de afwezige regie bij horizontalisering niet voldoende worden opgelost door de burgemeester? | De bevoegdheden van de burgemeester hebben betrekking op incidenten en hun veroorzakers en niet of nauwelijks op het meso- en macroniveau van beleidsmatige sturing en coördinatie van de veiligheidszorg en betrokken partners. |
Waarom is de nationale politie in 2012 opgericht? | Omdat deze het best in staat is om in te spelen op de complexiteit en dynamiek van de politietaak. - 10 regionale eenheden geleid door politiechef, minister is eindverantwoordelijk. |
Uit welke onderdelen bestaat het landelijke politiekorps (Politiewet 2012)? En waar zijn deze onderdelen mee belast? | - regionale eenheden, belast met uitvoering van de politietaak en ingericht naar de rechtelijke arrondissementen (1 per arrondissement); - één of meer bij ministeriële regeling aan te wijzen landelijke eenheden, belast met de uitvoering van de politietaak; - één of meer bij ministeriële regeling aan te wijzen ondersteunende eenheden. |
Wat staat er in het beheersplan en het jaarverslag opgesteld door de minister en vastgesteld tijdens het driehoeksoverleg? | - beheersplan bevat onder meer de indeling van de regionale eenheden in districten en basisteams; - jaarverslag dient aan te geven welke activiteiten regionale en landelijke eenheden hebben ondernomen om de landelijke beleidsdoelstellingen te realiseren. |
Welke vormen van driehoeksoverleg roept de Politiewet 2012 in het leven? | - landelijke driehoeksoverleg; - tien regionale driehoeken (regioburgemeester, hoofdOvJ, politiebaas); - tien regionale supercolleges (Regionale veiligheidsoverleg - burgemeester met regioburgemeester en hoofdOvJ, politiebaas aanwezig); - districtsdriehoeken/ districtelijk veiligheidsoverleg (burgemeesters, OvJ en politiechef); - driehoeksoverleg op niveau van basisteams; - gemeentelijke driehoeken. |
Wat zijn verschillende factoren die bijdroegen aan de snelle besluitvorming en radicale omslag in het denken over het politiebestel in Nederland (centralisatie Politiewet 2012)? | - de problemen die spelen worden nu anders 'geframed' dan in het recente verleden (worden nu gezien als inherent aan een decentraal stelsel); - de verandering in de betrokkenheid van partijen en in de (machts)relaties tussen hen: opkomst ministerie J&V en het daardoor afnemende lokale aspect; - wijze waarop de betrokken minister in deze periode opereerde (effectieve retorische stijl van daadkracht, wuifde mogelijke problemen weg en wist onder potentiële tegenstanders steun te verwerven voor zijn plannen) |
Hoe ziet de inrichting van de nationale politie eruit? | - minister verantwoordelijk, korpschef belast met leiding en beheer politie; - 10 regionale eenheden - landelijk eenheid belast met meer gespecialiseerde taken - landelijk dienstencentrum - 43 districten en 167 basisteams |
Door het nieuwe bestel is de afstand tussen gezag en beheer toegenomen. hoe wordt dit opgelost? | Er is een systeem van beleidsadvisering opgezet via overleg binnen en op het niveau van de eenheden. |
Waar dragen pogingen om te komen tot een efficiëntere en beter beheersbare organisatie ertoe bij? | - dat de afstand ten opzichte van de lokale context toeneemt, - persoonsgebonden relaties tussen medewerkers van karakter veranderen, - de politie afhankelijke wordt van systemen en systematische informatie, - de relatie tussen politie en burgers zich wijzigt. |
Waar heeft de komst van de Nationale Politie volgens burgemeester toe geleid? | - verminderde aandacht van de politie voor toezicht en handhaving in publieke ruimte, waardoor meer BOA's worden ingezet; - samenwerking tussen politie en BOA's bemoeilijkt; - ze hebben het gevoel alsof ze wel verantwoordelijkheid hebben, maar deze niet waar kunnen maken. - ze hebben het idee dat ze uiteindelijk minder zeggenschap hebben. |
Wat zijn de doelstellingen die horen bij de Nationale Politie? | Het veiliger maken van Nederland en het bieden van ruimte voor de professionaliteit van de politie |
Wat is er verandert en/of gelijk gebleven na de invoering van de NP als het gaat om beheer en gezag? | - beheer: lag eerst bij de korpsbeheerder (burgemeester van de grootste gemeente binnen de politieregio), en ligt nu bij de minister J&V; - gezag: onveranderd gebleven (nogsteeds burgemeester en OvJ) |
Wat zijn de taken en verantwoordelijkheden van de minister binnen de NP? | - korpschef opereert voor het beheer onder politieke verantwoordelijkheid minister; - doordat politie eigen rechtspersoonlijkheid heeft, moet de minister de begroting goedkeuren en de middelen ter beschikking stellen, - met oog op geweldsmonopolie heeft minister verdergaande bevoegdheden over de allocatie van middelen binnen politieorganisatie; - minister is integraal verantwoordelijk voor de begroting - TK heeft recht van amendement |
Wat zijn de twee hoofdelementen in de sturingsrelatie? | - beleid - beleidsplan NP is leidend voor de vaststelling van de inrichting van het landelijke korps - beheer |
Wat is de positie van de korpschef? | - rol is beperkt als het gaat om lokale gezagsverhoudingen en de landelijke eenheid; - hij is eindverantwoordelijke voor het beheer van het korps, wel binnen de ruimte die de minister hem daarvoor heeft gegeven. |
Wat houdt de aanwijzingsbevoegdheid van de minister in? (Welke varianten zijn er) | - taakverwaarlozingsbepaling: minister heeft de bevoegdheid besluiten van het bestuur te vernietigen (achteraf, terwijl en vooraf); - betrekking op de veranderde positie van de burgemeester ten opzichte van de politie (regionale beleidsplannen moeten binnen de nationale kaders passen); - verhouding tussen minister en korpschef over beheersmatige kwesties. |
Aan het begrip 'aanwijzing' kan op meerder manieren inhoud worden gegeven. Welke manieren zijn dit? | - dat er sprake is van een gewone taakopdracht en niet van een machtsmiddel van de minister; - een formele aanwijzing krachtens de wet raakt de relatie tussen minister en korpschef; - het benadrukken van het politieke belang van de reorganisatie van de politie op korte termijn. |
Wat zijn de drie taken en vier functies van de politie? | - taken: opsporing, handhaving openbare orde, hulpverlening - functies: noodhulp, wijkwerk, opsporing, intake |
Wat is het doel van de opsporingstaak van de politie? | De politie doet onderzoek om wettig en overtuigend bewijs te vinden om zo vast te stellen of het werkelijk zo gebeurt is of niet. (spanningsveld tussen sneller resultaat en gedetailleerde protocollering) |
Wat valt onder de opsporingstaak van de politie? | HIC = high impact crime: grote gevolgen voor slachtoffers en omgeving VVC = veel voorkomende criminaliteit: kleine criminaliteit die veel voorkomt ondermijning = onderwereld en bovenwereld raken met elkaar vermengt (bijv. witwassen) |
Wie zijn bevoegd met de opsporingstaak van de politie? | - OvJ en politie [intake functie (aangifte); VVC-team; recherche (HIC onderzoek)] - burgers [burgerparticipatie (initiatief bij politie); burgeropsporing/-vervolging (initiatief bij burger)] |
Welke twee punten kwamen uit het onderzoek van Schreurs over de vraag waarom burgers zich melden? | 1. response efficacy = mate waarin de burger het gevoel heeft dat melden zinvol is voor hogere veiligheid en lagere criminaliteit; 2. altruïstische waarden = rechtvaardigheidsgevoel of het idee om iemand te helpen |
Hoe voert de politie haar opsporingstaak uit? | - incidentgerichte opsporing - probleemgerichte opsporing - programma-/themagericht |
Welke middelen heeft de politie m.b.t. haar opsporingsbevoegdheid? | -t.a.v. personen: staande houden, aanhouden, voorlopige hechtenis, etc (zichtbaar) -t.a.v. zaken: inbeslagneming (zichtbaar) - steunbevoegdheden: betreding/doorzoeking plaatsen, fouillering, etc (zichtbaar) - bijzondere opsporingsbevoegdheden: infiltratie, stelselmatige observatie, etc (heimelijk karakter) |
Wat zijn Q-teams (maatschappelijke ontwikkeling opsporing)? | Een Q-team verbindt gemotiveerde collega's en werkt met hen samen aan vernieuwende experimenten om zo bij te dragen aan een toekomstbestendige, meer wendbare opsporing en een veiligere samenleving. om 'te verbinden, te innoveren en te experimenteren' |
Wat valt er onder de handhavende taak van de politie? | - orde vs wanorde - klein- vs grootschalig |
Wie is er bevoegd met de handhavende taak van de politie? | Burgemeester en politie; en andere partijen (bijv. burgers of particuliere beveiligers) |
Hoe voert de politie haar handhavende taak uit? | - klein = reactief en preventies - groot = public order management; inzet ME; crowd management (vooraf evenement afspraken maken); crowd control (controleren of afspraken worden nageleefd); riot control (ingrijpen bij uit de hand lopen) |
Wat zijn de hoofdconclusies (inspectie J&V) van opsporing? | - geregistreerde misdrijven 32,3% gedaald - onderdelen opsporing losse eilandjes - capaciteit niet optimaal - onvoldoende geïnvesteerd in politieonderwijs - hoge inzet incidentgericht, weinig capaciteit probleem-/programmagericht |
Wat zijn de hoofdconclusies (inspectie J&V) van handhaving? | - lokale verankering politie noodzakelijk voor preventief werken - gezicht naar burger - belangrijke bron informatie - wijkagenten in middelgrote gemeenten en platteland (noodhulp) - gebrek aan tijd en capaciteit |
Wat is de hulpverleningstaak van de politie? | - politie is 24/7 beschikbaar (112) - continue stroom aan hulpverlening |
Wie is bevoegd voor de hulpverleningstaak van de politie en hoe voeren zij dit uit? | - taak ligt bij het basisteam - permanente oog- en oorfunctie in de wijk - alert op signalen vanuit de wijk - rapporteren voor adequate opvolging - GGP = gebied gebonden politie |
Wat zijn de knelpunten (inspectie J&V) van noodhulp? | - doorgeleiden van personen met verward gedrag - snelle aanwezigheid in dunbevolkte gebieden - beschikbare capaciteit - C2000 |
Wat is het verschil tussen smalle en brede taakopvatting van de politie? | - smalle: misdaadbestrijding, ernstige verstoringen, 'echte' noodhulp - brede: ook kleinschalige verstoringen en brede hulpverlening |
Wat wordt er bedoeld met politie als poortwachters of beleidsmakers? | - poortwachters: politie bepaald wanneer ze optreden en dus wie er binnen komt - beleidsmakers: in de zin dat ze verschillende bevoegdheden hebben en voor een bepaalde bevoegdheid kiezen in bepaalde situaties |
Wat is het onderscheid tussen (1)straatoptreden en (2)situatieoptreden? | 1) geen interactie tussen burger en politie (bestemmingsbeslissing, interventiebeslissing) 2) wel interactie tussen burger en politie (bejegeningsbeslissing, afhandelbeslissing) |
Wat wordt er bedoeld met de discretionaire ruimte van de politie? | Binnen een bepaald (wettelijk) kader is men vrij te kiezen tussen verschillende handelingsalternatieven. - ruimte verschilt per taak |
Wat zijn de verschillende beslissingen van de politie en wat houden ze in? | - bestemmingsbeslissing: waar ga ik hoe naartoe? (straat) - oriënteren - interventiebeslissing: wat doe ik met wat ik zie? (straat) - signaleren - bejegeningsbeslissing: hoe behandel ik de burger? (situatie) - diagnosticeren/oordelen - afhandelingsbeslissing: hoe handel ik de situatie af? (situatie) - frmaliseren |
Welke dingen hebben invloed op beslissingen? | - persoon van de dader - persoon van politiemensen - organisatorische factoren - situationele factoren |
Wat wordt er bedoeld met creatief gebruik van bevoegdheden? | - niet inzetten van bevoegdheden - misbruik van bevoegdheden - oneigenlijk gebruik van bevoegdheden |
Wat zijn voordelen van de discretionaire ruimte van de politie? | - als alles vastgelegd zou zijn in protocollen is dat onwerkbaar - maatwerk, afhankelijk van de situatie - relatie tussen jeugd en politie behouden door ze soms te matsen - ontbreken van supervisie leidinggevende - gebrek aan middelen - doelen ambigu (gaat ten koste legitimiteit als alle kleine dingen worden afgestraft) |
Wat zijn nadelen van de discretionaire ruimte van de politie? | - onvoorspelbaar politieoptreden - ongelijke behandeling (overpolicing & underpolicing) - misbruik van bevoegdheden - discriminatie en etnisch profileren |
Wat zijn argumenten voor de stelling dat de politie zich alleen bezig moet houden met effectieve handhaving en noodhulp (=smalle taakopvatting)? | - minder werkdruk door onderbezetting - andere partijen zijn hier misschien beter in - minder taken die beter kunnen worden uitgevoerd en dus meer kwaliteit - politie krijgt meer gezag als ze zich enkel focussen op de ernstige zaken - boa's kunnen ook serieuzer genomen worden en meer gezag krijgen wanneer zij meer taken krijgen |
Wat zijn argumenten tegen de stelling dat de politie zich alleen bezig moet houden met effectieve handhaving en noodhulp (=smalle taakopvatting)? | - relatie met burger verslechterd - taken vermengen toch wel dus dan wordt het onduidelijker waar de grenzen liggen - capaciteitsprobleem wordt verplaatst naar andere partijen (zoals boa's) - burger weet niet meer naar welke instantie ze moeten stappen met problemen. |
Wat houdt het creatief gebruik van bevoegdheden in? | - niet inzetten van bevoegdheden - misbruik maken van bevoegdheden - oneigenlijk gebruik maken van bevoegdheden |
Wat houdt de effectieve handhaving door de politie in? | Strafrechtelijke handhaving (m.n.b. opsporingsindicaties) en handhaving bij ernstige verstoringen van de openbare orde. ook wordt erkend dat het daarom nodig is dat de hulpverlenende taak van de politie in handen wordt gelegd van anderen, met name het lokaal bestuur en (haar) uitvoeringsorganisaties, zodat de politie zich meer kan toeleggen op de noodhulp. |
Wat houdt reactitef optreden van de politie in? | Als reactie op een melding van burgers onderzoek starten; nadat het strafbare feit is begaan; om te onderzoeken wie het gedaan heeft |
Wat houdt repressief optreden van de politie in? | Het controleren op het naleven van de regels, met als doel ongewenste situaties op te sporen. (er is wel een aanleiding voor de controle) |
Wat houdt het preventief optreden van de politie in? | Nadruk op aanpakken maatschappelijke oorzaken van crimineel gedrag; om criminaliteit te voorkomen |