| Wat is het verschil tussen fictional policing en factual policing? | fictional policing gaat over de massacultuur, terwijl factual policing gaat over wat er daadwerkelijk gebeurt. |
| Wat zijn de vijf kerndoelen van opsporing? | 1. opsporing van criminele activiteiten;
2. ontnemen van wederrechtelijk verkregen voordeel;
3. opwerpen van barrières tegen criminaliteit;
4. ondersteunen van andere (opsporings-)diensten;
5. openbaar maken van bevindingen uit opsporingsonderzoeken
hierdoor is de doelgerichte opsporing vervormd tot een programmatische aanpak |
| Wat is een doel, kenmerk en spanningsveld m.b.t. opsporing? | -doel: het verzamelen van wettig en overtuigend bewijs;
-kenmerk: eenduidig en routinematig werken, waarbij protocollen erg belangrijk zijn;
-spanningsveld: in de toenemende tegenstelling tussen het enerzijds meer en sneller resultaat willen leveren en anderzijds een groeiende confrontatie met gedetailleerde protocollering willen bewerkstelligen. |
| Welke drie indicatoren zijn van invloed op de effectiviteit van opsporing? | 1. de snelheid van de reactie op een misdrijf;
2. verkregen informatie moet snel en efficiënt verwerkt en op waarde geschat worden;
3. het vermogen om informatie uit de talloze bronnen met elkaar in verband te brengen. |
| Wat is heterdaadkracht? | =het vermogen van burgers en politie om de pakkans van daders van strafbare feiten (waar burger slachtoffer is) te vergroten.
- richt zich op het ontmoedigen van criminaliteit en het wordt gezien als de stap tussen preventie en opsporing achteraf. |
| Wat volgde uit de Parlementaire enquête opsporingsmethoden (ong. 1994)? | - dat er een gebrek was aan een passende normstelling voor het politieoptreden tegen de georganiseerde misdaad;
- de verantwoordelijkheden en de bevoegdheden van de actoren in de opsporing waren diffuus;
- er waren problemen met de gezagsverhoudingen. |
| Wat staat centraal in de strategie aanpak criminaliteit 2015? | - het veiligheidsprobleem
- enerzijds gaat het om het verbeteren van de veiligheid in de samenleving
- en anderzijds om de aanpak van criminaliteit effectiever te maken waarbij politie, partners en het bevoegd gezag gezamenlijk verantwoordelijk zijn. |
| Welke drie soorten criminaliteit worden onderscheiden in de 'strategie aanpak criminaliteit 2015'? | - veel voorkomende criminaliteit (VVC) - massaal voorkomend strafbaar gedrag; hoge frequentie; vergroot onveiligheidsgevoel;
- high impact crime (HIC) - grote impact op slachtoffer en omgeving; veroorzaakt fysieke-, materiële-, en emotionele schade;
- ondermijnende criminaliteit - legaliteit samenleving aangetast/verzwakt; financieel vermogen wordt opgebouwd; beroepscriminelen. > (1) leiden tot verzwakking van rechtsorde en rechtstaat; (2) verwevenheid tussen onder- en bovenwereld; (3) aantasten van het vertrouwen van de burger. |
| Welke drie manieren zijn er om deze soorten criminaliteit (VVC, HIC, ondermijning) aan te pakken? | 1. incidentgericht (reactief; vaak bij VVC; delict centraal)
2. probleemgericht (terugkerende problemen; systematisch zoeken naar effectieve reacties; oorzaken verklaren; probleem bestrijden; dadergericht)
3. thema-/programmagericht (gericht op sleutelbranches/fenomenen; proactief; criminaliteitsprobleem centraal; integraal te werk; info verzamelen en analyseren) |
| Wat zijn de drie manieren van werken die moeten leiden tot het realiseren van de strategie aanpak criminaliteit? | - directe aanpak
- indirecte afhandeling van zaken
- cocreatie met burgers en in netwerken werken |
| Wat is het verschil tussen (1) burgerparticipatie en (2) burgeropsporing? | 1) burgers worden uitgenodigd om mee te helpen aan een zaak. regie ligt nog wel bij de politie (bijv. cocreatier)
2) regie ligt bij de burgers. er is een risico dat burgers voor eigen rechter gaan spelen |
| Wat wordt er verstaan onder cocreatie? | = er wordt gezamelijk gewerkt aan oplossingen;
- drie rollen burger: 1) baas in eigen wijk (meewerken aan opsporing VVC), 2) opsporingsmedewerker (participeren in opsporingsonderzoek bij zaken met grote impact), 3) moreel ondernemer (helpen om ondermijning van samenleving te voorkomen). |
