Maatschappijleer begrippen
🇳🇱
In Holandés
In Holandés
Practique preguntas conocidas
Manténgase al día con sus preguntas pendientes
Completa 5 preguntas para habilitar la práctica
Exámenes
Examen: pon a prueba tus habilidades
Modo de examen no disponible
Aprenda nuevas preguntas
Modos dinámicos
InteligenteMezcla inteligente de todos los modos
PersonalizadoUtilice la configuración para ponderar los modos dinámicos
Modo manual [beta]
El propietario del curso no ha habilitado el modo manual
Modos específicos
Aprende con fichas
Maatschappijleer begrippen - Marcador
Maatschappijleer begrippen - Detalles
Niveles:
Preguntas:
227 preguntas
🇳🇱 | 🇳🇱 |
Individu | Één persoon |
Collectief | Een groep |
Maatschappelijk | Omvatten de belangrijkste vragen en problemen van de huidige samenleving |
Compromis | Een overeenkomst waarbij alle partijen iets toegeven |
Waarden | Uitgangspunten of principes die je belangrijk vindt |
Idealen | Zaken die je graag zou willen bereiken in het leven |
Normen | Opvattingen over hoe je je op grond van een bepaalde waarde behoort te gedragen |
Macroniveau | Grootschalig (schaal merkbaar) |
Microniveau | Individueel (schaal merkbaar) |
Belang | Voor- of nadeel dat iemand ergens bij heeft. |
Dilemma | Een lastige keuze uit twee of meer alternatieven die allemaal duidelijke nadelen hebben |
Dynamiek van de samenleving | Het constant veranderen van normen, waarden en belangen |
Rechtsstaat | Zie boek blz. 11 |
Parlementaire democratie | Zie boek blz. 11 |
Pluriforme samenleving | Zie boek blz. 11 |
Verzorgingsstaat | Zie boek blz. 11-12 |
Macht: | Het vermogen om het gedrag of het denken van de anderen te beïnvloeden |
Formele macht | Macht met een formeel systeem van regels en sancties (burgemeester) |
Informele macht | Macht zonder een formeel systeem van regels en sancties (vriendengroep) |
Gezag | Geaccepteerde legitieme macht (directeur/leraar) |
Machtsbronnen | Bron van de macht (geld/beroep/kennis/aanzien) |
Sociale ongelijkheid | Een ongelijke verdeling van de maatschappelijke kansen, inkomen, kennis en politieke macht. |
Maatschappelijke kansen | Zie boek blz. 12 |
Financiële middelen | Zie boek blz. 13 |
Politieke macht | Zie boek blz. 13 |
Sociale cohesie | De mate waarin mensen door onderlinge bindingen het gevoel hebben bij elkaar te horen |
Interdependentie | Mensen zijn afhankelijk van elkaar |
Zender | Iets of iemand die informatie of gegevens ‘zendt’ (media) |
Ontvanger | Wanneer je informatie of gegevens ontvangt |
Informatiesamenleving | Het grote belang van informatie in de samenleving |
Hoor en wederhoor | Een situatie bekijken van verschillende kanten |
Objectiviteit | Als iets gebaseerd is op feiten |
Referentiekader | Alles wat je bezit aan kennis, ervaringen, normen, waarden en gewoonten |
Selectieve perceptie | (on)bewuste aanpassing aan je referentiekader door nieuwe informatie |
Persvrijheid | De vrijheid hebben om te publiceren |
Vrijheid van nieuwsgaring | Journalisten moeten toegang krijgen tot relevante documenten en zonder bemoeienis van de overheid kunnen publiceren. |
Censuur | Berichtgeving in een land die gecontroleerd wordt door de overheid/controlerende macht |
Manipulatie | Het opzettelijk weglaten of verdraaien van feiten zonder dat de ontvanger dit merkt |
Propaganda | Bewust (en bij herhaling) eenzijdige informatie gegeven met als doel mening van mensen te beïnvloeden |
Indoctrinatie | Langdurig, systematisch en dwingend eenzijdige opvattingen worden gedrongen met de bedoeling dat het publiek deze kritiekloos accepteert |
Stereotypering | Vaststaand beeld van een groep mensen aan wie je allemaal dezelfde kenmerken toeschrijft |
Vooroordeel | Een vooropgezette en voorbarige mening over iets of iemand zonder kennis van zaken |
Discriminatie | Het anders behandelen van individuen of groepen op grond van kenmerken die in de gegeven situatie niet van belang zijn |
Racisme | Discriminatie op ras/huidskleur |
Seksisme | Discriminatie op geslacht (sekse) |
Mediawijs(heid) | Wanneer je een zorgvuldige zender als een kritische ontvanger bent van informatie |
Privacy | Het recht op privéleven |
Soeverein | Een staat die op een bepaald gebied met duidelijke grenzen het hoogste gezag uitoefent en het monopolie van geweldsuitoefening heeft. |
Staat | Land met onafhankelijk bestuur |
Politiek | Het maken van keuzes waaraan allen in een staat zijn gebonden |
Algemeen belang | Belang voor het iedereen (volk) |
Efficiënt besturen | Besturen met veel en snel resultaat |
Participatie | Deelname |
Representatieve/indirecte democratie | Dat het volk vertegenwoordigers kiest die de beslissingen nemen en met een zekere regelmaat bij verkiezingen aan de bevolking verantwoording moeten afleggen over hun beleid. |
Directe democratie | Volk regeert met directe zeggenschap |
Volksstemming | Referendum = volk mag stemmen over een plan van regering |
Parlementair stelsel | Stelsel van ministers en staatssecretarissen die verantwoording afleggen aan het parlement en dus indirect aan het volk. |
Constitutionele monarchie | Wanneer er een koning is als staatshoofd en daardoor samen met de ministers de regering vormt (zoals in Nederland). Hij is ook gebonden aan de (grond)wet. |
Presidentieel stelsel | President aan het hoofd van de regering (uitvoerende macht) en kan eigen keuze ministers benoemen/ontslaan. (zoals in VS en Frankijk) |
Ontbindingsrecht | Het recht om het parlement te ontbinden |
Parlementaire democratie | Representatieve democratie waarbij burgers invloed hebben op het beleid via vertegenwoordigers in het parlement. |
Dictatuur | Macht in handen van 1 persoon/kleine groep mensen |
Onafhankelijke rechtspraak | Rechters die onafhankelijk/onpartijdig tot een oordeel komen |
Censuur | Macht van de staat die informatie achter houdt/wordt gefilterd en kritische bloggers worden door hen gearresteerd |
Ideologie | Een samenhangend geheel van ideeën over de mens en de gewenste inrichting van de samenleving |
Indoctrinatie | Media, onderwijs en verenigingsleven onder strenge controle |
Theocratie of religieuze dictatuur | Godsdienst dat verheven in tot staatsideologie (Iran). |
Militaire dictatuur | Het leger dat de macht heeft |
Normen | Regels over hoe je je op de grond van bepaalde waarde behoort te gedragen |
Waarden | Een uitgangspunt of principe die je belangrijk vindt |
Sociaaleconomische verhoudingen | Rechtvaardige verdeling van de welvaart |
Links | Ongelijkheid tussen mensen verminderen met uitkeringen/voorzieningen |
Rechts | Weinig bemoeienis van de overheid op sociaal economisch gebied |
Politieke midden | Tussen rechts en links |
Liberalisme | (rechts) mensen met individueel veel vrijheid en verantwoordelijkheid (VVD, D66, PVV, FvD) |
Confessionalisme | (midden) het geloof, naastenliefde, rentmeesterschap en harmonie staat centraal (CDA,SGP,CU) |
Rentmeesterschap | De mens heeft de taak om door Gods aan ons toevertrouwde aarde voor te zorgen. |
Solidariteit | Iedereen samengebonden (naastenliefde) |
Gelijkheid | Gelijke rechten |
Socialisme | (links) gelijkheid en solidariteit van burgers + streven naar sociale gelijkheid en opkomen voor armeren (PvdA, SP, Denk, GroenLinks) |
Communisten | Arbeiders die door een revolutie alle macht nemen (voor gelijkheid) |
Sociaaldemocraten | Via parlement verbeteringen op de maatschappij |
Vrijemarkteconomie | Vrijheid op de markt |
Organisme staatsopvatting | De samenleving die vergelijkbaar is met een menselijk lichaam; alle onderdelen zijn afhankelijk van elkaar. |
Maatschappelijk middenveld | Geheel van particuliere samenleving |
Pragmatische | Geen vaste uitgangspunten/principes: afhankelijk van het probleem, wordt er een oplossing gekozen. |
Populisme | Geen politieke stroming, maar een ‘stijl’ van politieke bedrijven. (Gevestigde orde, opkomen voor ‘gewone volk’) |
Nationalisme | Behoud van cultuur |
‘vox populi’ | Stem van het volk |
Progressief | Veranderen van zaken in de samenleving |
Conservatief | Behoudend samenleving zoals het is |
Reactionair | Terug naar het verleden |
Ontideologisering | Het verdwijnen van ideologie als leidraad voor het politieke leven |
Kosmopolitisme | Eigen land openhouden zodat het mee kan komen in de geglobaliseerde wereld. |
Volksvertegenwoordiger | Parlementariër/lid van Tweede Kamer |
Politieke partij | Groep mensen met globaal dezelfde ideeën over een ideale samenleving. |
Ideologische partijen | Partijen die de visie op de mens en samenleving te verbeteren |
One-issuepartijen | Vertegenwoordigen hun specifieke doelgroep (50PLUS)/kijken vooral naar één aspect van de samenleving (Partij voor de Dieren) |
Antidemocratische partijen | Partijen die veel standpunten tegen de rechtsstaat hebben, vaak met geweld. (verboden door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens) |
Integratiefunctie | Wensen en eisen van veel mensen gebundeld tot één politiek programma |