Individu | één persoon |
Collectief | een groep |
Maatschappelijk | omvatten de belangrijkste vragen en problemen van de huidige samenleving |
Compromis | een overeenkomst waarbij alle partijen iets toegeven |
Waarden | uitgangspunten of principes die je belangrijk vindt |
Idealen | zaken die je graag zou willen bereiken in het leven |
Normen | opvattingen over hoe je je op grond van een bepaalde waarde behoort te gedragen |
Macroniveau | grootschalig (schaal merkbaar) |
Microniveau | individueel (schaal merkbaar) |
Belang | voor- of nadeel dat iemand ergens bij heeft. |
Dilemma | een lastige keuze uit twee of meer alternatieven die allemaal duidelijke nadelen hebben |
Dynamiek van de samenleving | het constant veranderen van normen, waarden en belangen |
Rechtsstaat | zie boek blz. 11 |
Parlementaire democratie | zie boek blz. 11 |
Pluriforme samenleving | zie boek blz. 11 |
Verzorgingsstaat | zie boek blz. 11-12 |
Macht: | het vermogen om het gedrag of het denken van de anderen te beïnvloeden |
Formele macht | macht met een formeel systeem van regels en sancties (burgemeester) |
Informele macht | macht zonder een formeel systeem van regels en sancties (vriendengroep) |
Gezag | geaccepteerde legitieme macht (directeur/leraar) |
Machtsbronnen | bron van de macht (geld/beroep/kennis/aanzien) |
Sociale ongelijkheid | een ongelijke verdeling van de maatschappelijke kansen, inkomen, kennis en politieke macht. |
Maatschappelijke kansen | zie boek blz. 12 |
Financiële middelen | zie boek blz. 13 |
Politieke macht | zie boek blz. 13 |
Sociale cohesie | de mate waarin mensen door onderlinge bindingen het gevoel hebben bij elkaar te horen |
Interdependentie | mensen zijn afhankelijk van elkaar |
Zender | iets of iemand die informatie of gegevens ‘zendt’ (media) |
Ontvanger | wanneer je informatie of gegevens ontvangt |
Informatiesamenleving | het grote belang van informatie in de samenleving |
Hoor en wederhoor | een situatie bekijken van verschillende kanten |
Objectiviteit | als iets gebaseerd is op feiten |
Referentiekader | alles wat je bezit aan kennis, ervaringen, normen, waarden en gewoonten |
Selectieve perceptie | (on)bewuste aanpassing aan je referentiekader door nieuwe informatie |
Persvrijheid | de vrijheid hebben om te publiceren |
Vrijheid van nieuwsgaring | journalisten moeten toegang krijgen tot relevante documenten en zonder bemoeienis van de overheid kunnen publiceren. |
Censuur | berichtgeving in een land die gecontroleerd wordt door de overheid/controlerende macht |
Manipulatie | het opzettelijk weglaten of verdraaien van feiten zonder dat de ontvanger dit merkt |
Propaganda | bewust (en bij herhaling) eenzijdige informatie gegeven met als doel mening van mensen te beïnvloeden |
Indoctrinatie | langdurig, systematisch en dwingend eenzijdige opvattingen worden gedrongen met de bedoeling dat het publiek deze kritiekloos accepteert |
Stereotypering | vaststaand beeld van een groep mensen aan wie je allemaal dezelfde kenmerken toeschrijft |
Vooroordeel | een vooropgezette en voorbarige mening over iets of iemand zonder kennis van zaken |
Discriminatie | het anders behandelen van individuen of groepen op grond van kenmerken die in de gegeven situatie niet van belang zijn |
Racisme | discriminatie op ras/huidskleur |
Seksisme | discriminatie op geslacht (sekse) |
Mediawijs(heid) | wanneer je een zorgvuldige zender als een kritische ontvanger bent van informatie |
Privacy | het recht op privéleven |
Soeverein | een staat die op een bepaald gebied met duidelijke grenzen het hoogste gezag uitoefent en het monopolie van geweldsuitoefening heeft. |
Staat | land met onafhankelijk bestuur |
Politiek | het maken van keuzes waaraan allen in een staat zijn gebonden |
Algemeen belang | belang voor het iedereen (volk) |
Efficiënt besturen | besturen met veel en snel resultaat |
Participatie | deelname |
Representatieve/indirecte democratie | dat het volk vertegenwoordigers kiest die de beslissingen nemen en met een zekere regelmaat bij verkiezingen aan de bevolking verantwoording moeten afleggen over hun beleid. |
Directe democratie | volk regeert met directe zeggenschap |
Volksstemming | referendum = volk mag stemmen over een plan van regering |
Parlementair stelsel | stelsel van ministers en staatssecretarissen die verantwoording afleggen aan het parlement en dus indirect aan het volk. |
Constitutionele monarchie | wanneer er een koning is als staatshoofd en daardoor samen met de ministers de regering vormt (zoals in Nederland). Hij is ook gebonden aan de (grond)wet. |
Presidentieel stelsel | president aan het hoofd van de regering (uitvoerende macht) en kan eigen keuze ministers benoemen/ontslaan. (zoals in VS en Frankijk) |
Ontbindingsrecht | het recht om het parlement te ontbinden |
Parlementaire democratie | representatieve democratie waarbij burgers invloed hebben op het beleid via vertegenwoordigers in het parlement. |
Dictatuur | macht in handen van 1 persoon/kleine groep mensen |
Onafhankelijke rechtspraak | rechters die onafhankelijk/onpartijdig tot een oordeel komen |
Censuur | macht van de staat die informatie achter houdt/wordt gefilterd en kritische bloggers worden door hen gearresteerd |
Ideologie | een samenhangend geheel van ideeën over de mens en de gewenste inrichting van de samenleving |
Indoctrinatie | media, onderwijs en verenigingsleven onder strenge controle |
Theocratie of religieuze dictatuur | godsdienst dat verheven in tot staatsideologie (Iran). |
Militaire dictatuur | het leger dat de macht heeft |
Normen | regels over hoe je je op de grond van bepaalde waarde behoort te gedragen |
Waarden | een uitgangspunt of principe die je belangrijk vindt |
Sociaaleconomische verhoudingen | rechtvaardige verdeling van de welvaart |
Links | ongelijkheid tussen mensen verminderen met uitkeringen/voorzieningen |
Rechts | weinig bemoeienis van de overheid op sociaal economisch gebied |
Politieke midden | tussen rechts en links |
Liberalisme | (rechts) mensen met individueel veel vrijheid en verantwoordelijkheid (VVD, D66, PVV, FvD) |
Confessionalisme | (midden) het geloof, naastenliefde, rentmeesterschap en harmonie staat centraal (CDA,SGP,CU) |
Rentmeesterschap | de mens heeft de taak om door Gods aan ons toevertrouwde aarde voor te zorgen. |
Solidariteit | iedereen samengebonden (naastenliefde) |
Gelijkheid | gelijke rechten |
Socialisme | (links) gelijkheid en solidariteit van burgers + streven naar sociale gelijkheid en opkomen voor armeren (PvdA, SP, Denk, GroenLinks) |
Communisten | arbeiders die door een revolutie alle macht nemen (voor gelijkheid) |
Sociaaldemocraten | via parlement verbeteringen op de maatschappij |
Vrijemarkteconomie | vrijheid op de markt |
Organisme staatsopvatting | de samenleving die vergelijkbaar is met een menselijk lichaam; alle onderdelen zijn afhankelijk van elkaar. |
Maatschappelijk middenveld | geheel van particuliere samenleving |
Pragmatische | geen vaste uitgangspunten/principes: afhankelijk van het probleem, wordt er een oplossing gekozen. |
Populisme | geen politieke stroming, maar een ‘stijl’ van politieke bedrijven. (Gevestigde orde, opkomen voor ‘gewone volk’) |
Nationalisme | behoud van cultuur |
‘vox populi’ | stem van het volk |
Progressief | veranderen van zaken in de samenleving |
Conservatief | behoudend samenleving zoals het is |
Reactionair | terug naar het verleden |
Ontideologisering | het verdwijnen van ideologie als leidraad voor het politieke leven |
Kosmopolitisme | eigen land openhouden zodat het mee kan komen in de geglobaliseerde wereld. |
Volksvertegenwoordiger | parlementariër/lid van Tweede Kamer |
Politieke partij | groep mensen met globaal dezelfde ideeën over een ideale samenleving. |
Ideologische partijen | partijen die de visie op de mens en samenleving te verbeteren |
One-issuepartijen | vertegenwoordigen hun specifieke doelgroep (50PLUS)/kijken vooral naar één aspect van de samenleving (Partij voor de Dieren) |
Antidemocratische partijen | partijen die veel standpunten tegen de rechtsstaat hebben, vaak met geweld. (verboden door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens) |
Integratiefunctie | wensen en eisen van veel mensen gebundeld tot één politiek programma |
Articulatiefunctie | het verwoorden van wat er in de samenleving leeft en dat op de politieke agenda zetten |
Informatiefunctie | via politieke partijen komen kiezers, ook buiten verkiezingstijd, verschillende standpunten te weten. Hierdoor worden ze gestimuleerd een eigen mening te vormen |
Participatiefunctie | politieke partijen proberen burgers te interesseren om actief aan de politiek deel te nemen |
Selectiefunctie | politieke partijen selecteren kandidaten voor publieke functies (burgemeester, Kamerlid of minister) |
Zwevende kiezers | ze laten de keuze voor een partij afhangen van het moment en vooral ook van de persoonlijkheid van de partijleiders |
Nationalistische partijen | (traditionele partijen) partijen die het oude cultuur behouden. |
Populistische partijen | partijen die de kant van het volk kiest |
Partijlidmaatschap | lid zijn van een partij |
Europese samenwerking | samenwerking tussen Europese landen |
Fractiediscipline | fractie oefenen sterke drang uit op fractieleden met een afwijkend standpunt |
Het politieke spectrum | een assenstelsel tussen economische linkse/rechtse en sociaal-culturele, progressieve/conservatieve partijen na een verkiezing |
Actief kiesrecht | het recht op te kiezen |
Passief kiesrecht | het recht om gekozen te worden |
Evenredige vertegenwoordiging | alle uitgebrachte stemmen worden verdeeld over het beschikbare aantal zetels |
Zetel | een stoel en dus stem in bijv. de Tweede Kamer |
Kiesdeler | de hoeveelheid stemmen die nodig is voor één zetel |
Kiesdrempel | een partij moet een minimumpercentage stemmen halen om mee te kunnen delen in de zetels |
Districten- of meerderheidsstelsel | land wordt verdeeld in districten en elk zit één afgevaardigde (degene die de meeste stemmen krijgt in een district) in het parlement (zoals in de VS/VK) |
Spindoctor | een communicatiedeskundige die alle kandidaten adviseert over een zo positief mogelijk imago |
Opiniepeilingen | overzicht dat wekelijks wordt gemaakt tijdens de verkiezingstijd waarin mensen gevraagd worden welke partij ze gaan stemmen |
Mediacratie | democratie waar de media de overheersende rol speelt (dus invloed via media) |
Strategisch stemmen | stemmen op een partij die een cruciale rol kan spelen bij vorming van kabinet, dus niet om het inhoudelijke |
Voorkeusstemmen | stemmen op iemand die niet lijsttrekker is. De kandidaat moet dan 25% van de kiesdeler halen (ong. 15.000 stemmen) |
Formatie | vormen van nieuw kabinet (ministers + staatssecretarissen) |
Coalitie | samenwerking tussen meerdere partijen |
Regeerakkoord | document met de belangrijkste plannen in de komende 4 jaar |
Troonrede | toespraak aan het begin van het parlementaire jaar in de Ridderzaal (regeerakkoord word dan bijgesteld) |
Miljoenennota | hierin staan concrete plannen en hoeveel geld er beschikbaar is aan de Tweede Kamer |
Algemene Beschouwingen | debat van plannen van de Tweede Kamer |
Voorjaarsnota | 3e woensdag in mei, waar de miljoenennota wordt bijgesteld |
Demissionair kabinet | wanneer er vervroegde verkiezingen komen, zodat er een nieuw kabinet kan worden gevormd, omdat het hele kabinet ontslag neemt. |
Regering/kabinet | afbeelding |
Premier | voorzitter van de ministerraad/minister-president |
Minister | iemand van de regering/het kabinet (je weet wel, iemand die een ministerie/departement heeft waar veel ambtenaren voor hem werkt) |
Staatssecretaris | iemand van het kabinet (je weet wel, iemand die de minister ondersteunt in een ministerie) |
Eerste Kamer | ook wel “Senaat” (in Nederland), onderdeel van parlement |
Tweede Kamer | onderdeel van parlement |
Minister zonder portefeuille | minister zonder ministerie (bijv. werken onder verantwoordelijkheid van een ministerie) |
Staatshoofd | de koning |
Ministeriële verantwoordelijkheid | verantwoordelijkheid voor de inhoud van wetten liggen bij de ministers (NIET bij koning, want hij is onschendbaar |
Staten-Generaal | Eerste + Tweede kamer |
Medewetgeving | samenwerking van Tweede Kamer en regering om wetten te maken |
Stemrecht | het recht om wetsvoorstellen aan te nemen/af te keuren |
Recht van amendement | het recht om wetsvoorstellen te wijzigen (amenderen) |
Recht van initiatief | het recht om zelf wetsvoorstellen te bedenken/indienen (gebeurt niet vaak in praktijk) |
Budgetrecht | het recht om de begroting (van financiële zaken) van ministeries, in een vorm van een wet, af/goed te keuren of te wijzigen. |
Recht van motie | het recht om een uitspraak te doen tegen minister/staatssecretaris voor bepaalde maatregelen te nemen of wetsvoorstel te komen |
Vragenrecht | het recht op vragen stellen aan regering iedere dinsdag |
Recht van interpellatie | recht op aanvragen van debat met minister/staatssecretaris |
Recht van enquête | zelf onderzoek naar een rol van regering/overheid(, omdat ze onvoldoende info hebben gekregen) |
Senaat | Eerste Kamer |
Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) | een maatregel waar de regering zonder overleg van Staten-Generaal een wet kan uitwerken/besluiten nemen. |
Dualisme | duidelijke taakverdeling tussen regering en parlement vanuit de trias politica |
Trias politica | zie afbeelding |
Coalitie | samenwerking tussen meerdere partijen |
Oppositie | partijen die niet in de regering zitten |
Politieke cultuur | Waar de politiek zich laat richten door een cultuur of religie |
Woordenstrijd | strijden met woorden om machtsposities en verwezenlijken van idealen |
Achterkamertjes | gesloten kamertjes waar politici privé met/over elkaar kunnen praten (voor bijvoorbeeld een compromis(overeenstemming van partijen)) |
Systeem van de politieke besluitvorming | hulpmiddel om te begrijpen hoe politieke besluitvorming werkt |
Invoerfase | factoren brengen eisen/wensen/behoeften naar voren |
Omzettingsfase | politici zorgen voor agendavorming, beleidsvoorbereiding, beleidsbepaling |
Beleidsvoorbereiding | hier vraagt de minister zijn ambtenaren om te onderzoeken en advies uit te brengen |
Beleidsbepaling | het parlement moet stemmen op de maatregel/regeling die de minister gesteld heeft voor het probleem |
Uitvoerfase | ambtenaren voeren politieke besluiten uit onder verantwoordelijkheid van de minister |
Terugkoppelingsfase | reacties op wetten en andere maatregelen, zo zien politici de effecten van hun besluiten. |
Politiek debat | openbare, politieke discussies |
Politieke actoren | alle individuele burgers, groepen, bestuursorganen en instanties die betrokken zijn bij het politieke besluitvormingsproces |
Ambtenaren | ze steunen/helpen de bestuurders. Ze houden bezig met beleidsbepaling, -voorbereiding en -uitvoering |
Pressiegroepen | groepen die druk uitoefenen op politici om ze voor hun standpunten te winnen |
Lobbyen | via persoonlijk contact proberen steun te krijgen voor je standpunten/belangen |
Belangengroepen | opkomen voor belangen van bepaalde groep |
Actiegroepen | bereiken van één bepaalde doelstelling (zoals behoud de natuur of welzijn van dieren) |
(media) Informatieve functie | via kranten, websites en tv berichten over maatschappelijke kwesties en politieke discussies |
(media) Agendafunctie | ze signaleren en analyseren problemen in de samenleving die op de politieke agenda komen. |
(media) Commentaarfunctie | ze geven voortdurend commentaar op politieke kwesties |
(media) Spreekbuisfunctie | ze laten politici/actiegroepen/burgers ruimte om een ‘zegje’ te doen in media (krant ofz.) |
(media) Controlerende functie | ze volgen politici kritisch |
Pluriforme media | door verschillende soorten media (dus, nieuwssites/kranten…) met een eigen identiteit wordt iedere politieke mening belicht wordt. |
Events | onvoorziene/onverwachte gebeurtenissen (zoals, natuurramp of economische crisis) |
Trends | niet-onvoorziene gebeurtenissen (zoals, vergrijzing of opwarming van aarde) |
Delegeren | het geven van bevoegdheden, inclusief verantwoordelijkheid |
Subsidiariteitsbeginsel | hogere instanties niet iets doen wat door lagere instanties kan worden gedaan |
Provincie | deel van een land |
Structuurvisie | belangrijkste taken staan in dit document in de ruimtelijke ordening |
Provinciale Staten | vertegenwoordigers van provincie (net als Staten-Generaal maar dan voor provincies) |
Gedeputeerde Staten | dagelijks bestuur van een provincie, bestaat uit door de Provinciale Staten gekozen leden. |
Commissaris van de Koning | voorzitter van Gedeputeerde Staten + Provinciale Staten |
Waterschappen | oudste bestuurslaag (21 totaal) |
Hoogheemraadschappen | sommige waterschappen worden zo genoemd |
Gemeente | bestuurslaag die het dichts bij de burgers zit |
Decentralisatie | minder centraal regelen (gemeentes moeten dan bijv. meer zelf doen) |
Bestemmingplan | plan van gemeente waar verschillende onderdelen van hun grondgebied gebruikt mogen worden |
Gemeenteraad | vertegenwoordiging van burgers in gemeentebestuur |
College van burgemeester en wethouders | dagelijks bestuur van gemeente |
Burgemeester | voorzitter van gemeente |
Gemeentelijke herindeling | wijzigingen van grenzen van gemeentes |
Metropool | grote stad met omliggende gemeentes |
Bestuurlijke autonomie | eigen bestuur/zelfbestuur |