Bestuursrecht (Week 5)
🇳🇱
In Holandés
In Holandés
Practique preguntas conocidas
Manténgase al día con sus preguntas pendientes
Completa 5 preguntas para habilitar la práctica
Exámenes
Examen: pon a prueba tus habilidades
Pon a prueba tus habilidades en el modo de examen
Aprenda nuevas preguntas
Modos dinámicos
InteligenteMezcla inteligente de todos los modos
PersonalizadoUtilice la configuración para ponderar los modos dinámicos
Modo manual [beta]
Seleccione sus propios tipos de preguntas y respuestas
Modos específicos
Aprende con fichas
Escuchar y deletrearOrtografía: escribe lo que escuchas
elección múltipleModo de elección múltiple
Expresión oralResponde con voz
Expresión oral y comprensión auditivaPractica la pronunciación
EscrituraModo de solo escritura
Bestuursrecht (Week 5) - Marcador
Bestuursrecht (Week 5) - Detalles
Niveles:
Preguntas:
25 preguntas
🇳🇱 | 🇳🇱 |
Wat is de belangrijkste wet m.b.t. openbaarheid van bestuur? | De Wet Openbaarheid Bestuur. |
Welk wetsartikel gaat over de beslistermijn van de beschikking? | Art. 4:13 jo. 4:14 Awb. |
Benoem de kenmerken van de WOB. | De kenmerken: 1. Actief info verstrekken (art. 8 jo. 9 WOB) 2. Passief info verstrekken (o.b.v. aanvraag, art. 3-7 WOB) 3. Weigeringsgronden - Absoluut (art. 10 lid 1 WOB, absolute weigering) - Relatief (art. 10 lid 2 WOB, kan geweigerd worden o.g.v. belangenafweging) |
Verdeel de normen voor bestuurlijk handelen in geschreven en ongeschreven bronnen. | Geschreven: 1. Bijzondere wet- en regelgeving (gelede normstelling, awb --> bijz.) 2. Awb Ongeschreven: 1. ABBB (Algemene beginselen van behoorlijk bestuur) |
Wat is een van de belangrijkste functies van het ongeschreven recht m.b.t. bestuurlijke normering. | Het aanvullen van het geschreven recht. Niet al het geschreven recht kan direct toegepast worden in een situatie. De ABBB leveren hier dan een oplossing voor. |
Gaat ongeschreven of geschreven recht voor? | In beginsel gaat het geschreven recht voor. Dit waarborgt de rechtszekerheid. In sommige gevallen, met het oog op een billijke oplossing, dient het ongeschreven recht voor te gaan. Dit is uitzonderlijk en heet dan ook een contra legem-toepassing. |
Wat bestaat er naast rechtmatigheidsnormen (ABBB)? | De fatsoensnormen: 1. Schending is niet onrechtmatig 2. Aanvullend normenkader 3. Fatsoensnormen m.b.t. besluitvorming e.d. |
Welke wetsartikelen zijn relevant bij het niet tijdig nemen van een besluit? | Art. 6:1 sub b jo. 7:1 lid 1 sub f Awb. |
Benoem de aspecten van besluitvorming. | De aspecten: 1. Voorbereiding van besluiten 2. Inhoud van besluiten 3. Inrichting van besluiten 4. Kennisgeving van besluiten |
Benoem de normen voor de voorbereiding van besluiten. | De normen: 1. Zorgvuldig feitenonderzoek (art. 3:2 Awb) 2. Behandelen van aanvragen (art. 4:1 - 4:6 Awb) 3. Horen (art. 4:7 e.v. Awb) 4. Beslistermijn (art. 4:13 Awb) |
Benoem de normen voor de inhoud van besluiten. | De normen: 1. Verbod van misbruik van bevoegdheid (art. 3:3 Awb) 2. Gelijkheidsbeginsel 3. Evenredigheidsbeginsel (art. 3:4 lid 2 Awb) 4. Vertrouwensbeginsel 5. Plicht tot belangenafweging (art. 3:4 lid 1 Awb) 6. Consistentiebeginsel 7. Deugdelijke motivering (art. 3:46 Awb) 8. Materiële rechtszekerheid |
Benoem de normen voor de inrichting van besluiten. | De normen: 1. Formele rechtszekerheid 2. Kenbare motivering (art. 3:47 Awb) 3. Vermelding van rechtsmiddelen (art. 3:45 Awb) |
Benoem de norm voor de kennisgeving van besluiten. | Bekendmaking en mededeling (art. 3:41 e.v. Awb). |
Definieer de plicht tot belangenafweging. | Zie nader: 1. Art. 3:4 lid 1 Awb 2. Alle belangen moeten afgewogen worden |
Definieer het evenredigheidsbeginsel. | Zie nader: 1. Art. 3:4 lid 2 Awb 2. Beginsel van minste pijn m.b.t. doel 3. Soms schadevergoeding |
Definieer het consistentiebeginsel. | Zie nader: 1. Geen willekeur van bestuur (consistent handelen) 2. Beleid is geen must, maar wel fijner |
Definieer het gelijkheidsbeginsel. | Zie nader: 1. Gelijke gevallen, gelijke behandeling 2. Toepassingsbereik: zelfde orgaan' 3. Ook gelijke kansen m.b.t. krijgen van schaarse vergunningen (Speelhal Vlaardingen) |
Definieer verbod van misbruik van bevoegdheid. | Een orgaan mag een bevoegdheid niet gebruiken voor een ander doel dan het doel waarvoor die bevoegdheid is verleend (art. 3:3 Awb). |
Definieer het beginsel van materiële rechtszekerheid. | Een burger die gedurende een ruime periode een bepaalde rechtspositie heeft opgebouwd, mag er in principe op vertrouwen dat deze rechtspositie kan worden voortgezet, dan wel dat hij bij gewijzigd beleid gecompenseerd wordt. |
Definieer het vertrouwensbeginsel. | Zie nader: 1. Wanneer een bestuursorgaan de verwachting wekt dat het een bepaalde beslissing zal nemen, moet de burger daarop kunnen afgaan en mag hij het orgaan daaraan houden 2. Zie Dakopbouw Amsterdam voor stappenplan |
Definieer het vereiste van een deugdelijke motivering. | Zie nader: 1. Art. 3:46 Awb 2. Motivering moet draagkrachtig zijn voor besluit 3. Art. 4:82 Awb |
Definieer het beginsel van formele rechtszekerheid. | Zie nader: 1. Wanneer een bestuursorgaan een besluit neemt, moet dat een zodanige inhoud hebben dat degenen voor wie het besluit is bedoeld kunnen weten waar ze aan toe zijn 2. Duidelijke inhoud |
Definieer het vereiste van kenbare motivering. | Zie nader: 1. Motivering moet kenbaar zijn (kenbaarheidsvereiste) 2. Demotivering moet worden vermeld en een gevolgd advies moet opgenomen zijn (art. 3:49 Awb) |
Definieer het vermelden van rechtsmiddelen. | Zie nader: 1. Wet is onbekend voor burger, dus rechtsmiddel moet in besluit staan 2. Alle info betreffende rechtsbescherming moet in besluit staan |
Benoem de twee manieren van kennisgeving. | Twee manieren: 1. Bekendmaking (art. 3:40 Awb) - Toezending/uitreiking bij een of meer belanghebbenden - Publicatie (andere besluiten) 2. Mededeling - Niet vereist voor inwerkingtreding besluit |