Buscar
Estás en modo de exploración. debe iniciar sesión para usar MEMORY

   Inicia sesión para empezar

Beco Financiële Zelfredzaamheid


🇳🇱
In Holandés
Creado:


Public


0 / 5  (0 calificaciones)



» To start learning, click login

1 / 25

[Front]


Schadeverzekering
[Back]


Een schadeverzekering stelt de verzekerde schadeloos bij het optreden van een verzekerd risico

Practique preguntas conocidas

Manténgase al día con sus preguntas pendientes

Completa 5 preguntas para habilitar la práctica

Exámenes

Examen: pon a prueba tus habilidades

Pon a prueba tus habilidades en el modo de examen

Aprenda nuevas preguntas

Popular en este curso

elección múltipleModo de elección múltiple

Modos dinámicos

InteligenteMezcla inteligente de todos los modos
PersonalizadoUtilice la configuración para ponderar los modos dinámicos

Modo manual [beta]

Seleccione sus propios tipos de preguntas y respuestas
Otros modos disponibles

Aprende con fichas
Escuchar y deletrearOrtografía: escribe lo que escuchas
Expresión oralResponde con voz
Expresión oral y comprensión auditivaPractica la pronunciación
EscrituraModo de solo escritura

Beco Financiële Zelfredzaamheid - Marcador

0 usuarios han completado este curso. ¡sé el primero!

Ningún usuario ha jugado este curso todavía, sé el primero


Beco Financiële Zelfredzaamheid - Detalles

Niveles:

Preguntas:

47 preguntas
🇳🇱🇳🇱
Schadeverzekering
Een schadeverzekering stelt de verzekerde schadeloos bij het optreden van een verzekerd risico
Zorgtoeslag
Is een tegemoetkoming van de overheid in de kosten van de zorgverzekering
Inboedelverzekering
Verzekert schade aan de inboedel door brand, water, inbraak of storm
Zorgverzekering
Is een verzekering voor ziektekosten en is een verplichte verzekering
Opstalverzekering
Verzekert de woning tegen schade door brand, storm, inbraak en waterschade
Aansprakelijkheidsverzekering
Is een verzekering die je beschermt tegen risico van aansprakelijkheid. Vergoedt zowel letselschade als zaakschade die door de verzekerde wordt veroorzaakt.
Levensverzekeringen
Een verzamelnaam voor alle verzekeringen die te maken hebben met leven, de dood en de uitvaart van een mens
Lijfrenteverzekering
Keert gedurende een bepaalde periode of levenslang telkens eenzelfde bedrag uit
Overlijdensrisicoverzekering
Verzekering voor het risico op overlijden (vaak verplicht bij het afsluiten van een hypotheeklening)
Uitvaartverzekering
Verzekering ter dekking van de kosten van een begrafenis
Consumptief krediet
Een consumptief krediet is een door de consument afgesloten lening voor consumptieve doeleinden zoals het kopen van een fiets of auto maar ook om te voorzien in het levensonderhoud
Kredietnemer
Hij/zij/they die geld leent.
Kredietgever
Hij/zij/they of de bank die geld uitleent
Kredietkosten
De kosten van een krediet of lening zoals interestkosten, administratiekosten, verzekeringskosten, etc
Persoonlijke lening
Is een lening aan een consument voor de aanschaf van een duurzaam consumptiegoed
Aflossingsbestanddeel
Dat deel van de annuïteit dat dient ter aflossing van de lening.
Rentebestanddeel
Dat deel van de annuïteit dat aan rente op de lening moet worden betaald.
Annuïteit
Is een periodiek gelijkblijvend bedrag bestaande uit een interestbestanddeel en een aflossingsbestanddeel
Doorlopend krediet
Is een kredietvorm waarbij met de kredietnemer wordt overeengekomen tot welk bedrag (de kredietlimiet) deze naar behoefte geld kan opnemen
Kredietlimiet
Het maximale bedrag dat je bij een doorlopend krediet kunt lenen (rood staan). Pas na het betalen van de laatste termijn word je eigenaar van het product.
Huurkoop
Huurkoop is een manier van kopen van een product door middel van gespreide betalingen ook wel termijnen genoemd
Koop op afbetaling
Koop op afbetaling is een manier van kopen van een product door middel van gespreide betalingen. Vanaf het begin ben je eigenaar van het product
Enkelvoudige interest
Bij enkelvoudig interest wordt de interest berekend over het oorspronkelijke kapitaal of de schuld in een bepaalde periode
Samengestelde interest
Bij samengestelde interest wordt de interest berekend over de hoofdsom plus bijgeschreven interest uit eerder perioden (rente over rente)
Huren
Het gebruiken van iets, bijvoorbeeld een woning, in ruil voor een vergoeding/betaling
Huurbescherming
Wettelijke bescherming van huurders. Alleen met toestemming van de rechter kan de verhuurder de huurovereenkomst opzeggen
Kopen
In ruil van geld iets in bezit krijgen
Makelaar
Iemand die bemiddelt of voor de verkopende partij of voor de kopende partij bij de koop of verkoop van onroerend goed.
Taxateur
Is een onafhankelijk persoon die de waarde van een pand bepaalt
Hypotheekadviseur
Iemand die adviezen geeft over de kosten, rentepercentage, aflossingsverplichtingen, looptijd, etc. van de verschillende hypotheekaanbieders
Notaris
Openbaar ambtenaar, benoemd door de Koning en bevoegd tot het opmaken van authentieke akten
Notariële akte
Schriftelijk bewijsstuk opgemaakt door een notaris
Hypothecaire lening
Een langlopende lening met een onroerend goed als onderpand.
Onroerend goed
Grond en alles wat zich daarop bevindt voor zover dat aard- of nagelvast is
Recht van hypotheek
Zakelijk recht op een onroerend goed gekoppeld aan een lening
Hypotheekgever
Geldlener of kredietnemer
Hypotheeknemer
Geldgever of kredietverschaffer
Gedekt krediet
Een krediet met een onderpand zoals een onroerend goed dan wel een persoon die borg staat dat de lening terugbetaald wordt.
Ongedekt krediet
Een lening zonder onderpand of borgstellen.
Hypotheekrenteaftrek
Is de rente op een hypothecaire lening die in mindering mag worden gebracht op het inkomen waarover inkomensheffing betaald wordt.
Bruto lasten
Zijn gelijk aan de aflossing plus de rente op een lening
Netto lasten
Zijn gelijk aan de bruto lasten minus het belastingvoordeel door de hypotheekrenteaftrek
Inkomensheffing
Is een directe belasting over het inkomen. De som van de verschuldigde inkomstenbelasting + premies volksverzekeringen
Belastbaar inkomen
Bruto jaarinkomen minus de aftrekposten
Heffingskorting
Bedrag dat in mindering mag worden gebracht op het heffingsbedrag zoals de arbeidskorting en de algemene heffingskorting.
Netto jaarinkomen
Bruto jaarinkomen minus de te betalen inkomensheffing.
Aftrekposten
Bepaalde posten/bedragen die op het inkomen in mindering mogen worden gebracht waardoor een belastingbetaler een lagere inkomensheffing heeft.