Wat is vanuit het evolutionaire perspectief gezien, de functie van onze visuele waarneming? | Om verschillen te detecteren. Het gaat om verschillen in kleur en/of intensiteit, de toonwaarde van het licht dat op het netvlies valt. Ook om textuur, grootte, figuur, oriëntatie, locatie en beweging. |
Welke kenmerken van onze visuele waarneming lijken je van groot belang voor onze overleving? | Ik denk oriëntatie, grootte, locatie en beweging. Anders weet je niet hoever iemand van je af staat, zie je beweging niet -> is gevaarlijk |
Wat is de functie van de kegeltjes en staafjes van ons netvlies? | Het netvlies bestaat uit lichtgevoelige staafjes en kegeltjes. Staafjes zien rood, groen of blauw licht. Ze zijn van belang voor de perceptie van kleur, figuur en detail. De staafjes worden functioneel als er weinig licht is. Ze zijn van belang voor de perceptie van toon, reliëf, oriëntatie en beweging. De kegeltjes en staafjes geven signalen door aan de zenuwcellen die erboven liggen. Deze monden uit in de optische zenuw. |
Wat is de 'blinde vlek'? | Op de plaats waar de optische zenuw het oog verlaat, zitten kegeltjes noch staafjes. Dat is de blinde vlek van het oog! Onze hersenen vullen de ontbrekende informatie aan. |
Wat is de gele vlek of fovea? | Het centrum van ons gezichtsveld wordt geprojecteerd op de fovea of gele vlek waar de dichtheid van de kegeltjes het hoogst is. |
Waarom maken onze ogen 3 a 4 keer per seconde een saccade (sprongetje)? | We maken saccaden om steeds een ander stukje van de omgeving in het centrum van ons gezichtsveld te brengen. Onze hersenen verwerken de zo verzamelde informatie tot de indruk van één, geheel, scherp beeld |
In onze twee ogen wordt nagenoeg hetzelfde beeld van de omgeving geprojecteerd. Je zou kunnen denken dat één oog dan ook wel volstaat. Toch is het maar goed dat we er twee hebben? Welke groot voordeel brengt dat met zich mee? | Doordat we met 2 ogen kijken, zien we diepte. Onze ogen staan een klein stukje uit elkaar, wat tot gevolg heeft dat de projecties in ons rechter in linker oog een klein beetje van elkaar verschillen. Onze hersenen maken er één beeld van én zetten het verschil om in diepte. Met 1 oog kan dat dus niet en zie je veel minder goed diepte |
Hoe verloopt de verwerking van visuele stimuli na de visuele cortex? | Dan wordt de visuele informatie getransporteerd naar de associatiegebieden van de hersenen voor de integratie van informatie. Er zijn twee informatiestromen:
- Wat-route (ventraal = buikwaarts) V1 > V2 > V4 > Temporale kwab: verwerking kleur en figuur -> herkenning van objecten en gezichten
- Waar-route (dorsaal = rugwaarts) V1 > V2 > V3 > V5/MT > pariëtaalkwab: verwerking ruimtelijke kenmerken (locatie, grootte, oriëntatie, beweging) > van belang voor actie |
Wat zijn in dit verband 'associatiegebieden'? | Gespecialiseerde gebieden in de hersenen voor een bepaalde categorie objecten. Bijvoorbeeld een gebied voor gezichten, een gebied voor geschreven woorden |
Iemand loopt na hersenletsel opeens tegen allerlei dingen (stoelen, tafels en deuren) aan. Waar verwacht je bij deze persoon hersenletsel? | In de waar-route, dus in de pariëtelekwab. Hij kan de locatie en oriëntatie niet meer goed inschatten. Problemen bij de werking van ruimtelijke kenmerken. |
Wat is object agnosie? Waar verwacht je hersenschade bij iemand die dat heeft? | Agnosie = dat je geen voorwerpen meer kan herkennen. Dan is er schade aan de ventrale route, oftewel de wat-route. Schade in de temporaalkwab |
Wat bedoelen we met een 'split brain' patiënt? | Het corpus callosum is doorgesneden. Het deel wat de twee hersenhelften verbindt is dan dus doorgesneden |
Is bij een 'split brain' patiënt het 'optisch chiasma' nog intact? | - Er zijn 3 plekken in de hersenen waarbij informatie van de ene helft naar de andere helft gebracht kan worden. Dat is het corpus callosum, de hersenstam en het optisch chiasma. Deze 3 staan los van elkaar, dus als het corpus callosum doorgesneden is, blijft het optisch chiasma intact.
- Bij mensen met een split brain is het optisch chiasma nog wel intact. Dit weten we omdat we weten dat als er bij iemand met een split brain een woord staat in het rechter visuele veld, dit verwerkt wordt in de linkerhersenhelft (waar ook taal ligt). Dit gaat goed. Maar een woord in het linker visuele veld, wordt wel gezien, maar kan niet verwerkt worden omdat dit woord via het optisch chiasma in de rechterhersenhelft terecht komt en daar ligt geen taalverwerkingscentrum. En omdat de hersenhelften niet met elkaar communiceren bij een split brain, kan wat er in het linker visuele veld gezien wordt, dus niet worden geïnterpreteerd. |
Stel: een 'split brain' patiënt kijkt naar het midden van een computerscherm. In zijn linker visuele veld wordt een stimuli aangeboden (bijvoorbeeld een foto van een kip). Kan deze persoon die stimulus benoemen? Waarom wel/niet? | Nee, omdat het in het linker visuele veld wordt laten zien, komt het in de rechter hersenhelft binnen. Hier zit niet het taalgebied. |
Stel: een 'split brain' patiënt kijkt naar het midden van een computerscherm. In zijn linker visuele veld wordt een stimuli aangeboden (bijvoorbeeld een foto van een kip). Kan deze persoon de stimulus natekenen met zijn linkerhand? Waarom wel/niet? | Ja, het linker visuele veld komt aan in de rechter hersenhelft. De rechter hersenhelft stuurt de linkerhand aan, dus dat kan. |
Stel: een 'split brain' patiënt kijkt naar het midden van een computerscherm. In zijn linker visuele veld wordt een stimuli aangeboden (bijvoorbeeld een foto van een kip). Kan deze persoon die stimulus natekenen met zijn rechterhand? Waarom wel/niet? | Nee dat kan niet, omdat de linker hersenhelft de rechterhand aanstuurt, maar daar komt de informatie niet binnen en daardoor kan de rechterhand niet worden aangestuurd. |
Stel: een 'split brain' patiënt kijkt naar het midden van een computerscherm. In zijn linker visuele veld wordt een stimuli aangeboden (bijvoorbeeld een foto van een kip). Wat gebeurt er als hij zijn hoofd beweegt en dus niet meer strak naar het midden kijkt? | Dan komt de visuele stimulus terecht waar hij zelf wilt. Doordat hij zijn hoofd mag bewegend, komt de informatie zowel in zijn linker hersenhelft als de rechter hersenhelft terecht. Daardoor kan hij het benoemen, met allebei de handen natekenen, etc. |
Gezichtsherkenning: hoe is vanuit evolutionaire psychologie te verklaren dat we daar zo goed in zijn? | - Dat komt omdat je jouw omgeving moet herkennen. Je moet je ouders/groep herkennen, anders overleefde je het vroeger niet. Je moet bij de kudde blijven, dus je moet hen wel herkennen.
- Ontdekt is dat voor de herkenning van een specifieke persoon een groepje neuronen in de hippocampus verantwoordelijk is dat de verwerking in de FFA verbindt met conceptuele representaties in ons lange termijngeheugen. |
Is ons vermogen tot gezichtsherkenning een adaptatie? | Ja, wellicht dat dieren daar vroeger nog niet zo goed in waren, maar de dieren die hier net iets meer van hadden, overleefden omdat zij bij hun ouders/kudde konden blijven. Daardoor is het hersengebied in de hersenen ontwikkeld en dus is het een adaptatie.
Adaptatie heeft 4 kenmerken:
- Adaptatie duidelijke functie = ja
- Automatisch = ja
- Bestaat uit verschillende onderdelen = ja
- Complex van aard = ja |
Wat bedoelt men met 'bottom up' en 'top down' verwerking? | - Bottom up = van buiten naar binnen -> vanuit stimulus/prikkels kijken hoe dat reageert in de hersenen. Van lagerordegebieden naar hogerordegebieden
- Top down = van binnen naar buiten -> vanuit onze voorkennis redeneren. Van hogerordegebieden naar lagerordegebieden. Top downinvloeden zijn op perceptie van verwachtingen en aandacht. Bij top down verwerking gaat het brein uit van eerdere ervaringen en een eigen referentiekader. Hierbij wordt dus een voorspelling gedaan. |
Kun je een paar voorbeelden uit je eigen leven geven? | Bottom up gebeurd de hele dag. Je voelt/ziet alles en dat heeft verwerking op de hersenen. Top down is dat je bijvoorbeeld weet dat een gezicht niet hol staat door voorkennis. |
Zit 'top down' verwerking op een vaste plek in de hersenen? | Het zit in de cortex maar waar? Het is dus erg moeilijk. Eigenlijk dat niet eens want geheugen zit in het limbisch systeem dus waar ga je zoeken, waar ga je beginnen? Dus nee. |
Zit 'bottom up' verwerking op een vaste plek in de hersenen? | Je hebt een vast beginpunt, namelijk het zintuig. Dus als ik wil weten hoe visuele stimulus werken, begin ik bij het oog. Processen zijn heel complex maar iets makkelijker dan top-down, want er is een beginpunt |
Wat bedoelt men in dit verband 'hogerordegebieden' en 'lagerordegebieden' | - Lagerordegebieden zijn V1 en V2, hogerordegebieden zijn V3, V4 en V5.
- Hoe hoger de ordegebieden in de verwerking van visuele stimuli, hoe meer gedetailleerd en beter de stimuli worden geïnterpreteerd en begrepen. De V1 herkent bijvoorbeeld alleen strepen. De V4 kleur. De OFA delen van het gezicht en de FFA het gezicht zelf. Lagere ordegebieden vangen de prikkels op die in de zintuigen terecht komen. |
Wat is perceptuele inferentie en wat heeft dat met 'bottom up' en 'top down' verwerking te maken? | Perceptuele inferentie is dat wat we zien het resultaat is van verwachting, op grond van onze voorkennis en ervaringen. Top down heeft te maken met verwachtingen en voorkennis, wat daardoor dus te maken heeft met perceptuele inferentie. |
Leg uit wat de 'predictive coding' theorie is? Welk(e) element(en) daarin zie je als 'bottom' up proces en welke als 'top down'? | - Hersengebieden die hoger liggen in de visuele hiërarchie sturen voorspellingen over de verwachte input naar lager gelegen gebieden in de hiërarchie. In die lage gebieden wordt de voorspelling vergeleken met de bottom up informatie. Het verschil daartussen is de voorspellingsfout. Deze wordt weer naar boven gestuurd waar de voorspelling wordt aangepast met de nieuwe informatie = predictive coding theorie.
- Voordelen predictive coding: efficiënt, onverwachte input snel detecteren, leren van ervaringen: bestaande kennis wordt met iedere voorspellingsfout een beetje bijgesteld om een volgende keer beter overeen te stemmen met de werkelijkheid. |
Wat is het verschil tussen verwachtingen en aandacht? | - Dat wat je verwacht, daar richt je je aandacht op.
- Verwachting = wat we zien is het resultaat van verwachting, op grond van eerdere ervaringen en opgedane kennis, over wat waarschijnlijk is. Dit wordt perceptuele inferentie genoemd.
- Omdat de capaciteit van onze aandacht beperkt is, moeten we selectief zijn. Onze aandacht kan onvrijwillig getrokken worden maar ook vrijwillig gericht worden. |
Wat is het verschil tussen onvrijwillig getrokken aandacht en vrijwillig gerichte aandacht? | Onvrijwillig is dat je er niet van bewust bent. Door kleur, bewegingen, geluid wordt je aandacht er naartoe getrokken. Onvrijwillige getrokken aandacht voor plotselinge bottom-up veranderingen (die zorgen voor voorspellingsfouten) kan een zaak van leven of dood zijn.
- Vrijwillig gerichte aandacht, wil je je focussen op iets of ergens je aandacht aan geven? |
Aandacht is een lastig te vangen begrip. Wat wel duidelijk is, is dat er in de hersenen op neuronaal niveau veranderingen optreden die met aandacht te maken hebben. Welke zijn dat? | 1. Toename aan baseline activiteit: Al vóór de stimulus er is: de verwachting van een specifieke stimulus genereert een vergelijkbaar patroon aan activatie als het patroon dat wordt gevonden wanneer de stimulus wordt waargenomen!
2. Response enhancement: verhoogde activiteit in neuronen betrokken bij de verwerking van stimuli waarop de aandacht is gericht
3. Filtering van irrelevantie informatie: Verlaagde activiteit in neuronen betrokken bij de verwerking van concurrerende stimuli |
Hoe kun je verklaren dat proefpersonen de gorilla in de basketbalvideos niet zagen? | Je focust je op de bal, waardoor voorafgaand dat ze gaan gooien, je al heel erg bezig bent met de mensen in het wit. Tijdens het filmpje focus je heel erg op de bal zelf. De andere stimulus, de gorilla, zie je niet en daar zijn dus veel minder neuronen actief. |
Wat is het verschil tussen object agnosia en neglect? | - Neglect = afwijking in de verdeling van aandacht. Er is verminderde aandacht in één kant van een visueel veld
- Neglect is een afwijking in de verdeling van aandacht. Normaal gesproken is de aandacht voor het linker en rechter visuele veld in balans. De hersenhelften hebben een remmende werking op elkaar. Bij een beschadiging in de rechter pariëtale schors wordt de intacte hersenhelft niet langer afgeremd waardoor de balans tussen aandacht voor het linker en rechter visuele veld verstoord raakt. Dit resulteert in verminderde aandacht voor het linker visuele veld.
- Object agnosia = niet meer herkennen van objecten
- Verschil is dat iemand met object agnosia helemaal geen objecten meer herkent. Iemand met neglect herkent nog wel objecten, maar niet in allebei de visuele gezichtsvelden. Als diegene echter zijn hoofd beweegt zodat het in de andere visuele gezichtsveld valt, ziet en herkent diegene wel het object. |
Waarom denk je dat de meeste mensen er vanuit gaan dat ze aandacht genoeg hebben en dus goed kunne multi-tasken? | - We zijn ons er niet van bewust wat we allemaal niet zien, ook niet bewust of we het langzamer doen
- Je doet nooit experiment om het achter elkaar te doen en de andere tegelijkertijd. Mensen onderzoeken dit niet bij zichzelf. Terwijl blijkt dat het wel invloed heeft op snelheid en aandacht, etc. |