Noem voorbeelden die erop wijzen dat er zich meerdere processen in de hersenen afspelen en dat we ons lang niet van al deze processen bewust zijn. | Als je tegen iemand uit gaat leggen hoe je een appel eet, dan ga je beginnen met hoe je moet schillen, naar je mond brengen, etc. Maar de processen waarvan we ons niet bewust zijn, is bijvoorbeeld dat de hersenen al weten hoe de appel eruit ziet, wat je mond is, dat je vingers gaan bewegen, etc. Daarnaast maakt je hersenen automatische verbindingen. Als wij al 2 stipjes en een streepje zien, dan vinden we het een gezichtje. Dat gaat allemaal onbewust. |
Noem een voorbeeld waarin je gedrag het gevolg was van tegenstrijdige motivaties. Welke motivatie gaf de doorslag en waarom? | Voorbeeld uit de les was knikker verkopen voor 40 euro. Dat lukte doordat er overeenkomsten gezocht werden, er was schaarste, geen tijd om na te denken, iemand een keus laten maken |
Geef een voorbeeld van verschillende opvattingen over gedrag op persoonlijk niveau. | De een zou zeggen dat die het stom vindt dat mensen terugvallen hebben bij verslavingen. Ze vinden het dom en vinden dat die mensen geen doorzettingsvermogen hebben. De ander zou zeggen dat ze het begrijpen omdat het biologisch bepaald is. Diegene heeft dit in zich zitten en zal daar op terug moeten blijven vallen. |
Geef een voorbeeld van verschillende opvattingen over gedrag op professioneel niveau. | De een zou zeggen dat als iemand slecht is in communicatie en samenwerking, dat hij dat nooit echt goed zou gaan kunnen en leuk vinden. Die zou dus zeggen dat de medewerkers individueel werk moeten blijven doen of daar altijd op terug komt. De ander zou zeggen dat ook in een teamverband aan te leren valt en je iedereen daar de tijd voor moet gunnen |
Geef een voorbeeld van verschillende opvattingen over gedrag op maatschappelijk niveau. | Onderwijs. De een zal zeggen dat iemand nooit goed zal worden in rekenen omdat dat biologisch bepaald is. De ander zou zeggen dat dat te leren valt, in een goede omgeving met de juiste training. De een zegt dus dat het niet nodig is om lessen in rekenen te gaan volgen, de ander zegt dat juist extra les nodig is. |
Wat zijn de uitgangspunten van de biologische psychologie? | - Focus op genetische, hormonale en neuro-chemische oorzaken van gedrag
- De mens is beschreven/geprogrammeerd. Gedragsmogelijkheden liggen vast in het DNA
- Gedrag en gedachten: emoties en motieven hangen altijd samen met biologische processen in het lichaam
- De hersenen zijn het belangrijkste orgaan bij het sturen van gedrag, gedachten, emoties, enz. zonder hersenen is gedrag dus niet mogelijk
- Mensen zijn het product van een langdurige evolutionaire geschiedenis |
In de lespresentatie staat: 'Deze bepaalt of beïnvloedt - daarover lopen de opvattingen binnen deze stroming uiteen - de gedragsmogelijkheden van de mens.' Leg uit wat het verschil is tussen bepalen en beïnvloeden. Hoe zou je dit kunnen onderzoeken? | Verschil in mate van invloed van het DNA
- Bepaalt = het ligt vast
- Beïnvloed = ruimte om zelf nog keuzes te maken
Intelligentie bepaalt door genen. Beïnvloed door omgeving
- Onderzoeken: voorbeeld van eeneiige tweelingen die bij geboorte uit elkaar zijn gehaald. Hoe meer ze op elkaar lijken, hoe meer het biologische vastligt. 60% van intelligentie ligt vast. 40% hangt af van cultuur, omgeving, etc. |
Wat zijn de uitgangspunten van de evolutionaire psychologie? | - Hersenen zijn, net als andere onderdelen van het lichaam, de uitkomst van een evolutionair proces
- Daaruit volgt dat, al is iedereen uniek, ieders geest ook kenmerken heeft die terug te vinden zijn bij alle andere mensen. Deze worden door middel van natuurlijke selectie doorgegeven van generatie op generatie omdat ze helpen bij overleving dan wel voortplanting
- Deze universele kenmerken van de menselijke geest, psychologische adaptaties (= aanpassingen) genoemd, zorgen ervoor dat onze gedragsmogelijkheden (die in theorie oneindig zijn) gereduceerd worden tot een beperkt aantal acties
- Psychologische adaptaties zijn complex, bestaan uit verschillende onderdelen, zijn functioneel gespecialiseerd en bovendien talrijk, snel automatisch en bewust
- Massive modularity problems - the mind as a Swiss Army knife |
Wat is het verschil tussen natuurlijke en seksuele selectie? | - Natuurlijke selectie = de genen die ervoor zorgen dat dieren bijvoorbeeld snel kunnen rennen, beter bestand zijn tegen parasieten, goed aan kunnen passen aan klimaat, etc -> survival of the fittest
- Seksuele selectie = bepaalde kenmerken, hoe onhandig ook, doen het goed bij het andere geslacht en worden zo doorgegeven |
In het boek staat (op blz. 75): 'Seksuele selectie leidt dus tot andere eigenschappen dan natuurlijke selectie.' Geef een paar voorbeelden | - Seksuele selectie: mannelijke dieren: groot, sterk, agressief. Vrouwelijke dieren: mooie kleuren, sierlijk
- Natuurlijke selectie: beter rennen, goed tegen klimaat, etc. |
Wat is een adaptatie? | Kenmerken die bijdragen aan overleving en reproductie worden adaptaties genoemd. Dus dieren beschikken over meer hulpbronnen (voldoende zuurstof, voedsel, warmte, etc.) zullen meer gezonde nakomelingen produceren. Die nakomelingen zijn weer beter aangepast aan hun omgeving.
Ook wel -> Aanpassingen
- Ze zijn complex van aard
- Bestaan uit verschillende onderdelen
- Werken automatisch en hebben een duidelijke functie
- Oog door de jaren heen |
Wat is een psychologische adaptatie? | De universele kenmerken van de menselijke geest. Deze kenmerken zijn hetzelfde bij elk persoon op de wereld. |
Wat betekent het wordt 'fit' in survival of the fittest? | Passend |
Wat is 'seksueel dimorfisme' en wat is de verklaring ervoor? | Seksuele selectie heeft meer invloed op het uiterlijk en gedrag van mannetjes dan op dat van vrouwtjes. Dit verschil wordt seksueel dimorfisme genoemd. Het houdt verband met de hoeveelheid tijd en energie die man/vrouw in het nageslacht stoppen |
Welke vier vragen stelt men in de ethologie bij het onderzoek naar de adaptieve waarde van het gedrag van dieren? Pas ze toe op een zelfgekozen voorbeeld. | 1. Wat is de directe oorzaak van gedrag?/De bewegingen van de moeder eend roept het gedrag op.
2. Hoe ontwikkelt gedrag zich?/Na een aantal maanden neemt het gedrag af
3. Wat is de functie voor overleving?/Het gedrag zorgt ervoor dat ze dicht bij de moeder blijven, waardoor ze grotere overlevingskansen hebben
4. Wat is de evolutionaire geschiedenis van het gedrag?/Hetzelfde gedrag is terug te zien bij andere vogelsoorten die een gemeenschappelijke voorouder met de eend hebben. |
Wat betekent 'inclusive fitness'? | Het is de som van het reproductieve succes van een individu en de effecten van het gedrag van dit individu op het reproductieve succes van het genetische verwanten. Het loont dus om te investeren in familieleden. Iemand die zelf geen kinderen heeft, maar wel de vijf kinderen van zijn broer en zussen helpt, heeft dus een grotere inclusive fitness dan iemand die zelf twee kinderen heeft en de kinderen van zijn broers en zussen niet helpt.
het gaat niet alleen om het individu maar ook om genetische verwantschap. |
In het boek noemt men 'cumulatieve cultuur' en 'shared intentionality' als kenmerkend voor mensen. Mee eens? Zie je nog verschillen tussen mens en dier? | Typisch voor mensen:
- Cumulatieve cultuur: we nemen niet alleen dingen van elkaar over maar brengen ook verbetering aan
- Shared intentionality: samen iets doen en bereiken
- Dit hebben apen bijvoorbeeld niet. Ook taal hebben apen niet zoals mensen bijvoorbeeld. |
Welke kritiekpunten op de evolutionaire psychologie worden in het boek genoemd? | - Star, alsof alles om aangeboren instincten gaat
- Evolutionaire psychologische hypothesen zijn niet te toetsen, het zijn verklaringen achteraf
- Naturalistic fallacy: het idee dat wat men weet in de praktijk aantreft, ook juist vindt.
- Te veel nadruk op genen. Nog te weinig kennis van epi-genetica: het tot expressie komen van genen in samenspel met de omgeving = niet de genen zelf veranderen, maar er wordt iets bovenop (epi) de genen geplaatst waardoor het effect van de genen verandert. |
Wat wordt bedoelt met witte stof en grijze stof? | - De grijze stof is de informatieverwerking (beschermlaag, buitenkant)
- De witte stof is de informatieoverdracht (de binnenkant) |
Wat doet de grijze stof en wat doet de witte stof? | - De grijze stof is de informatieverwerking (beschermlaag, buitenkant)
- De witte stof is de informatieoverdracht (de binnenkant) |
Welke twee typen hersencellen worden onderscheiden? | - Neuronen
- Gliacellen |
Welke functies hebben deze twee typen hersencellen zoal? | Neuronen:
- Overdracht zintuigelijk -> neuronen kunnen pijn voelen, licht zien, etc. voor de hersenen maakt dat niks uit, het wordt op dezelfde manier doorgegeven en verwerkt.
- Motorisch -> hersenen geven signalen om een spier te bewegen. Neuronen geven dat dus door.
- Interneurale -> koppelen aan andere neuronen
Gliacellen: steuncellen, structuur/stevigheid, aanvoer voedingsstoffen, opruimen afval, isolatie axonen (myeline), wegwijzen, vorming bloedhersenbarrière, bufferfunctie |