Buscar
🇪🇸
MEM
O
RY
.COM
4.37.48
Invitado
Iniciar sesión
Página de inicio
0
0
0
0
0
Crear curso
Cursos
Último juego
Panel
Notificaciones
Clases
Carpetas
Exámenes
Exámenes personalizados
Ayuda
Marcador
Tienda
Premios
Amigos
Asignaturas
Modo oscuro
Identificador de usuario: 999999
Versión: 4.37.48
www.memory.es
Estás en modo de exploración. debe iniciar sesión para usar
MEM
O
RY
Inicia sesión para empezar
Index
»
Dutch 1000 words of level A2
»
Verbs
»
Level 27
level: Level 27
Questions and Answers List
level questions: Level 27
Question
Answer
the broccoli
de broccoli
the pea soup
de erwtensoep
the apple
de appel
the banana
de banaan
the pear
de peer
the grape
de druif
the kiwi
de kiwi
the lemon
de citroen
the lime
de limoen
the orange
de sinaasappel
the strawberry
de aardbei
the pineapple
de ananas
the greengrocer
de groenteman
the kilo
de kilo
the gram
de gram
the color
de kleur
white
wit
yellow
geel
brown
bruin
blue
blauw
Black
zwart
red
rood
orange
oranje
grey
grijs
violet
paars
pink
roze
green
groen
crooked
krom
straight
recht
more
meer
less
minder
round
rond
square
vierkant
approx
ongeveer
percies
percies
healthy
gezond
unhealthy
ongezond
variously
verschillend
particularly
vooral
the way
de manier
the worktable
de werktafel
actually
eigenlijk
tastier
lekkerder
the advice
het advies
the lemonade
de citroenlimonade
the ice cubes
de ijsblokjes
Sparkling
bruisend
through
door
with it, there
erbij
all, completely
helemaal
terrifying
afschuwelijk
terrible
vreselijk
Nasty
smerig
the dessert
het toetje
the authorizing
machtiging
sufficient
voldoend
the request
aanvraag
weekly
wekelijks
daily
dagelijks
monthly
maandelijks
yearly
jaarlijks
I agree
ik ga akkoord
the general condition
de algemene voorwaarden
the drink
het drankje
the coffee
de koffie
the tea
de thee
the milk
de melk
the beer
het bier
the wine
de wijn
the cola
de cola
apple juice
de appelsap
the orange juice
de sinaasappelsap
the sandwich
de boterham
the chocolate sprinkles
de hagelslag
the jam
de jam
the cheese
de kaas
the fries
de patat
the rice
de rijst
the cookie
het koekje
the candy
het snoep
the chocolate
de chocolade
the sugar
de suiker
the breakfast
het ontbijt
lunch
de lunch
the soup
de soep
the fish
de vis
the chicken
de kip
the spaghetti
de spaghetti
the macaroni
de macaroni
the pizza
de pizza
the ice
het ijs
the cake
de taart
the milk component
het melkbestanddeel
allergic
allergisch
among which
waaronder
the complaint
de klacht
immediately
onmiddelijk
the consumer
de consument
the point of sale
het verkooppunt
the weather
het weer
the suit
het pak
the shirt
het overhemd
the jacket
het jasje
the trousers
de broek
the dress
de jurk
the skirt
de rok
the clothes
de kleren
the clothing
de kleding
the left hand
de linkerhand
the right hand
de rechterhand
the sweater
de trui
the vest
het vest
the blouse
de blouse
the t-shirt
het T-shirt
the underwear
het ondergoed
the bra
de beha
the shirt
het hemd
the sock
de sok
the stocking
de kous
a pair of socks
een paar sokken
the slipper
de pantoffel
the shoe
de schoen
the groceries
de boodschappen
the supermarket
de supermarkt
the shop
de winkel
the shopping centre
het winkelcentrum
the shopkeeper
de winkelier
the opening time
de openingstijd
the cash register
de kassa
the article
het artikel
the price
de prijs
the VAT
de btw
the receipt
de kassabon
the bag
de tas
the plastic bag
de plastic tas
the shopping cart
de winkelwagen
the first needs for life
de levensmiddelen
the offer
de aanbieding
the baker
de bakker
the bread
het brood
the butcher
de slager
the meat
het vlees
the pharmacy
de apotheek
the washing powder
de waspoeder
the washing-up liquid
het afwasmiddel
the toilet paper
het WC-papier
the toothpaste
de tandpasta
the soap
de zeep
the shampoo
de shampoo
the butter
de boter
the oil
de olie
the vinegar
de azijn
the soft drinks
de frisdrank
the alcohol
de alcohol
the cigarette
de sigaret
the package
het pakje
the can
het blik
the pot
de pot
the tube
de tube
open
open
close
dicht
closed
gesloten
busy
druk
in cash
contant
expensive
duur
cheap
goedkoop
the basket
het mandje
minced meat
gehakt
the regret
de spijt
the trolley
het karretje
conveyor belt (running band)
de lopende band
the toothbrush
de tandenborstel
the cashier (girl)
de kassajuffrouw
the cashier
de cassiere
the row
de rij
take away
meenemen
safe
veilig
contactless
contactloos
the payment card
de betaalkaart
Job done
klaar is kees
together
bij elkaar
sliced
gesneden
the paper bag
de papieren zak
the cheesefarmer
de kaasboer
the milkman
de melkboer
the cauliflower
de bloemkool
the vegetable
de groente
the fruit
het fruit
on the way
onderweg
the potato
de aardappel
the tomato
de tomaat
the lettuce
de sla
the cucumber
de komkommer
the carrot
de wortel
the spinach
de spinazie
the chicory
de witlof
the endive
de andijvie
the sprouts
de spruitjes
the paprika
de paprika
the onion
de ui