Wat zijn de fasen van wondgenezing? | - Homeostase
- Ontstekingsfase
- Proliferatiefase
- Remodelleringsfase
- Deze fases enkel bij reparatie van het weefsel niet bij regeneratie |
Wat betekent homeostase? | - Duurt maar een paar minuten, bloed erg om het vuil uit de wond te krijgen
- Vasoconstrictie
- Aanmaken trombocytenprop
- Bloedstolling -> korstvorming
Bloedplaatjes in stolsel van groot belang, deze bevinden zich in de bloedproppen
Groeifactoren zoals (proteïnen):
- PDGF (plateled-derived growth factor)
- IGF-1 (insulinlike growth factor-1)
- EGF (epidermal growth factor)
- TGF-B (transforming growth factor-bèta)
Deze groeifactoren trekken deelcellen, macrofagen en fibroblasten |
Wat betekent de onstekinsfase? | - Vasodilatatie van belang
Vroege fase 24-48 uur
- Grote rol voor afweersysteem
- Debridement; opruimen door met name neutrofielen en fagocytose door macrofagen (doden van bacteriën)
Latere fase 48-72 uur
- Macrofagen in de hoofdrol
- Nog meer cytokinen en groeifactoren
- Nog meer fibroblasten, keratinocyten, endotheelcellen |
Wat betekent proliferatiefase? | Start na 2/3 dagen tot ongeveer 1 maand
3 belangrijke processen:
- Angiogenese -> aanleggen adequate bloedvoorziening
- Re-epithelialisatie -> vormen nieuwe epidermis
- Fibroplasie -> aanleggen van bindweefsel |
Wat betekent angiogenese (onderdeel proliferatiefase)? | - Angiogenese -> aanleggen adequate bloedvoorziening
- Neovascularisatie
- Meer toevoer zuurstof en voedingsstoffen
- Ligt aan de grote van de wond, maar vaak zie je dat de nieuwe bloedvoorziening vanuit de wondranden ontstaat
- Bij grotere wonden kunnen er ook nieuwe bloedvaten in de wond zelf gevormd worden en deze gaan onderling ook aan elkaar vastgroeien
- Bij angiogenese zie je ook groeifactoren die ervoor zorgen dat deze bloedvaatjes gevormd worden |
Wat betekent fibroplasie (onderdeel proliferatiefase)? | Aanmaak nieuw bindweefsel
Fibroblasten moeten de wond opvullen
- Fibroblasten worden aangetrokken door PDGF en TGF-B, door groeifactoren en trekkrachten (van omliggende weefsels) omvorming tot myofibroblasten (spier, met als doel de wondranden naar elkaar toe trekken)
- Aanmaak van extracellulaire matrix (fibroblast maakt zelf deze materialen om zo de wond op te vullen)
- Vochtbalans: synthese van proteoglycanen (CS)
- Produceren nieuwe (tijdelijke) matrix: synthese van fibronectine
- Crosstalk met andere celtypen: keratinocyten, endotheelcellen
- Produceren nieuwe matrix: collageen 3 (normale gezonde huid bestaat uit collageen type 1)
- Vorming granulatieweefsel (korrelig weefsels, samenvoeging van alle opvullingmaterialen, nodig voor de re-epithelialisatiefase) |
Wat betekent re-epithelialisatie (onderdeel proliferatiefase)? | Kan pas nadat er granulatieweefsel is ontstaan
- Re-epithelialisatie -> vormen nieuwe epidermis (ontstaat vanuit keratinocyten)
- Keratinocyten vanuit wondranden migreren naar granulatieweefsel (alleen ze kunnen zich nog niet delen en moeten daardoor een voor een naar hun plekje in het granulatieweefsel, hierdoor moeten ze zichzelf over andere keratinocyten plaatsen die al in het granulatieweefsel geplaatst zijn (haasje over idee))
- Groeifactoren:
- - TGF-B (transforming growth factor-bèta)
- - KGF (keratinocyten groeifactor)
- - EGF (epidermale groeifactor)
Als alle keratinocyten geplaatst zijn dan zie je een eencellige laag ontstaan tussen het granulatieweefsel en het fibrinekorstje. Vanaf dit moment kunnen keratinocyten zich gaan delen, waardoor er een nieuwe epidermis gevormd kan worden. |
Wat betekent remodelleringsfase? | - Tot een jaar of langer duren
- Remodelleren en verder aanmaken van de matrixmaterialen
- Collageen type 3 naar type 1:
- - enzym collagenese
- - cross-linking
- Verandering samenstelling
- - water en GAGS minder
- - elastineweefsel meer
- - fibroblasten en myofibroblasten minder door apoptose |
Welke type littekens zijn er? | - Normaal litteken
- Atrofisch litteken
- Sclerotisch litteken
- Hypertrofisch litteken (brandwonden)
- Keloïd |
Wat is een normaal litteken? | Na uitrijping meer extracellulaire matrix welke:
- Stugger/harder is
- ‘Minder’ bloedvaten, cellen, elastine, vocht
- Niet verdikt of gezonken
- Kleur licht/wit
- Niet vergroot/verbreed |
Wat is het verschil tussen een rijp en een onrijp litteken? | Onrijp litteken:
- Rood
- Soms jeukend of pijnlijk
- Licht verheven litteken tijdens het remodelleringsproces
- Kan lijken op een hypertrofisch litteken
- Mag geen littekenmassage
Rijp litteken:
- Een wond is na twee tot drie weken genezen waarna de rijpingsfase van het litteken begint |
Wat is een atrofisch litteken? | - Randen dermis wijken uiteen, continuïteit epidermis blijft behouden
- Verlies volume dermis of subcutis
- Na acne, waterpokken (virus, schimmel, infectie)
- Massa neemt af, cellen kleiner én minder
- Dun, zacht, soepel, rekbaar en fijn rimpelig |
Wat is een sclerotisch litteken? | - Verharding/verbindweefseling van het litteken
- Huid is verdikt en niet/moeilijk plooibaar
- Bijvoorbeeld na langer bestaan ulcus |
Wat is een hypertrofisch litteken en wat zijn risicofactoren voor een hypertrofisch litteken? | Overmatige vorming van bindweefsel door fibroblasten tijdens inflammatieproces
Risicofactoren:
- Mechanische krachten (sternum huid staat strak waardoor er veel kracht en druk op staat, beweging armen geeft trekkracht)
- Infectie (door foute processen door infectie kan de wondgenezing anders gaan)
- Type helen; soort wond, diepte, snelheid genezen (brandwonden geven vaak hypertrofie)
- Genetische aanleg
- Huidskleur (hoe donkerder hoe meer kans, maar kan bij elk huidtype voorkomen)
- Leeftijd -> grote kans 4 tot 40 jaar |
Wat is het verschil tussen een hypertrofisch litteken en een normaal litteken? | - Destructie dermis, regeneratie in 6-24 maanden afhankelijk van ernst
Niet hypertrofische littekens:
- Uitrijping chirurgisch litteken: 6-12 maanden
- Fibroblastenpiek op 3 maanden
Uitrijping brandwond/hypertrofisch litteken:
- Uitrijping in 18-24 maanden
- Verlengde fibroblastenfase met piek op 6 maanden
- Re-epithelialisatie na 3 weken
Normale wondgenezing transformeren fibroblasten tot myofibroblasten gevolgd door apoptose, in geval hypertrofie treedt apoptose pas veel later op. |
Wat is kenmerkend van een hypertrofisch litteken? | - Temperatuur verhoogd
- Rode tot paarse kleur
- Verhevenheid, hobbelig, verdikt
- Stugheid
- Jeuk, pijn, gevoelig
- Mechanische spanning
- Samentrekken en/of contractuur |
Wat is een keloïd? | - Abnormale toename van littekenweefsel in de huid. Abnormaal verdikt, rood of donker litteken dat groter is dan de oorspronkelijke wond
- Verdwijnt nooit uit zichzelf
- Hoeft niet altijd ten gevolge zijn van een trauma, kan spontaan ontstaan |
Wat is een verkleefd litteken? | - Te veel aanmaak fibreus weefsel (collageen) door bijvoorbeeld mechanische krachten
- In de aanmaak geen onderscheid tussen stratum papillare, stratum reticulare, subcutis en/of lichaamsfascie
- Structuren raken willekeurig verkleefd door afzetting collageen fibrillen in collageen netwerk (collageen hoopt op)
(dit zorgt voor adhesie waardoor cellen aan elkaar gaan plakken)
- Herkenning: voelt strak, bij beweging trekt een litteken naar binnen
- Hypertrofisch littekens altijd verkleefd, verkleefd litteken is niet altijd hypertrofisch
- Bij hypertrofie kleven de huidlagen aan elkaar vast, zeker bij brandwonden, bij een ‘normaal’ verkleefd litteken ziet het er van de buitenkant normaal uit, bij dit litteken zit ook aan lichaamsfascie vast. Je gaat dus uit van de klachten van de patiënt |
Wat is verkleving bij hypertrofie? | - Verkleving van huidlagen ten opzichte van elkaar, door te veel aan collageen is alleen bij hypertrofisch verkleefde littekens
- Normaal verkleefde littekens kunnen ook aan lichaamsfascie vastzitten of subcutis
- Nog geen hypertrofie maar wel verkleving -> trekkrachten kunnen hypertrofie uitlokken (verkleefd litteken trekt naar binnen en mensen voelen dit ook, je kunt het litteken ook niet oppakken)
- Doel hypertrofie: instellen apoptose en remmen fibroblasten, langzame grepen
- Doel verkleving: verkleving voorkomen/verminderen door opheffen adhesie van fibrillen, hardhandigere grepen en meer doorbloeding nodig. |
Hoe werkt een hypertrofisch litteken op celniveau? | Pathologie:
- Verhoogde aanmaak granulatieweefsel door mechanische krachten
- Tijdens inflammatieproces worden excessief veel fibroblasten gevormd welke worden omgezet in myofibroblasten
- Retractie van de dermis
Veel inflammatie = toevoer zuurstof en voedingsstoffen -> apoptose komt niet op gang:
- > Alpha-smooth muscle actin en TGF-bèta verbeteren fibroblastenactiviteit
- > Toename myofibroblasten
- > Toename zuurstofbehoefte en angioneogenese
- > Apoptose komt niet op gang |
Wat is de hypothese van de werking van littekenmassage? | Doormiddel van mechanische druk van minimaal 6 seconde -> hypoxie (zuurstoftekort in weefsel)
- Activiteit alpha-smooth muscle actine en TGF-bèta reductie
Mechanotransductie (reactie van omgeving op krachten)
- Toename fibroblasten, snelle wondgenezing door gestructureerde collageen aanmaak
- Cyclische mechanische krachten dwars op littekenweefsel zorgt voor richten, hierdoor doorbreek je de vicieuze cirkel
Doel is hypertrofie remmen door:
- Hypoxie bewerkstelligen zodat angiogenese en fibroblastenactiviteit geremd worden
- Mechanotransductie tegenwerken
- Litteken soepeler/mobiliteit optimaliseren |
Wanneer maak je gebruik van hypertrofische littekenmassage? | Indicatie massage:
- Tijdens de eerste weken of maanden na wondgenezing bij toenemende roodheid/verdikking
- Vaak jeuk aan het litteken
Wanneer?
- Epitheel over litteken is intact
- Gewoonlijk na 2/3 weken
- Tijdens proliferatiefase
- Afhankelijk van vitropressietest, >2sec, meer dan
- Gedurende eerste 6 maanden na verwonding |
Wat is een vitropressietest? | - Vascularisatie: vitropressietest (essentieel: zonder de capillaire refill te testen weet je niet welke grepen je kunt gaan uitvoeren)
- Wanneer het bloed na de vitropressietest binnen een seconde terug is in het litteken geeft dit aan dat het nog zo actief is dat je niet kunt masseren. Je gaat dan juist averechts werken en de doorbloeding stimuleren, dat wil je natuurlijk niet. In zo’n situatie is drukkleding en siliconentherapie de enige optie |
Welke huidtherapeutische behandelopties zijn er voor hypertrofische littekens? | - Littekenmassage
- Siliconentherapie (gel vaak in gelaat en pleisters op andere lichaamsdelen)
- Drukkleding
- Microneedling (kan ook op actieve hypertrofische littekens)
- Camouflagetherapie
- Licht/laser therapie |
Welke massagegrepen gebruik je bij hypertrofische littekens? | Vitropressietest >2 seconden: (deze kun je altijd blijven uitvoeren ook als de vitropressietest >3 seconde is)
- Huidverschuiving (jaudion glissements)
- Huidplooi (jaudion allognements)
- Dermo-epidermische massage acute fase
Vitropressietest >3 seconden: (deze zijn intensiever en kunnen eventueel bloeding stimuleren)
- S-plooi (|jaudion fractionnements)
- Dermo-epidermische massage in de sequellaire fase
- Posturale rekking/driepuntspostuur
Altijd langzaam uitvoeren, minimaal 6 seconde in verband met hypoxie. En je werkt altijd dwars op het litteken |
Wat is de huidverschuiving? | - jaudion glissements
- Vitropressietest >2 seconde
- Dag 5 na wondsluiting
- Lichte druk op litteken zonder wrijving
- Als onderzoek alle richtingen
- Epidermis ten opzichte van de dermis
- 6 à 8 seconden, 1 à 3 keer
2 uitvoeringen:
- Litteken fixeren
- Huid fixeren |
Wat is de huidplooi? | - jaudion allongements
- Vitropressietest >2 seconde
- 6 à 8 seconde, 1 à 3 keer
Huid liften door middel van 3 methode:
- Met beide duimen en vingertoppen
- Met mediale zijde wijsvinger of duimtoppen
- Met beide handen een plooi maken en liften |
Wat is de dermo-epidermische massage acute fase? | - Vitropressietest > 2 seconde
- Jong immature litteken (0-3 maanden)
- Start rondom litteken
- Fixeer het litteken met 1 hand
- Masseren dwars op de plooi met de duim of de wijsvinger |
Wat is de S-plooi? | - jaudion fractionnements
- Vitropressietest > 3 seconde
- Plooi met duimen en wijsvingers van beide handen
- Dwars op plooi
- Eerst eenhandig
- Alternerend fractioneren |
Wat is de dermo-epidermische massage sequillaire fase? | - Vitropressietest > 3 seconde
- Mature littekem > 3 maanden ‘subacuut’
- Zelfde als in acute fase, maar nu met beide handen een plooi maken
- Alternerend
- Stretching en compressie
Alternatief in geval van grote spanning op het litteken
- Huidplooi maken, dwars op de plooi naar elkaar toe bewegen
- Traag in tegengestelde richting bewegen |
Wat is de posturale rekking/driepuntspostuur? | - Vitropressietest > 3 seconde
- 3 contactpunten, 2 fixatiepunten op de uiteinden van de littekenstrengen
- Stretch wars op de tensielijn |
Wanneer stoppen we met hypertrofische grepen? | - Wanneer het litteken minder tekenen van hypertrofie vertoont
Na 6 maanden piek -> vitropressietest -> 3 seconde? -> check litteken
- > Nog tekenen van hypertrofie? -> doorgaan met hypertrofische grepen
- > Geen/duidelijke afname van hypertrofie? -> meer richting mobiliserende grepen |
Hoe ziet de klassieke massage eruit? | Effleurages (doorbloeding bewerkstelligen)
- Lengte (palmgreep + rustgriff)
- Dwars (tweehandig handpalmen parallel, tweehandig handpalmen om en om, tweehandig handpalm en platgriff parallel, tweehandig handpalm en platgriff om en om)
- Cirkelvorming (tweehandig handpalm en tweehandig rustgriff)
Huidmanipulaties: (mobiliserend)
- Huidverschuivingen (volle hand/delen hand, S-greep)
- Huidplooien (pincetgreep, harmonica griff, duimtechniek/U-vorm)
- Huidplukken (de huidpluk, lift-, pinch- en twist techniek)
- Huidrollen (dwars, muizentrap, gewëbswasche)
- Huidkneden
Fricties (verkleefde littekens) |