| wat is het os occipitale? | Het os occipitale, het achterhoofdsbeen, vormt de achterzijde van de schedelbasis en het schedeldak. Opvallend aan het os occipitale is in de mediaan de protuberantia occipitalis externa. Deze is goed te palperen door in de mediaanlijn vanuit de nek naar craniaal te palperen. Aan weerszijde van de protuberantia is een horizontale richel voelbaar, de linea nuchae superior |
| Wat is het proturbantia occipitalis externa? | Dit is het uitstekende puntje van het achterhoofdsbeen |
| Wat is de processus mastoideus? | Bij het volgen van de linea nuchae naar lateraal stuit je op de processus mastoideus, een groot, vlak achter het oor gelegen, uitsteeksel van het os temporale. |
| Wat is de mandibula? | De mandibula (onderkaak) bestaat uit een horizontaal gedeelte, het corpus mandibulae, en een verticaal gedeelte, de ramus mandibulae. Volg je de onderrand van het corpus manibulae, dan kom je bij de kaakhoek, de angulus mandibularis.Vanaf daar loopt de achterrand omhoog tot in het caput mandibulae vlak voor het oor, welke je kunt palperen door een pink vlak voor of in het oor te leggen en de mond teopenen en sluiten. |
| Wat is het arcus zygomaticus? | Dit is je jukboog. De arcus zygomaticus vormt samen met de processus temporalis van het os zygomaticum (jukbeen) een brug. Het os zygomaticumis bij veel mensen heel duidelijk zichtbaar en zorgt voor een groot deel voor de vorm van het gelaat. Het is via uitsteeksels verbonden met de maxilla, het os frontale (voorhoofd) en het os temporale. Met het uitsteeksel (processus) richting het os temporale wordt dus de arcus zygomaticus gevormd. |
| Wat is het orbita? | Orbita: Dit is je oogkas. Aan de orbita nemen vele botten deel, zowel van het aangezicht als van de schedel. Oppervlakkig wordt de orbita omringt door drie botten: aan de bovenzijde het os frontale(margo supra orbitalis), aan de laterale zijde het os zygomaticum (proc. Frontalis) aan de onderzijde het os zygomaticum en de maxilla (margo infra-orbitalis), aan de mediale zijde de maxilla en het os frontale.Je kunt deze hele rand rondom palperen. |
| Wat is het os frontale? | - voorhoofdsbeen
- Is het gebeente dat in de menselijke schedel de voorkant van het hoofd vormt. Ook vormt het een deel van het schedeldak. Het hartschelpvormige gebeente bevindt zich ter hoogte van het voorhoofd.
- Os frontalevormt het dak en de rand van de bovenste helft van de orbita. Links en rechts bevindt zich op dit botstuk een diffuse bobbel, het tuber frontale. Deze is te palperen enkele centimeters boven het midden van de wenkbrauwen. Het os frontale vormt het dak en de rand van de bovenste helft van de orbita (oogkas). De rand, margo supra-orbitalis kan gepalpeerd worden door onder de wenkbrauw druk uit te oefenen naar boven. |
| Wat is het os temporale? | De slaapbeenderen of ossa temporalia (enkelvoud os temporale) zijn twee beenderen aan weerszijden van het hoofd die deel uitmaken van de schedel |
| Wat is de maxilla? | bovenkaak. De vorm van het aangezichtsgedeelte boven de mond wordt gevormd door de maxilla. De aansluiting met het voorhoofdsbeen wordt gevormd door de van het corpus maxillae opstijgende processus frontalis. Direct caudaal van deze verbinding vormen de beide processus frontale, samen met de ertussen gelegen ossa nasalis, de neuswortel. De maxilla loopt door in de bodem van de oogkas. De linker en de rechter maxilla komen onder de neus in de mediaanlijn bij elkaar. Het bovengebit is geworteld in de onderrand van de maxilla, die natuurlijk goed palpabel is. De maxillae vormen met binnen de mondholte het palatum durum, het gehemelte. |
| Wat is de arteria carotis externa? | De arteria carotis communis verlaat de thorax aan de voorzijde en ligt daar tussen de trachea en de musculus sternocleidomastoideus. Bij de bovenrand van de cartilago thyroidea splitst de arteria carotis communis in de arteria carotis externa en interna. De pulsaties van de arteria carotis externa zijn goed palpabel aan de voorrand van de musculus sternocleidomastoideus, net naast de kaakhoek. |
| Wat is de vena jugularis externa? | In de hals is de vena jugularis externa de sterkst ontwikkelde huidvene. De vene ontstaat voor het oor, kruist de musculus sternocleidomastoideus en loopt naar het trigonum omoclaviculare ofwel de fossa supraclavicularis. De vene ligt oppervlakkig en voert bloed af van het hoofd richting het hart. Als je de vene in de ‘fossa’ dichtdrukt, vult deze zich met bloed en wordt beter zichtbaar. |
| Wat is de arteria subclavia? | De arteria subclavia of ondersleutelbeenslagader is de slagader die de armen voor het grootste deel van bloed voorziet. Ter hoogte van de oksel heeft het de naam arteria axillaris en als voortzetting in de bovenarm arteria brachialis.
De arteria subclavia ontspringt links (arteria subclavia sinistra) rechtstreeks uit de aortaboog en rechts (arteria subclavia dextra) via de truncus brachiocephalicus ook uit de aortaboog.
Vanuit het hart zal het bloed dus, vanaf de aortaklep via de aorta ascendens, de aortaboog en voor de rechterkant de truncus brachiocephalicus de arm bereiken. |
| Wat is de musculus masseter | Sluiterspier. De musculus masseter ontspringt aan de arcus zygomaticus en is aangehecht aan de angulus mandibulae. Het is een sterke sluiter van de mond en heft de mandibula op. Het dorsale deel van de spier gaat in variërende mate schuil onder de glandula parotidea maar dit vormt geen belemmering voor palpatie. De pars superficialis is als een duidelijke welving zichtbaar bij het opeenklemmen van de tanden. Ook wanneer de mond wijd geopend is tekent de voorrand van de spier zich vaak scherp af. Dit is het gevolg van het invallen van de wang voor de gerekte spier. |
| Wat is de musculus temporalis? | De slaap-kauwspier is de sterkste spier voor het opheffen van de mandibula. Hij ontspringt aan de fascia temporalis. Bij het hard opeenklemmen van de tanden is achter de processus zygomaticus van het os frontale de contractie van spier goed zichtbaar op de slaap. Tijdens wisselend aan-en ontspannen kun je de spier palperen. De insertie van de spier is op de processus Coronoideus van de mandibula. Bij een heel wijd geopende mond komt die onder de arcus zygomaticus vandaan en kun je die van mediaal palperen. De functie is elevatie en retractie van de mandibula en handhaving van de rustpositie van de mandibula. |
| Wat is de musculus occipitofrontalis? | Is de spier van het schedeldak. Het is los verbonden met het bot, maar heel goed met de schedelhuid. Tussen de gepaarde voorste en achterste spierbuik ligt een stevig peesblad, galea aponeurotica.Hierin stralen de twee spierbuiken uit. De m. occipitofrontalis is te verdelen in 2 buiken, de venter occipitalis(achterhoofd) en de venter frontalis (voorhoofd). De eerste ontspringt aan de linea nuchae. De tweedeheeft geen benige oorsprong maar ontspringt in de huid van het voorhoofd en loopt helemaal tot in de wenkbrauwen door tot in de spieren rond het oog. Hij is verantwoordelijk voor fronzen, optrekken van de wenkbrauwen, bezorgd kijken en plooien van het voorhoofd. |
| Wat is de musculus orbicularis oculi? | deze spier ligt rondom het oog en is verantwoordelijk voor de welbekende kraaienpootjes. De binnenste ring, pars palpebraliszorgt voor de ooglidreflex, terwijl de buitenste ring, pars orbitalis, zorgt voor het stevig sluiten van de ogen. De spier zorgt voor een bezorgd uiterlijk. |
| Wat is de musculus corrugator supercilii | deze loopt dwars door de m. orbicularis oculien de m. occipitofrontalis en straalt uit in de huid van de wenkbrauw. De spier trekt de huid van de wenkbrauwen mediaalwaarts enveroorzaakte een overlangse groef. Hij beschut tegen fel zonlicht en wordt ook als de spier van de pathetische pijn beschouwd. Bij boos fronzen is hij duidelijk palpabel. |
| Wat is de musculus procerus | ontspringt aan de neusrug en straalt uit in de huid van het voorhoofd. Als relatief dunne spierplaat veroorzaakt hij bij contractie een dwarse groef over de neuswortel. Bij mimiek straalt hij dreiging uit en bij ouderen blijft de plooi vaak bestaan. Bij het optrekken van de neus wordt hij palpabel. |
| Wat is de musculus levator labii superioris alaeque nasi | (vertaald: de optrekkende spier van de bovenlip en tevens de neus) ontspringt aan de binnenste ooghoek en straalt uit in de huid van de bovenlip en neusvleugel. Hij trekt de huid van neusvleugel en bovenlip naar boven. Bij gelijktijdige contractie van beide spieren wordt de neuspunt wat opgetild. De spier trekt de neusvleugel naar boven en verwijdt het neusgat. Bij sterke contractie veroorzaakt bij een huidplooi. Het gezicht drukt daarbij ongenoegen uit. |
| Wat is de musculus levator labii superioris | Staat in verbinding met de musculus levator labii superioris alaeque nasi. Deze spier ontspringt ook aan de binnenste ooghoek en straalt uit in de huid van de bovenlip en is verantwoordelijk voor het optrekken van de bovenlip. Bij gelijktijdige contractie van beide spieren wordt de neuspunt wat opgetild. De spier trekt de neusvleugel naar boven en verwijdt het neusgat. Bij sterke contractie veroorzaakt bij een huidplooi. Het gezicht drukt daarbij ongenoegen uit. |
| Wat is de musculus zygomaticus major en minor? | zijn verantwoordelijk voor het opzij trekken van de mondhoeken en lachen. De major ontspringt aan het os zygomaticum en straalt uit in de m. depressor anguli orisen kun je contraheren door te lachen met gesloten mond. Samen met de m. risorius is hij verantwoordelijk voor de naso labiale plooien naast de mond bij ouderen. De minor ontspringt aan dezelfde plek maar straalt uit naar de nasolabiale sulcus. Minor is de spier boven en major de spier onder. |
| Wat is musculus orbicularis oris? | ligt rondom de mond en bepaalt de vorm van mond vooral bij spreken en eten. Bij contractie van de spier schuiven de lippen als een sleuf naar voren. Mimisch ontstaat bij zwakke contractie een uitdrukking van geslotenheid. De spier wordt goed palpabel bij het tuiten van de lippen, fluiten en kussen. |
| Wat is de musculus risorius? | (de lachspier) bestaat uit oppervlakkige spierbundels die van de fascia masserica komen en naar de mondhoek lopen. De spier veroorzaakt samen met de m. zygomaticusde nasolabiale plooien. Als je de mondhoeken naar achtertrekt, een zijwaartse lachbeweging,dan contraheert deze spier. |
| Wat is de musculus depressor labii inferioris? | (vertaald: de neerwaarts trekker van de onderlip) ontspringt aan de mandibulaen straalt uit in de huid van de onderlip. Hij laat de onderlip zakken. En trekt de mondhoeken naar beneden (alsof iets heel vies is). |
| Wat is de musculus platysma? | is een spier die goed zichtbaar is wanneer de mondhoeken, bij een gesloten mond, naar beneden en opzij worden getrokken. Het platysmais een huidspier. De spier reikt mediaal net niet tot de mediaanlijn, terwijl de dorso-laterale rand meestal vanaf de laterale hoek van de regio cervicalis in de richting van de angulus mandibularisverloopt. Bij het naar beneden trekken van de mondhoeken en onderlip met de kiezen op elkaar wordt hij zichtbaar. |
| Wat is de musculus mentalis? | ontspringt aan de mandibula en loopt naar de lip. Hij veroorzaakt de groef tussen de kin en drukt twijfel en onzekerheid uit. Hij contraheert goed als je een pruillip trekt. |
