| Welk wetsartikel ziet op de redelijkheid en billijkheid? Leg ook uit wat het artikel inhoudt. | Art. 6:248 BW.
Lid 1: de inhoud van de ovk wordt vastgesteld a.d.h.v. de overeengekomen rechtsgevolgen. Indien niet alles in de ovk staat: kijk naar de wet, gewoonte en redelijkheid en billijkheid (aanvullende werking).
Lid 2: de redelijkheid en billijkheid |
| HR Haviltex (ken deze uit je hoofd). | HR: De vraag hoe in een schriftelijk contract de verhouding van partijen is geregeld en of dit contract een leemte laat die moet worden aangevuld, kan niet worden beantwoord o.g.v. alleen maar een zuivere taalkundige uitleg van de bepalingen van het contract. Voor de beantwoording van die vraag komt het immers aan op:
De zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Daarbij kan mede van belang zijn tot welke maatschappelijke kringen partijen behoren en welke rechtskennis van zodanige partijen kan worden verwacht.
Met andere woorden: of een ovk tot stand is gekomen, hangt af van de vraag of de ene partij de andere partij redelijkerwijs mocht begrijpen zoals zij dit deed. |
| Is de Haviltex-norm bij cao's van toepassing? Hoe wordt dit genoemd. | De Haviltex-norm is niet van toepassing. Derde partijen moeten kunnen afgaan op de bewoording, meer dan bij normale ovk's. |
| HR Lundiform/Mexx | HR: Onder omstandigheden kan in beginsel van een taalkundige uitleg worden uitgegaan. Dat is echter geen keiharde regel. De Haviltex-norm blijft beslissend, ook bij commerciële contracten. |
| Benoem de relevante omstandigheden bij uitleg van de ovk. | De relevante omstandigheden:
- Tot welke kring behoort de partij
- Welke rechtskennis kan van partijen worden verwacht
- Hebben partijen deskundig advies gehad bij de totstandkoming?
- De mate van gedetailleerdheid van de ovk
- Gedrag van partijen
- Worden derden 'geraakt' door de overeenkomst die geen partij waren bij de totstandkoming (cao-norm)
Uitgangspunt --> partijbedoeling prefereert boven letterlijke tekst. |
| Wat wordt bedoeld met aanvulling door de wet? | Soms via dwingend recht.
Soms via aanvullend recht. |
| Wat wordt bedoeld met aanvulling door gewoonte? | Vaak vindt aanvulling dan plaats via gedragscodes, gedragslijnen die in bepaalde kringen als normaal worden gezien (vaak binnen beroepsgroepen). |
| Wat wordt bedoeld met aanvulling door redelijkheid en billijkheid? | Verwijst naar ongeschreven recht en stelt dat schuldeiser en schuldenaar moeten handelen in elkaar wederzijdse gerechtvaardigde belangen (HR Baris/Riezenkamp).
Art. 3:12 BW geeft aan dat rekening te houden is met algemeen erkende rechtsbeginselen, de in Nederland levende rechtsovertuigingen en met maatschappelijke en persoonlijke belangen die bij het gegeven geval betrokken zijn. |
| Redelijkheid en billijkheid kan twee soorten werking hebben, leg uit. | Aanvullende werking: rechter vult aan
Beperkende werking: in concrete, bijzondere omstandigheden kunnen algemene afspraken of regels onacceptabel zijn |
| Wat bepaalt art. 6:248 lid 2 BW? | Dit lid regelt de beperkende werking. De beperkende werking kan een regel/beding buiten toepassing verklaren. |
