Buscar
Estás en modo de exploración. debe iniciar sesión para usar MEMORY

   Inicia sesión para empezar

PCFNS


🇳🇱
In Holandés
Creado:


Public
Creado por:
Fin Bonnema


0 / 5  (0 calificaciones)



» To start learning, click login

1 / 25

[Front]


Wat zijn leverage points?
[Back]


plaatsen in complexe systemen waar men kan ingrijpen om verandering te genereren

Practique preguntas conocidas

Manténgase al día con sus preguntas pendientes

Completa 5 preguntas para habilitar la práctica

Exámenes

Examen: pon a prueba tus habilidades

Pon a prueba tus habilidades en el modo de examen

Aprenda nuevas preguntas

Popular en este curso

Aprende con fichas

Modos dinámicos

InteligenteMezcla inteligente de todos los modos
PersonalizadoUtilice la configuración para ponderar los modos dinámicos

Modo manual [beta]

Seleccione sus propios tipos de preguntas y respuestas
Otros modos disponibles

Escuchar y deletrearOrtografía: escribe lo que escuchas
elección múltipleModo de elección múltiple
Expresión oralResponde con voz
Expresión oral y comprensión auditivaPractica la pronunciación
EscrituraModo de solo escritura

PCFNS - Marcador

los usuarios han completado este curso

Ningún usuario ha jugado este curso todavía, sé el primero


PCFNS - Detalles

Niveles:

Preguntas:

29 preguntas
🇳🇱🇳🇱
Wat zijn leverage points?
Plaatsen in complexe systemen waar men kan ingrijpen om verandering te genereren
Wat is de "biophelia hypothesis"?
Stelt dat mensen een inherent verlangen hebben om met de natuur te verbinden
Wat stelt de nature deficit disorder?
Wanneer kinderen minder contact hebben met natuur ondervinden zij negatieve resultaten in ontwikkeling
Noem alle 5 typen van connecties met natuur en vertel welke deep en welke shallow zijn.
Material, experiential, cognitive, emotional and philosophical. Van voor naar achter is het shallow naar deep.
Wat is een transitie?
Een structurele verandering in het regime
Wat kunnen motivaties of drijfveren zijn voor mensen om actie te ondernemen?
1. Intrinsieke waarden (ecocentrische waarden en biocentrische waarden) 2. Instrumentele waarden (carrièreontwikkeling) 3. Gemeenschapswaarden (identificatie met groep)
Noem het onderscheid binnen intrinsieke waarden
Ecocentrische vs. biocentrische waarden
Welke 4 kenmerken zien we bij hoe we van motivatie naar actie komen?
- Willen - Kunnen - Vragen (noodzaak) - Mogen (legitimiteit)
Wanneer er geen sprake is van een transitie, kunnen acties alsnog resulaten teweeg brengen voor het natuurbeleid. Wat voor resultaten zijn dit dan?
Acties kunnen leiden tot fysieke, sociaal-culturele of politieke resultaten op lokaal of regionaal niveau.
Wanneer mogen we spreken van een transitie?
Bij een structurele verandering van de samenleving met de leefomgeving op regime niveau
De bijdrage van burgers kan zich op verschillende manieren verhouden tot het bestaande regime. Noem deze.
- Symbiose (inzet van burgers is complementair aan gangbare praktijk, dus er wordt iets geïnitieerd wat al wordt uitgevoerd door anderen) - Competitie (bijv. van auto’s naar fietsen en openbaar vervoer, is in competitie met automarkt)
Tussen symbiose en competitie onderscheiden wij vijf routes (pathways) waarlangs burgerbetrokkenheid kan bijdragen aan transities. Noem deze 5
1. Consolidatie: het versterken van bestaande natuurinclusieve praktijken, bijvoorbeeld door vrijwilligerswerk. 2. Verbreding: verandering waarbij nieuwe natuurinclusieve praktijken ontstaan. 3. Aanpassing: aanpassing van bestaande praktijken. 4. Omvorming: regime verandert onder druk van burgerbetrokkenheid naar natuurinclusieve praktijken. 5. Vervanging: huidige regime verdwijnt en wordt vervangen door ander regime.
Verschillende vormen van transities:
- Fysieke leefomgeving - Bewustwording - Governance (beleid)
Er worden verschillende soorten groene burgerinitiatieven genoemd. Kan je enkele opnoemen?
- Natuurbescherming en biodiversiteit - Landschap en cultuurhistorie - Gebruik en beleving - Educatie en betrokkenheid - Sociale cohesie
(Sociale en ecologische) effecten van groene burgerinitiatieven:
- Recreatie - Gezondheid - Natuureducatie - Sociale cohesie - Cultuurhistorie
Waar richten burgerinitiatieven zich vaak op? Noem tenminste drie doelen.
Onderscheid tussen burgerinitiatieven die zich richten op het beschermen, beïnvloeden van beleid, beleven en gebruiken of een combinatie van de vorige drie.
Hoe kunnen kinderen juist bijdragen aan klimaat-actie?
Herdefiniëren van "the good life" en normale manieren van leven ondermijnen
Wat wil de pedagogy of discomfort?
Dat studenten hun gevoelens van discomfort onderzoeken
Noem 3 soorten betekenissen die mensen toekennen aan de natuur
1. Normatieve betekenissen (waarde van de natuur) Twee verschillende interpretaties van intrinsieke waarde: i. Ecocentrische interpretatie: nadruk op het behoud van holistische systemen in natuur (eerst beschermen van hele systeem, dan de specifieke soorten) ii. biocentrische interpretatie: ieder levend wezen is afzonderlijk van belang (individualistisch) 2. Cognitieve betekenissen (het kennen van de natuur) 3. Expressieve betekenissen (het ervaren en beleven van de natuur)
Benoem de 4 natuurbeelden
1. Wildernis natuurbeeld (afwezigheid van zichtbaar menselijk ingrijpen) 2. Breed natuurbeeld (biocentrisch) 3. Esthetisch natuurbeeld (natuur moet mooi zijn) 4. Functioneel natuurbeeld (natuur moet nuttig zijn)
Benoem de 3 soorten vrijwilligerswerk die de natuur centraal hebben staan.
1. Beheer van natuur 2. Natuurwaarneming (vogeltelling) 3. Natuureducatie
Een individuele protestactie kan verschillende doelen nastreven. Noem er enkele
Informatie & bewustwording: Bewustwording onder het grote publiek creëren over het probleem of ‘de oorzaak’ van het onderwerp; 2. Fondsenwerving—om in te zamelen om de campagne te ondersteunen; 3. Publiciteit—om publiciteit (media-aandacht) te krijgen via het ondernemen van opvallende, ludieke of ontregelende acties; 4. Mobilisatie – om deelnemers te werven voor een specifiek protestevenement of campagne; 5. Solidariteitsopbouw - om solidariteit op te bouwen (eenheid en toewijding) en een gevoel van identiteit onder demonstranten en identificatie met de groep; 6. Politieke druk – druk uitoefenen, direct of indirect op politici, ambtenaren of bedrijven; 7. Directe actie - om een specifieke gebeurtenis of proces te verstoren (bijvoorbeeld een blokkade om bomenkap te voorkomen), meestal omschreven als “burgerlijke ongehoorzaamheid”.
Wat doet een Theory of Change?
Een Theory of Change (ToC) brengt in kaart hoe organisaties bepaalde doelen proberen te bereiken. Hierbij ligt de nadruk op 1) de relatie tussen actie en resultaat, en 2) de aannames die aan deze relatie ten grondslag liggen
Er zijn een aantal voorwaarden voor een frame. Noem deze.
1. Er is een boef of sukkel 2. Het activeert onderliggende waarden 3. Gebruik van taalkundige middelen (zoals metafoor) 4. Het is pakkend (plakfactor) 5. Het koppelt emoties aan waarden 6. Het zet aan tot actie 7. Gebruikt emotioneel beladen woorden
Hoe voorkomen we in het spel van framing te vervallen?
Om te voorkomen dat we in een spel van framing en reframing belanden is bewustwording van het frame en wie deze vormt belangrijk.
In het artikel van Trott neemt activism een belangrijke rol aan. Noem twee manieren hoe activism in het climate-change probleem een postieve invloed heeft.
1. Activism challenges norm that childhood is preparatory - now is active engagement and change-making. 2. Activism portrayed as antidote to despair, offering coping strategy and a sense of competence among young activists
Een transitie kan via verschillende routes tot stand komen, maar ook inhoudelijk kan deze transitie verschillende vormen hebben. Wij benoemen daarbij drie dimensies. Welke zijn dat?
Er kan een transitie optreden in governance-regimes, in de fysieke leefomgeving, en in de bewustwording van burgers en bedrijven
Wat zijn agents of change?
‘actoren’ (agents) die verandering in werking zetten: - Mensen (politici) - Organisaties - Gebeurtenissen.