Belastingrecht (Week 8)
🇳🇱
In Holandés
In Holandés
Practique preguntas conocidas
Manténgase al día con sus preguntas pendientes
Completa 5 preguntas para habilitar la práctica
Exámenes
Examen: pon a prueba tus habilidades
Pon a prueba tus habilidades en el modo de examen
Aprenda nuevas preguntas
Modos dinámicos
InteligenteMezcla inteligente de todos los modos
PersonalizadoUtilice la configuración para ponderar los modos dinámicos
Modo manual [beta]
Seleccione sus propios tipos de preguntas y respuestas
Modos específicos
Aprende con fichas
Escuchar y deletrearOrtografía: escribe lo que escuchas
elección múltipleModo de elección múltiple
Expresión oralResponde con voz
Expresión oral y comprensión auditivaPractica la pronunciación
EscrituraModo de solo escritura
Belastingrecht (Week 8) - Marcador
Belastingrecht (Week 8) - Detalles
Niveles:
Preguntas:
19 preguntas
🇳🇱 | 🇳🇱 |
Definieer de beperkt en onbeperkt belastingplichtigen. | Beperkt: 1. Stichting, vereniging, etc. 2. Betalen enkel Vpb indien en voor zover zij een onderneming drijven Onbeperkt: 1. BV's en NV's, etc. 2. Wet zegt dat zij altijd met hun volledige vermogen een onderneming drijven en daarvoor altijd Vpb betalen |
Benoem de kenmerken van binnenlandse belastingplichtigen. | De kenmerken: 1. Art. 2 lid 1 Wet VPB 2. In beginsel belast voor wereldwijd behaalde winst |
Benoem de kenmerken van buitenlandse belastingplichtigen. | De kenmerken: 1. Art. 3 lid 1 Wet VPB 2. Enkel in de heffing betrokken voor zover zij over specifieke bronnen van inkomen in NL beschikken |
Hoe wordt de vestigingsplaats beoordeeld? | Zie nader: 1. O.g.v. art. 4 AWR wordt de vestigingsplaats beoordeeld a.d.h.v. feitelijke omstandigheden. 2. Relevant voor buitenlandse belastingplichtige lichamen en belastingverdragen 3. Relevant is de plaats van de feitelijke leiding (bestuur) 4. Soms vestigingsfictie, art. 2 lid 4 Wet VPB |
Benoem het wetsartikel voor het belastbaar bedrag, belastbare winst en winst. | Zie hiervoor art. 7 Wet VPB. |
Hoe wordt internationaal juridisch dubbele belasting voorkomen? | Met de objectvrijstelling voor buitenlandse ondernemingswinsten, zie art. 15e lid 1 Wet VPB. |
Hoe worden binnenlands belastingplichtigen belast indien zij activiteiten in zowel binnen- als buitenland voeren. | Een lichaam die dat doet wordt belast o.g.v. de wereldwinst. Dit is het saldo van de wereldwijd behaalde positieve winst en negatieve resultaten in een jaar. Dubbele belasting wordt voorkomen middels art. 15e Wet VPB. |
Benoem de kenmerken van de vermogensvergelijking. | De kenmerken: 1. Gebruikt voor winstberekening (fiscale winst) 2. Eind van elk boekjaar wordt balans van de onderneming opgesteld 3. Basis- en eindbalans worden verrekend en daaruit ontstaat winst 4. Eindbedrag wordt gecorrigeerd met de bedragen van stortingen (trek je eraf) en onttrekkingen (tel je erbij), zie art. 10 Wet VPB |
Benoem de kenmerken van de afterkbare giften. | De kenmerken: 1. Na winstberekening --> aftrekbare giften worden geminderd op de winst (art. 7 lid 3 Wet VPB) 2. Niet-zakelijke giften (zakelijke zijn aftrekbaar van winst o.g.v. totaalwinstbeginsel, want bedrijfskosten) 3. In beginsel niet aftrekbaar, maar zie art. 16 Wet VPB 4. Fiscaal aantrekkelijk om giften te doen 5. Zie art. 5b jo. 5d AWR |
Benoem de kenmerken van verrekenbare verliezen. | De kenmerken: 1. Berekening van belastbare winst met een negatief bedrag als uitkomst: verlies o.g.v. art. 20 Wet VPB 2. Zie art. 20 lid 2 Wet VPB voor verrekeningstermijnen |
Definieer de termen kapitaalsfeer, formele kapitaalstorting en informele kapitaalstorting. | De termen: 1. Kapitaalsfeer, de onttrekkingen en kapitaalstortingen 2. Formele kapitaalstorting, aandeelhouder stort kapitaal in bv in het kader van een aandelenemissie (uitgave van aandelen) of latere volstorting van aandelen 3. Informele kapitaalstorting, transactie tussen vennootschap en aandeelhouder terwijl dit niet niet geheel of ten dele op zakelijke gronden berust, maar bedoeld is om de vennootschap te begunstigen (voordelige condities) |
Definieer de vormen van onttrekkingen. | De vormen: 1. Winstuitdelingen van bv aan aandeelhouder (geen aftrekpost) 2. Dividenduitkering/winstuitdeling - Eerst VPB verschuldigd over de winst en resterend bedrag is beschikbaar voor dividenduitkering, zie art. 10 sub a Wet VPB - Dividend niet aftrekbaar, want kapitaalsfeer (geen winstsfeer) - Formeel dividend = officiële dividenduitkering - Verkapt dividend: geen officiële dividenduitkering, maar aandeelhouder wordt bevoordeeld door bv |
Hoe toetst een inspecteur een uitgave? | Het toetsingsrecht wordt gebruikt om de uitgave te toetsen. Bij deze toetsing wordt gekeken naar de uitgave en of die op basis van een zakelijke overweging is gedaan. Zo ja --> in beginsel aftrekbaar. Indien uitgave is gedaan voor de persoonlijke behoeften van aandeelhouders --> niet aftrekbaar. |
Leg het proces uit van dividenduitkering vanuit een fiscaal oogpunt. | Dividend wordt uitgekeerd van de het resterende winstbedrag. Dit wordt conform een tarief van 15% gedaan (art. 5 Wet DB). De bv is inhoudingsplichtige, ofwel: bronheffing (bv is bron). Ook de dividendnota wordt door de bv opgesteld en bij aanvraag gegeven. |
Leg uit waarom de dividendbelasting een voorheffing vormt. | Voor de binnenlandse belastingplichtigen is de dividendbelasting een voorheffing op de verschuldigde inkomstenbelasting. De reeds betaalde belasting kan verrekend worden met de verschuldigde IB van de aandeelhouder. |
Wat is de gecombineerde belastingdruk (IB en VPB)? | Ongeveer 45% (VPB 25%, IB 26,90%). |
Wat gebeurt er fiscaal gezien indien men geen winstreserves uitkeert, maar aandelen verkoopt. | Dan wordt een tarief van 26,90% geïnd over de reeds verkochte aandelen. |
Definieer de balanstest en de uitkeringstest. | De tests: 1. Balanstest, winstuitkering mag enkel plaatsvinden indien het eigen vermogen van de bv meer bedraagt dan de wettelijke en statutaire reserves die moeten worden aangehouden 2. Uitkeringstest, na uitkering moet de bv voort kunnen gaan met betalen van direct opeisbare schulden |
Definieer het marginaal toetsingsrecht. | Bekijk hierbij naar het motief van de uitgave (Cessna, Renpaarden, enz.). Inspecteur moet bewijzen. |