8 studiedag Hidraditinis, hyperhydrosis, anhidrosis, etc.
🇳🇱
In Holandés
In Holandés
Practique preguntas conocidas
Manténgase al día con sus preguntas pendientes
Completa 5 preguntas para habilitar la práctica
Exámenes
Examen: pon a prueba tus habilidades
Pon a prueba tus habilidades en el modo de examen
Aprenda nuevas preguntas
Modos dinámicos
InteligenteMezcla inteligente de todos los modos
PersonalizadoUtilice la configuración para ponderar los modos dinámicos
Modo manual [beta]
Seleccione sus propios tipos de preguntas y respuestas
Modos específicos
Aprende con fichas
Escuchar y deletrearOrtografía: escribe lo que escuchas
elección múltipleModo de elección múltiple
Expresión oralResponde con voz
Expresión oral y comprensión auditivaPractica la pronunciación
EscrituraModo de solo escritura
8 studiedag Hidraditinis, hyperhydrosis, anhidrosis, etc. - Marcador
8 studiedag Hidraditinis, hyperhydrosis, anhidrosis, etc. - Detalles
Niveles:
Preguntas:
49 preguntas
🇳🇱 | 🇳🇱 |
Wat is de pathofysiologie van lichen planus? | - Erfelijkheid ->Er zijn aanwijzingen voor erfelijkheid maar tot op heden geen bewijs. Echter Toonstra toont aan dat er bij 10% van de patiënten lichen planus bij eerstegraads familieleden voorkomt. - Aandoening op celniveau -> Lichen Planus is een inflammatoire aandoening waarbij zowel huid als slijmvliezen kunnen zijn aangedaan. Waarschijnlijk een auto-immuuunreactie tegen keratinocyten in de basale cellaag van de epidermis die veranderd zijn onder invloed van diverse diverse factoren zoals virussen (vooral Hepatitis C), geneesmiddelen en contactallergenen. |
Welke varianten zijn er van lichen planus? | Meerdere varianten Lichen Planus: - Orale lichen planus -> mondslijmvlies - Genitale lichen planus -> geslachtsdelen - Oesofage lichen planus -> slokdarm - Cutane lichen planus -> huid Voorkomen (incidentie/prevalentie): - De prevalentie van Lichen Planus wordt geschat op 0,2%-1% (huid) en 1-4% (mondslijmvlies). Bij de meeste patiënten begint de ziekte tussen de 30e en 60e levensjaar. |
Wat kunnen differentiaal diagnoses zijn van lichen planus? | - lichen simplex chronicus (ten gevolge van dwangmatig krabben) - lichen striatus (volgens Blaschko lijnen) - Verruca planae (in een strook, vooral bij kinderen - verruca vulgaris (lijkt op verruca) - mollusca contagiosa (meestal op vingers en handen) - lichenoïde geneesmiddelen erupties (laesies meestal groter, niet klassieke plekken LP) - lichen planus actinica (zeldzame variant, wordt uitgelokt door de zon) - porokeratosis (middels een biopt onderscheiden) |
Welke meetinstrumenten kun je gebruiken bij lichen planus? | - Skindex-29 (kwaliteit van leven) - Klinische fotografie - VAS (pijnscore meten) - Oral Health Impact Profile (OHIP-14 alleen bij orale Lichen Planus) |
Hoe behandel je orale lichen planus? | - Asymptomatisch behoeven geen behandeling - Ter verlichting van klachten is het eerste middel een corticosteroïd - Mondzalf bij beperkte laesies (triamcinolonacetonide 0,1% in hypromellosezalf 20%) - Spoeldrank bij diffuse laesies (ciclosporinedrank) - Alle lokale corticosteroïden dienen kortdurend, meestal enkele weken, meerdere malen per dag gebruikt te worden. - Bij langdurig gebruik is er kans op een secundaire candida-infectie - Tweede keus zijn lokaal toegepaste immunosuppressiva en immunomodulerende middelen zoals ciclosporine, tacrolimus en pimecrolimus, alsmede aloë vera |
Hoe behandel je genitale en oesofagale lichen planus? | Genitale lichen planus: - Eerste keus behandeling is corticosteroïden (bij voorkeur een potente tot zeer potente corticosteroïdzalf) - Bij pijnklachten kan lidocaïne worden toegevoegd - Tacrolimus zalf is een veelgebruikt alternatief - Geen enkele therapie of combinatie van therapieën geeft blijvende verbetering op de lange termijn Oesofagale lichen planus: - Bij voorkeur met topicale therapie (fluticasonpropionaat, beclomethason) in combinatie met een protonpompremmer. - Bij onvoldoende respons is een sterk werkend corticosteroïd, per os (systemisch), dan wel intralesionaal, al of niet in combinatie met ballondilatatie aan te bevelen |
Hoe behandel je cutane lichen planus? | - Standaardbehandeling bestaat uit applicatie van sterk werkende topicale steroïden in de vorm van crème of zalf eenmaal of kortdurend tweemaal daags tweemaal daags aangebracht, zo nodig (vooral bij de hypertrofische vorm) onder occlusie - Bij uitgebreide cutane lichen planus komt een stootkuur met glucocorticosteroïden per os in aanmerking - Ook lichtbehande-ling (PUVA) en retinoïden (acitretine) kunnen effectief zijn - Daarnaast zijn er nog enkele behandelingen in de literatuur beschreven, zoals hydrochloroquine, methotrexaat, lokale calcineurineremmers, vitamine D3-analogen, metronidazol en LMW-heparine. Deze therapieën behoren niet tot de standaardbehandeling van cutane LP |
Welke informatie geef je een patiënt bij lichen planus? | - Lichen planus is een ontstekingsreactie van de huid en de slijmvliezen. Het uit zich in jeukende vlakke bultjes met een paarsige kleur. - Het is niet besmettelijk of erfelijk. Het is mogelijk een auto-immuunziekte, maar er zijn ook gevallen bekend waarbij lichen planus is ontstaan bij het gebruik van bepaalde medicijnen. - De dermatoloog kan de diagnose stellen en schrijft mogelijk medicatie of een andere therapie voor. Indien u weinig klachten heeft is dit niet noodzakelijk. - In de meeste gevallen geneest lichen planus binnen twee jaar, in een enkel geval komt het weer terug. Het is mogelijk dat er bij genezing tijdelijk verkleuringen op de huid zichtbaar zijn, deze verdwijnen vanzelf. - De huisarts of dermatoloog kan medicatie voorschrijven of een andere therapie aanbevelen. - De huidtherapeut kan u informeren over lichen planus en de voorgeschreven medicatie. Ook kunt u hier terecht voor coaching en begeleiding. - U kunt bij psychische klachten terecht bij de psycholoog. |
Welke adviezen geef je een patiënt met lichen planus? | - Wees voorzichtig met huidbeschadigingen i.v.m. mogelijk ontstaan van nieuwe plekjes. - Pas op met gekruid eten, citrusvruchten, tomaten, cafeïne, knapperig voedsel zoals chips en toast, dit kan lichen planus in de mond verergeren. - Het is aan te raden om regelmatig naar de tandarts of mondhygiënist te gaan voor controle en schoonmaken van het gebit. - Bij uitgebreide en langdurige lichen planus bestaat een licht verhoogd risico (0,5%) op het ontstaan van kanker in het slijmvlies. Het is daarom extra belangrijk om voorzichtig te zijn met alcoholhoudende dranken en te stoppen met roken. |
Wat is hidradenitis? | Andere benamingen: - Acne inversa - Acne ectopica - Hidradenitits suppurativa Hidradenitis (zweetklierontsteking) is eigenlijk een verkeerde naam. Aanvankelijk dacht men vanwege de lokalisatie in de oksels dat de ontsteking uitging van de apocriene zweetklieren. De huidige gedachte is dat het ontstaat door obstructie van de uitvoergang van het haartalgklier complex door een hoornprop, gevolgd door ruptuur van de afvoergang. Omdat echter wereldwijd de term hidradenitis suppurativa het meest gebruikt wordt, is het beter om die aan te houden. |
Is hidradenitis erfelijk? | - Erfelijke aanleg speelt een rol: bij 30 tot 40 procent van de patiënten komt het in de familie voor. (gezondheid.be) - De etiologie is nog niet geheel opgehelderd zowel genetische als omgevingsfactoren spelen een rol. (Dermatologie voor huidtherapeuten) |
Hoe ziet hidradenitis er op celniveau uit? | - Er zijn verschillende theorieën over de mogelijke oorzaken van HS. De ene theorie is dat afgesloten haarzakjes gaan ontsteken, zoals bij acne. Haarzakjes raken waarschijnlijk verstopt, doordat bij mensen met HS de huid heel erg verhoornt. Een andere theorie gaat uit van een auto-inflammatoire reactie van het lichaam op de verstopte haarzakjes. Een auto-inflammatoire reactie komt door een te hard werkend afweersysteem van het lichaam. (huidziekten.nl) - De eerste stap in de pathogenese is afsluiting van de follikels door keratine. Deze folliculaire occlusie leidt tot uitzetting gevolgd door beschadiging van de follikel, waarbij de inhoud ervan, zoals keratine en bacteriën, in de omliggende dermis terecht komt. Vervolgens komt daar een ontstekingsproces op gang, dat tot de symptomen van de aandoening leidt en waarbij secundair de apocriene zweetklieren betrokken raken. (Dermatologie voor huidtherapeuten) - Risicofactoren: Obesitas, roken |
Wat is de incidentie/prevalentie van hidradenitis? | - Incidentie: 1.5 per 1000 in Nederland - Prevalentie: de aandoening komt naar schatting bij 1% van de populatie voor, 2-5 keer vaker bij vrouwen. Bij jongeren komt het zelfs vaker voor, en ligt de prevalentie tussen de 1,5 en 4%. - Gemiddelde leeftijd: 22 jaar |
Wat is het klinisch beeld van hidradenitis? | Hidradenitis suppurativa begint meestal na de puberteit en wordt gekenmerkt door pijnlijke diepgelegen ontstoken laesies in de oksels, liezen, het anogenitale gebied (vooral bij mannen), tussen en onder de mammae en (minder vaak) op de billen. Het begint als een pustuleuze en inflammatoire folliculitis. Daarna ontstaan dieper gelegen pijnlijke erythemateuze nodi en noduli, die vaak evolueren tot een abces. Secundaire laesies ontstaan door samenvloeien van bestaande afwijkingen en fibrosering van de omgevende huid. Klinisch zeer kenmerkend zijn de fistels, die vaak gekoloniseerd worden door gramnegatieve bacteriën, die voor een penetrante geur zorgen. Het laatste stadium wordt gekenmerkt door hypertrofische fibreuze verlittekening, die leidt tot geïnduceerde plaques van inflammatoire noduli en fistels. Dit kan bewegingsbeperking of lymfoedeem tot gevolg hebben. |
Wat zijn differentiaal diagnoses van hidradenitis? | - Differentiaal diagnostisch kan er onder meer gedacht worden aan furunkels, karbunkels, geïnfecteerde bartholinicysten, steatocystoma multiplex, lymfogranuloma venereum (SOA), ‘gewone abcessen, granuloma inguïnale (SOA), pyoderma gangraenosum, acne en tuberculose. - Bij perianale fistels moet eveneens gedacht worden aan de ziekte van Crohn, hoewel uit onderzoek is gebleken dat HS en morbus Crohn vaak naast elkaar bij eenzelfde patiënt voorkomen. |
Welke meetinstrumenten kun je gebruiken bij hidradenitis? | Classificatie Hurley: - De ernst van de aandoening kan volgens het classificatiesysteem volgens Hurley gescoord worden: - Stadium I: één of meer noduli en/of solitaire abcessen zonder fistelgangen en verlittekening (75%). - Stadium II: één of meer verspreide, recidiverende abcessen met fistelgangen en/of verlittekening, met daartussen normale huid (22%). - Stadium III: diffuus of bijna diffuus ontstoken delen van de huid, of vele abcessen en onderling verbonden fistelgangen over het gehele gebied (3%). - Sartorius score Sartorius heeft een klinische score ontwikkeld, waarmee de ernst van de hidradenitis kan worden vastgelegd in een getal. andere meetinstrumenten: WHO-pijnladder, QOL-vragenlijsten, VAS, NRS, DLQI, HADS en ASEX Drie kenmerken die op dit moment gehanteerd worden voor het stellen van de diagnose HS zijn: - De typische huidafwijkingen zoals diep gelegen bulten en/of overmatige toename van de hoeveelheid bindweefsel (fibrose) - Typische plaatsen op het lichaam, zoals liezen en/of oksels - Het terugkerende en chronische verloop |
Welke behandelopties zijn er voor hidradenitis? | - Huidzorg - Pijn en pijnbestrijding - Lokale therapie - Systemische therapie - Biologicals - Chirurgische behandeling - Laser- en Lichtbehandeling |
Welke voorlichting geef je een patiënt over hidradenitis? | - Hidradenitis Suppurativa is een terugkerende huidziekte die gepaard gaan met ontstekingen van de haarzakjes, talgkliertjes en zweetkliertjes. Er kunnen rode pijnlijke zwellingen met pus ontstaan, maar ook holtes, gangetjes, knobbeltjes en littekens. Hidradenitis komt vaak voor in de oksels, liezen, schaamstreek, onder de borsten, in de nek of op de rug (NHG, z.d.). - Het is erg pijnlijk (NHG, z.d.). - Het is een chronische huidziekte (NHG, z.d.). |
Welke specialisten begeleiden mensen met hidradenitis? | - Diëtist(e) - Fysiotherapie - Leefstijlinterventie (GLI) - Psycholoog - Dermatoloog - Huidtherapeut |
Welk advies geef je een patiënt met hidradenitis? | - Bespreek alle behandelmogelijkheden en kijk welke behandeling bij jou past. Alleen door behandelingstrouwheid worden de beste resultaten behaald. - Omdat roken één van de belangrijkste omgevingsfactoren is, is het verstandig om te stoppen met roken, omdat roken de wondgenezing verslechterd (De Groot, Lorist & Toonstra, 2020; (J.J.E. van Everdingen, 2014). - Bij mensen met overgewicht kan het helpen om af te vallen, omdat overgewicht ervoor kan zorgen dat je meer zweet en dat er meer wrijving is in bepaalde lichaamsplooien (J.J.E. van Everdingen, 2014; (Hidradenitis suppurativa online, 2020; (M.F. Hofhuis, 2019). - Om meer wrijving te voorkomen, is het vermijden van schurende of strak zittende kleding belangrijk. Probeer zoveel mogelijk katoen te dragen omdat dit overmatig zweten voorkomt (De Groot, Lorist & Toonstra, 2020). - Goede hygiëne is belangrijk voor het voorkomen van bacteriële infecties (De Groot, Lorist & Toonstra, 2020; (M.F. Hofhuis, 2019). - Gebruik alcoholvrije en parfumvrije deodorant om irritatie te vermijden (Hidradenitis suppurativa online, 2020). - Vermijd scheren, waxen of epileren van het aangetaste gebied (Dr. J.H. Sillevis Smitt, 2014). |
Wat is de pathofysiologie van hyperhidrose? | - Erfelijkheid van hyperhidrose: - Er is hierbij onderscheid tussen primaire hyperhidrose en secundaire hyperhidrose - Bij primaire hyperhidrose is er een belangrijke erfelijke component: bij 30-50% van de mensen met hyperhidrosis komt het in de familie voor. - Bij secundaire hyperhidrosis speelt erfelijkheid geen rol. Deze ontstaat door een andere aandoening of andere medische oorzaak (bv: endocriene of neurologische aandoeningen, infecties, obesitas, paraneoplastische aandoeningen, etc.) |
Wat is de aandoening op celniveau van hyperhidrose? | - Zweten is fysiologisch als reactie bij stress, angst, inspanning, warme omgeving of oververhitting. Verhoogde zweetproductie over het gehele lichaam berust op een dysfunctie van het autonome systeem en kan een onderliggende endocriene of metabole oorzaak hebben (secundaire hyperhidrosis). - Het overmatig zweten van de handpalmen, voetzolen en oksels wordt waarschijnlijk uitgelokt door toegenomen neurale impulsen van de cerebrale cortex (hersenen) naar de eccriene zweetklieren. |
Wat is de incidentie/prevalentie van hyperhidrose? | - Incidentie en prevalentie van hyperhidrose respectievelijk 2,7 en 4,2 per 1000 patiëntjaren. - De prevalentie bedraagt voor mannen 3,9 en voor vrouwen 4,6 (totaal 4,2). - Deze aandoening begint op de kinderleeftijd of tijdens de puberteit en komt vaak familiair voor. Geen systemische ziekte ten grondslag. - Prevalentie: 3% van de bevolking - Bijna evenveel mannen als vrouwen. - Helft vd gevallen hyperhidrose axillarum. Meestal kinderen, adolescenten of jong-volwassenen. - In een nationaal Amerikaans onderzoek onder 150.000 representatieve huishoudens was de prevalentie van hyperhidrose 2,9% (n = 6800). Van hen had 38% daarover een arts geraadpleegd. In een Duits huidkankerscreeningsprogramma bij werknemers in grote bedrijven (n = 14.336) was de prevalentie van hyperhidrose 16,3%. De prevalentie van frequent of constant zweten was 6,1%. Van de patiënten met lokale hyperhidrose (28%) had 27% een arts bezocht. - Er zijn geen gegevens bekend over de prevalentie onder de Nederlandse bevolking. Het Duitse onderzoek is niet in de algemene bevolking uitgevoerd en kan daardoor beïnvloed zijn. Hierdoor is de prevalentie uit Engels en Amerikaans onderzoek aangehouden en afgerond naar 3%. |
Wat is anhidrosis en wat is de erfelijkheid? | - Anhidrose is het onvermogen om te transpireren Erfelijkheid: - De ziekte is autosommaal recessief, dat wil zeggen dat je het alleen krijgt als je van allebei je ouders het veranderde gen hebt gekregen |
Wat is anhidrose op celniveau en wat is de prevalentie? | Op celniveau: - Er zijn vier categorieën van aandoeningen/ factoren die kunnen leiden tot anhidrose: - Ziekten van het CZ of PZ die de zenuwprikkels van de hypothalamus naar de eccriene zweetklieren verhindert (alcoholisme, diabetes, lepra, auto-immuun neuropathie) - Medicijnen die de neurotransmissie blokkeren (α2-agonisten, calciumantagonisten, a-receptorblokkerende stoffen) - Veranderingen in de zweetklieren (afsluiting, beschadiging, medicatie) - Idiopathische aandoeningen (onbekende oorzaak) Prevalentie: - Prevalentie is niet bekend |
Hoe diagnostiseer je primaire hyperhydrosis? | - De diagnose primaire hyperhidrosis wordt gesteld op de anamnese en het klinisch beeld: overmatig zweten langer dan 6 maanden bestaand, vooral in gebieden die rijk zijn aan zweetklieren (handpalmen, voetzolen, oksels, gelaat), symmetrisch, zodanig ernstig dat het de dagelijkse activiteiten verstoord, meer dan 1 keer per week, begonnen voor het 25e levensjaar, familiair voorkomen, geen nachtzweten (vaak vooral gelokaliseerd). 2 typen: - Volair: handpalmen(palmaris) en voetzolen(plantaris/plantair) - Axilair: oksels - Combinatie komt voor, maar een van de twee typen domineert in het geval. |
Hoe diagnostiseer je secundaire hyperhidrosis? | - De diagnose secundaire hyperhidrosis wordt overwogen als het na het 25e levensjaar begint en gepaard gaat met nachtzweten. In dat geval is het zinvol om klachten-gericht aanvullend onderzoek te doen, danwel de patiënt hiervoor door te verwijzen naar de internist (vaak gegeneraliseerd). - Als er niet voldaan wordt aan de diagnostische criteria van de primaire dient er te worden gekeken naar onderliggende ziekten. |
Wat is het klinisch beeld van anhidrosis? | - Het onvermogen om te transpireren. - Zweten zorgt voor temperatuur regulatie van het lichaam, bij het onvermogen van zweten is dit dus verstoord, waardoor functies van de hersenen en andere organen beïnvloed kunnen worden. - Symptomen; slaperigheid, concentratiestoornis, vermoeidheid. Ernstige symptomen zouden zelfs tot dood kunnen leiden. |
Wat zouden meetinstrumenten kunnen zijn van hyperhidrosis? | Jodium zetmeel proef: - Het is mogelijk een indruk te krijgen van de hoeveelheid zweetsecretie met de jodiumzetmeel proef. Hierbij wordt de huid goed afgedroogd en ingesmeerd met een jodiumoplossing. Vervolgens wordt zetmeel over de huid gestrooid. Zetmeel reageert met jodium in aanwezigheid van het zweet en dat geeft een donkerblauwe of zwarte verkleuring. |
Hoe kun je hyperhydrosis behandelen? | Lokaal: - Zinkoxide; aluin/salicylzuur, antizweetpoeder FNA, ook wel aluinstrooipoeder samengesteld FNA; . aluminiumhydroxychlorideoplossing 15%/creme 20% FNA; aluminiumchlorideoplossing 20% FNA; . aluminiumchloridehexahydraat 20-25% in alcohol 96%; hierbij dient men, gezien de mogelijke irritatie van de huid door de oplossing, die deels het gevolg is van de hoge alcoholconcentratie, de omgevende huid te beschermen met bijvoorbeeld zinkzalf FNA. - Benzoylperoxide tegen de bacterievorming, om geurtjes tegen te gaan. - Botuline-toxine injecties Systemisch: - Mogelijk dosisverlaging of vervanging van medicatie die het veroorzaakt, ofwel stopzetten behandeling - Er zijn systemische medicaties die soms enig effect hebben bij hyperhidrosis zoals glycopyrrolate, oxybutynine, clonidine, clonazepam, propanolol. Al deze middelen hebben bijwerkingen en zijn niet geregistreerd voor deze indicatie. Anticholinergica worden het meest gebruikt, maar circa een derde haakt af vanwege de bijwerkingen Operatief: - Excideren zweetklieren |
Hoe kun je als huidtherapeut hyperhidrosis behandelen? | Huidtherapeutische behandeling specifiek: - Iontoforese. Dit is een methode waarbij bijvoorbeeld de handpalm en de vingertoppen van één hand in twee van elkaar gescheiden vloeistofbakjes zitten met een verschillende elektrische lading. Het therapeutische effect berust op twee principes: elektroforese (verplaatsing van ionen onder invloed van hun elektrische lading door de huid heen) en elektro-osmose (transport van ionen als gevolg van waterverplaatsing). De werkzaamheid van iontoforese zou berusten op galvanische beschadiging van de epidermis, die keratinisatie van de uitvoergang van de zweetklier tot gevolg heeft. Bij de axilla is dit minder succesvol omdat de plaats ongunstig is voor de probe etc. Algemeen: - Eventuele oorzaken uitvragen zoals medicatie, diabetes, verdere aandoeningen, mentale gezondheid zoals stress. |
Hoe behandel je anhidrosis? | Eerst de oorzaak achterhalen! Lokaal / algemeen: - Exfoliërende crème bij verstopte zweetklieren Systemisch: - Corticosteroïden injecties, lage bewijslast en kans op recidief of resistentie - Gember- en sojasuppletie - Mogelijk dosisverlaging of vervanging van medicatie die het veroorzaakt, ofwel stopzetten behandeling - Wanneer dit niet mogelijk is -> warmtestress vermijden en huid afkoelen met koud water |
Wat voor voorlichting geef je aan de patiënt over hyperhidrosis? | - Primaire hyperhidrose - Secundaire hyperhidrose - Hoe ervaart de patiënt zijn/haar klacht? - Wat weet de patiënt zelf al over hyperhidrosis? - Verwijs naar informatie op thuisarts.nl |
Welke adviezen geef je een patiënt met hyperhidrosis? | - Wat hebt u er zelf al aan gedaan om de klacht te verminderen? - Was de kleding regelmatig en draag kleding van katoen, wol of linnen. Draag wijde kleding, wissel deze frequent. - Deodorant met aluminium zouten gebruiken, eventueel vragen om een recept via de huisarts. (Syneo 5, Odorex) - Spoel zeepresten goed af en droog het lichaam goed af. - 1 tot 2 keer per dag de voeten wassen, 1 tot 2 keer per dag schone sokken aantrekken. - Loop zo vaak mogelijk op blote voeten, houd schoenen niet de hele dag aan, draag goed ventilerende schoenen. - Vocht absorberende inlegzooltjes gebruiken en overdag poederen met bijvoorbeeld miconazol, strooipoeder en naast de vochtabsorberende eigenschappen werkt het ook tegen schimmels en bacteriën die pitted keratolysis veroorzaken. - Probeer om koffie, alcohol, gekruid eten te beperken/ te vermijden. |
Hoe begeleid je een patiënt met hyperhidrosis? | - Als de patiënt aangeeft last te hebben van schaamte kunnen we de patiënt terugverwijzen naar de huisarts of dermatoloog. - De patiënt kan een ‘zweet dagboek’ bijhouden. Dit kunnen we samen evalueren en kijken naar mogelijke oorzaken van het zweten zodat deze oorzaak te vermijden/ te voorkomen is. |
Welke voorlichting geef je aan een patiënt met anhidrosis? | Anhidrosis is het onvermogen om te zweten, dit kan lokaal voorkomen of over het hele lichaam. Als de patiënt niet kan zweten dan kan de lichaamstemperatuur onder bepaalde omstandigheden heel erg stijgen wat de functies van de hersenen en andere organen beïnvloed. Er zijn verschillende factoren die kunnen leiden tot anhidrosis zoals medicatie, afwijkingen aan de zweetklieren, aandoeningen in het zenuwstelsel en onbekende oorzaken. |
Welke adviezen geef je een patiënt met anhidrosis? | - Tijdens inspanning is het belangrijk om sportdranken of vruchtensappen te drinken die elektrolyten bevatten. - Inspanning mag weer nadat de patiënt uren geleden te maken heeft gehad met hittekrampen. - Zorg voor een koele omgeving en vermijd zware inspanningen - Regelmatig een koude douche nemen - Verwijs de patiënt naar de huisarts |
Hoe begeleid je een patiënt met anhidrosis? | De patiënt kan een ‘klachten dagboek’ bijhouden. Dit kunnen we samen evalueren en kijken naar mogelijke oorzaken van die klacht zodat deze te vermijden/ te voorkomen is. |
Wat is de pathofyiologie van miliaria? | Oorzaak van miliaria: - Miliaria ontstaat door afsluiting van de uitvoergangen van de zweetklieren, vaak in combinatie met overmatig zweten. In plaats van te verdampen, wordt het transpiratievocht opgesloten onder de huid, waardoor ontstekingen en huiduitslag ontstaan - Erfelijkheid is niet bekend, echter zijn pasgeborene gevoelig voor deze aandoening doordat de buizen van de eccriene zweetklieren bij baby’s en jonge kinderen nog niet volgroeid zijn. Hierdoor raken ze gemakkelijk afgesloten. Er zijn verschillende vormen miliaria: - Miliaria Rubra: Obstructie bevind zich halverwege de epidermis - Miliaria Chrystallina: Obstructie bevind zich in de stratum corneum - Miliaria Profunda: Obstructie bevind zich in waar de epidermis overgaat naar de dermis Incidentie en/of prevalentie: - De prevalentie van miliaria is niet bekend. Het komt in Nederland weinig voor, maar is in zuidelijke landen en vooral in de tropen een frequente aandoening, vooral bij kinderen die te warm worden aangekleed. Het komt bij 4% van de bevolking voor. |
Wat is de pathofysiologie van urticaria? | Erfelijkheid: - Ofschoon er geen duidelijke erfelijke aanleg bestaat, kan het verschijnsel zich in bepaalde families vaker voordoen dan gebruikelijk is. Dit is bijvoorbeeld het geval bij bepaalde urticariatypen, zoals de zogenoemde koude-urticaria en zonlicht urticaria. - Er is bij koude-urticaria sprake van een “autosomaal dominante overerving”. De kans dat de ziekte bij de nakomelingen wordt overgedragen is 50%. De wat meer rode galbulten zijn hierbij pijnlijk en treden na enkele minuten op na blootstelling aan kou ( de acute vorm) óf pas na 9 tot 18 uur (vertraagde vorm) en kunnen dan tot zo’n 48 uur blijven bestaan. Een reactie gaat vaak gepaard met een algehele malaise (hoofdpijn, koorts, gewrichtspijn). De eerste verschijnselen treden al tijdens de kinderleeftijd op. Aandoening op celniveau: - Urticaria wordt veroorzaakt door mediatoren die vaatverwijding veroorzaken. Bij urticaria spreken we van een degranulatie van de mestcellen in de huid. Bij deze degranulatie komen pro-inflammatoire mediatoren vrij zoals prostaglandinen en leukotrieën. Deze stofjes zorgen voor vasodilatatie, verhoogde doorlaatbaarheid van bloedvatwanden en uittreden van vocht, eiwitten en ontstekingscellen in de omgevende dermis. |
Wat is de incidentie/prevalentie van urticaria? | - Spontane urticaria wordt niet opgewekt door een bepaalde prikkel, je kunt dit dus niet voorkomen. Urticaria die uitgelokt wordt door bepaalde omstandigheden, zoals kou en warmte, zijn in het dagelijks leven niet te omzeilen. Wel wordt aangeraden alcoholgebruik en stress te vermijden. Weet je of het ontstaat door een bepaalde stof of eerdere ervaring? Dan ben je hier waarschijnlijk overgevoelig voor en kun je die beter vermijden. Bij urticaria solaris heeft de zon invloed, dan is het in ieder geval aan te raden een sunblock te gebruiken met een hoge beschermingsfactor. - Als een fysische prikkel de klachten veroorzaakt, zal geprobeerd deze prikkels te vermijden. Vaak is het echter niet mogelijk blootstelling aan of contact met bepaalde fysische prikkels te vermijden bijvoorbeeld douchen, afkoelen of inspanning. Als vermijden niet of slechts ten dele mogelijk is, dan kunnen ook antihistaminica voor dagelijks gebruik voorgeschreven worden ter preventie van klachten. |
Wat zijn de differentiaal diagnoses van miliaria en urticaria? | Miliaria: Bij pasgeborenen: - Erythema toxicum neonatorum - Candidiasis Bij volwassenen: - Folliculitis - Candidiasis, ziekte van Grover Urticaria: - Urticariële vasculitis - Auto- inflammatoire aandoeningen - Erythema exsudativum multiforme - Subacute cutane lupus erythematodus - Geneesmiddelenreacties |
Welke meetinstrumenten kun je gebruiken bij miliaria en urticaria? | Miliaria: Meetinstrument: - Skincolorcatch Lichamelijk onderzoek: - Palpatie en inspectie Urticaria Meetinstrument: - Vragenlijst (C:\Actuele Files WP9\Urticariasimpelpdf.wpd (huidarts.com) Lichamelijke onderzoek: - Palpatie en inspectie |
Hoe behandel je miliaria? | De lichtere vormen (Miliaria Crystallina) hebben geen behandeling nodig, dit verdwijnt vanzelf. De ernstige vorm (Miliaria Rubra of Profunda) kan wel behandeld of verlicht worden. Lokaal: - Verkoelende lotion/gel - Indrogende lotion → lotion Alba FNA - Dermatocorticosteroïden → voor verlichting van de jeuk in vorm van een lotion, zalf of crème. - Wanneer er bij pustels sprake is van een bacteriële infectie kan er een lokaal antibioticum gegeven worden. - Antipruriginosa → voor verlichting van de jeuk in vorm van een lotion, zalf of crème. Systemisch: - Omdat Miliaria een hele plaatselijke aandoening is wordt er geen systemische behandeling gedaan. Het is te verhelpen door de oorzaak aan te pakken en lokale therapieën toe te passen. Huidtherapeutische behandeling: - Adviezen en evt. begeleiding: creëren van koele omstandigheden, dragen van goed absorberende kleding en vermijden van zweten. De miliaria zal dan vanzelf verdwijnen. |
Hoe behandel je urticaria? | In eerste instantie wordt geprobeerd om de oorzaak van de Urticaria aan te pakken. Wanneer de oorzaak niet weggenomen kan worden is de behandeling symptomatisch. Lokaal: - Overweeg bij jeuk bij urticaria een behandeling met levomenthol 1% gel of crème (niet bij kinderen < 2 jaar) eventueel in combinatie met zinkoxide (schudsel). Deze middelen kunnen zo nodig diverse malen per dag op de jeukende plekken worden aangebracht. Zorgt vooral voor verlichting, maar kan als ondersteuning naast bijv. een antihistaminicum gebruikt worden. Systemisch: - Eerste keus: antihistaminica → effectief tegen de jeuk maar onderdrukken de urticaria niet geheel. Bij acute urticaria kan het kortdurend gebruikt worden en bij chronische urticaria langdurig (bijv. dagelijks) of intermitterend. Voorbeelden: fexofenadine, loratadine, desloratadine en cetirizine. De dosis kan eventueel tot viermaal de standaard dosis verhoogd worden. - Andere keuzes: soms worden de volgende behandelvormen bij urticaria toegepast, met name bij hardnekkige gevallen die niet reageren op antihistaminica: prednisolon stootkuur (corticosteroid), ciclosporine (alternatief voor de prednison), lichttherapie, plasmaferese (verwijderen bloedplasma). Acetylsalicylzuur wordt bij chronische urticaria afgeraden (zie advies en begeleiding)! Huidtherapeutische behandeling: - Lichttherapie → een indicatie hiervoor is Urticaria Pigmentosa. UVA-1 lichttherapie kan worden ingezet, met alleen symptomatisch effect. Cosmetisch heeft het niet veel effect, alleen op de jeuk. Advies en evt. begeleiding: - Adviseer uitlokkende factoren, als die bekend zijn, zoveel mogelijk te vermijden en geen strakke kleding te dragen. - Adviseer ten tijde van klachten of bij recidiverende klachten zo veel mogelijk het gebruik van alcohol, RAS-remmers (bij angio-oedeem), acetylsalicylzuur en andere NSAID’s en opioïden te vermijden, omdat deze bestaande klachten kunnen verergeren en ook kunnen uitlokken. |
Welke informatie geef je een patiënt met miliaria? | Voorlichting: - Miliaria ontstaat door overmatig zweten bij warme omstandigheden (warme omgeving (tropen), na overmatig zonnen en sauna, bij koorts, te hoge kamertemperatuur, te warm aangekleed). Vaak speelt er ook een (gedeeltelijke) blokkade van de uitvoergangen mee. Bij neonaten wordt het vaak gezien, mogelijk omdat de afvoergangen nog niet goed aangelegd of doorgankelijk zijn; ook worden babies en kleuters vaak te warm aangekleed. Andere oorzaken van blokkade van zweetklierafvoergangen zijn oedeem in de epidermis, huidziekten met parakeratose, schade door zonverbranding, vette zalven, kleding, luiers, bepaalde chemicaliën). Begeleiding: - Over het algemeen is begeleiding bij miliaria niet noodzakelijk voor de patiënt. Echter kan bij miliaria veroorzaakt door oedeem en andere huidziekten de begeleiding van een huidtherapeut of wijkverpleegkundige gewenst zijn. Ook bij pasgeborenen is in de eerste maanden een kraamhulp beschikbaar voor begeleiding. |
Welke adviezen geef je een patiënt met miliaria? | Adviezen: - Zoveel mogelijk warmtebronnen vermijden - Zorg voor voldoende afkoeling - Draag luchtige en vocht absorberende kleding - Bij neonaten is het gebruik van verkoelende talkpoeders tegen prickly heat gewenst. - Eventueel kan een indrogende lotion (zoals lotio alba FNA) worden toegepast. - Eventuele dermacorticosteroïden bij miliaria rubra |
Welke informatie geef je een patiënt met urticaria? | Voorlichting: - Een veelvoorkomende aandoening, die chronisch en acuut (<6 weken) kan voorkomen. - Er zijn veel verschillende vormen. - Gaat vaak gepaard met angio-oedeem. - Zelden is een allergie de oorzaak, etiologie blijft vaak onbekend. Begeleiding: - Huisarts kan antihistaminica voorschrijven tegen de opvlamming - Urticaria veroorzaakt door bepaalde voedingstoffen is begeleiding van een diëtiste mogelijk. - Uitleg geven over de oorzaken van urticaria en/of angio-oedeem. Vaak is de oorzaak echter onbekend. Verder onderzoek is over het algemeen niet zinvol, omdat de prognose doorgaans gunstig is. Bovendien wordt er, ook bij uitgebreid onderzoek, meestal geen oorzaak gevonden. - Foto maken van de huiduitslag zodat de patiënt deze bij een volgende opvlamming kan herkennen. |
Welke adviezen geef je een patiënt met urticaria? | - Bij chronische urticaria is het verstandig het gebruik van salicylaten af te raden. - Bij jeuk zo min mogelijk proberen te krabben om krablaesies te voorkomen, eventueel gebruik van koelzalf als verlichting. - Smeer de aangedane plekken altijd goed in met een fysische spf bij zonexpostitie. - Adviseer uitlokkende factoren, als die bekend zijn, zoveel mogelijk te vermijden en geen strakke kleding te dragen. - Adviseer ten tijde van klachten of bij recidiverende klachten zo veel mogelijk het gebruik van alcohol, RAS-remmers (bij angio-oedeem), acetylsalicylzuur en andere NSAID’s en opioïden te vermijden, omdat deze bestaande klachten kunnen verergeren en ook kunnen uitlokken. - Wijs bij vermoeden van overgevoeligheid voor een geneesmiddel de patiënt erop dat hij overgevoelig is (of kan zijn) voor dat middel en dit moet vermijden. |