8 lymfetaping en microneedling
🇳🇱
In Holandés
In Holandés
Practique preguntas conocidas
Manténgase al día con sus preguntas pendientes
Completa 5 preguntas para habilitar la práctica
Exámenes
Examen: pon a prueba tus habilidades
Pon a prueba tus habilidades en el modo de examen
Aprenda nuevas preguntas
Modos dinámicos
InteligenteMezcla inteligente de todos los modos
PersonalizadoUtilice la configuración para ponderar los modos dinámicos
Modo manual [beta]
Seleccione sus propios tipos de preguntas y respuestas
Modos específicos
Aprende con fichas
Escuchar y deletrearOrtografía: escribe lo que escuchas
elección múltipleModo de elección múltiple
Expresión oralResponde con voz
Expresión oral y comprensión auditivaPractica la pronunciación
EscrituraModo de solo escritura
8 lymfetaping en microneedling - Marcador
8 lymfetaping en microneedling - Detalles
Niveles:
Preguntas:
16 preguntas
🇳🇱 | 🇳🇱 |
Wat zijn de eigenschappen van tape? | - Elastisch, rekt tot 140% = gelijkend met huidrek - Hypoallergeen, lijmlaag is geen latex maar acryl (sommige mensen reageren er wel op) - ‘Ventileert’ - Zit met 10% (voor)rek op de rol - Alleen in lengte rekbaar - Lijmlaag is warmtegevoelig (plakt beter als hij warm wordt - Kan meerdere dagen blijven zitten - Verdraagt douche/water - Plakt maar één keer |
Wat zijn de algemene effecten van tape? | - Spierfunctie verbetering door tonusregulatie (fysiotherapeutische toepassing) - Belemmering in bloedcirculatie, en lymfeafvoer opheffen - Normalisering van de doorbloeding - Directe pijndemping (relatie tussen hoeveelheid interstitieel vocht en pijn) - Ondersteuning gewrichtfunctie (fysiotherapeutische toepassing) - Neuro-reflectoire beïnvloeding (zoals bijvoorbeeld bij migraine, maagklachten, menstruatieklachten of chemo (minder misselijk)) |
Wat zijn convlusies? | - rimpling - lifting van de huid - Dit wil je - Hierdoor ontstaat meer microcirculatie - De patiënt moet rekken, huid op spanning, dan tape zonder rek aanbrengen |
Wat zijn contra-indicaties van lymfetaping? | Absoluut: - Trombose in acuut stadium (trombus losschieten leidt tot embolie) - Huideffecten (lokaal) - Koorts - Ernstige trauma’s - Algemeen oedeem door hartfalen of nierfalen Relatief: - Carcinomen - Zwangerschap - Diabetes |
Welke verschillende tape technieken gebruikt een fysiotherapeut met | - Spiertechniek, tonisering/detonisering - Space tape: ruimte gevende tape - Ligamentaire of peescorrectie - Mechanische correctie - Functionele correctie - Neuro-reflectoire beïnvloeding - Fascia correctie |
Welke verschillende tape technieken gebruikt een huidtherapeut? | - Lymfatische verbetering - Litteken verbetering |
Wat doe je als iemand toch allergisch is voor de tape? | - Eerder een huidreactie dan werkelijk allergische reactie (let vooral ook op met afhalen tape) - Verhoogde reactiviteit van het weefsel door oedeem/blokkade van meridianen - Vooral irritatie onder de basis, daarom nu losse I-stroken in plaats van octopusmethode - Niet elke keer op dezelfde plaats plakken - Cavilon spray (barrière film) kan helpen |
Wat is punch tape? | - Met gaatjes - Meer stretch - Ventileert beter |
Waar moet je rekening mee houden bij lyfetaping? | - Huid moet schoon, droog en vetvrij zijn - Tape moet op de huid hechten, bij veel haar kan dat niet (scheren, of met trimmer) – zeker bij oedeem - Hoekjes rondknippen - Geen plooien in de huid of tape - Warm wrijven voor een goede hechting - Kortdurende jeuk mag, niet langer dan 1 uur - Tape verwijderen door nat maken of olie |
Welke verschillende 'plak' methoden zijn er? | Vorm van de tape: - I-tape: lange stroken (nieuwe methode) - Octopus tape (oude methode) - Raster tape (littekens) Richting van de tape: - Anatomisch: de lymfebanen volgend (vanuit afvloed gebied naar oedeemgebied) - Golf: (Harry Pijnappel methode) - Spiraalsgewijs, de huid op spanning aanbrengend (nieuwe methode/fascietechniek) |
Wat is de anatomische methode bij lymfetaping? | - Volgt de lymfebanen - Eerst huid op spanning brengen, niet de tape op spanning aanbrengen - Tape vanaf lymfeklierstation naar distaal aanbrengen - Of van uitgeruimd gebied af, tot over de waterscheiding |
Wat is de spiraalsgewijs methode bij lymfetaping? | - Breng dan de huid op spanning - Spiraalvorming aanbrengen naar distaal - Kan ook kruisend/rastervormig |
Hoe tape je hypertrofische littekens? | - Tape langs litteken leggen en gelijke lengte afknippen - Afronden van hoeken in verband met oprollen - Plooit dit nu dubbel en knip in de lengte van het litteken in tot een 0,5cm van de rand - Eventueel filmverbandspray cavilon > geeft een beetje basis kleeflaag - Tape 1/1,5 cm onder litteken eerst een kant vastplakken, dan trekken en ongeveer 2 cm boven litteken vastplakken - Er staat dan geen spanning op het litteken meer. In combinatie met corticosteroïden is dit een goed preventief middel tegen hypertrofische littekenvorming |
Hoe tape je verkleefde littekens? | - Rasters - Breng de tape op rek - Betere microcirculatie - Maakt litteken zachter en mobieler - Deze techniek werkt ook bij fibrose en haematomen - I-tapes in tegengestelde richting plakken - Minimaal 6 weken oud litteken - Centrum tape op spanning brengen, uiteindes zonder spanning opplakken |
Waarom microneedling? | Groeiende behoefte aan minimaal invasieve littekeninterventies - Minimale hersteltijd - ‘Geen’ risico op infectie - Binnen 24 uur re-epithalisatie - Erytheem, oedeem, huidschilfering en beurs gevoel Veilig en effectief: Atrofische acne littekens en brandwonden: - 50% verbetering op erytheem, plooibaarheid, dikte en reliëf - 73% verbetering op jeuk - 30-50% verbetering algehele littekenkwaliteit - 50% verbetering na +/- 2,5 behandeling |
Wat is het werkingsmechanisme van microneedling? | Inflammatiefase: - Inductie groeifactoren PDFG, FGF, TGF-alfa/bèta Proliferatiefase: - Keratinocyten proliferatie: angiogenese en collageen depositie - TGF-bèta trekt fibroblasten aan - 5-10 dagen: collageen type 3 - > 2 weken: balans pro-fibrotische factoren (VEGF, IL-1, TGF-bèta1) en anti-fibrotische factoren (IL-10, TGF-bèta3) na 2 weken Maturatiefase: - Collageen type 3 -> type 1 - Microneedling reguleert de vorming van TGF-bèta1 en bèta2 (pro-fibrotisch) en stimuleert TGF-bèta3 (anti-fibrotisch) |