8 diverse tumoren en haematologie
🇳🇱
In Holandés
In Holandés
Practique preguntas conocidas
Manténgase al día con sus preguntas pendientes
Completa 5 preguntas para habilitar la práctica
Exámenes
Examen: pon a prueba tus habilidades
Pon a prueba tus habilidades en el modo de examen
Aprenda nuevas preguntas
Modos dinámicos
InteligenteMezcla inteligente de todos los modos
PersonalizadoUtilice la configuración para ponderar los modos dinámicos
Modo manual [beta]
Seleccione sus propios tipos de preguntas y respuestas
Modos específicos
Aprende con fichas
Escuchar y deletrearOrtografía: escribe lo que escuchas
elección múltipleModo de elección múltiple
Expresión oralResponde con voz
Expresión oral y comprensión auditivaPractica la pronunciación
EscrituraModo de solo escritura
8 diverse tumoren en haematologie - Marcador
8 diverse tumoren en haematologie - Detalles
Niveles:
Preguntas:
40 preguntas
🇳🇱 | 🇳🇱 |
Wat is de functie van bloed? | - Transport: gassen, voedingsstoffen, afvalproducten, hormonen, eiwitten en excretie producten - Regulatie pH - Lichaamstemperatuur - Afweer - Stolling |
Waaruit bestaat bloed? | - 55% bloedplasma - 45% bloedcellen |
Waaruit bestaat bloedplasma? | 91% water 6-8% plasma-eiwitten: - 58% albumine (colloïd osmotische druk) - 38% globulines: alfaglobulinen (transport hormonen en vitaminen), bètaglobulinen (onder andere transferrine: transport ijzer), gammaglobulinen (immunoglobulines) - 4% fibrinogeen (stolling) 2% andere stoffen: - zouten (ionen), onder andere Na+, K+, CA^2+, PO4^3-, Cl-, HCO3- - voedingsstoffen: glucose, aminozuren, vetzuren, glycerol en vitaminen - hormonen - afvalstoffen: onder andere ureum, urinezuur, CO2, bilirubine |
Waaruit bestaan bloedcellen? | Rode bloedcellen (erythrocyten) Witten bloedcellen (leukocyten): - Granulocytes: > Neutrophils > Eosinophils > Basophils - Agranulocytes > Lymphocytes > Monocytes Bloedplaatjes (thrombocyten) |
Uit welke cellen ontstaan onze bloedcellen? | - hemopoëse (grieks: poiesis = vorming): vorming van bloedcellen - vanuit stamcellen die ontstaan in het mesenchym (embryonaal bindweefsel) - ze begeven zich naar de embryonale bloedaanmaakcentra: lever, milt, thymus, lymfeknopen en vanaf de zesde foetale maand ook in het inmiddels gevormde beenmerg - door mitotische delingen en differentiatieprocessen worden vanuit hier de verschillende soorten bloedcellen gevormd - de homepoëse vindt vooral plaats in het rode beenmerg - het rode beenmerg wordt doorkruist door een netwerk van bloedvaatjes die zorgen voor de aanvoer van voedingsstoffen en de talrijke cytokinen (erytropoëtine) die de hoge productie moeten handhaven. langs diezelfde bloedvaten worden de gevormde bloedcellen afgevoerd naar het vloed - dit kan pas plaatsvinden nadat de hemopoëtische stamcellen zich hebben gedifferentieerd en zich los hebben gemaakt van zogenaamde adhesiecellen waarmee de cellen in het rode beenmerg verbonden zijn. - er is zo aanvankelijk een zogenaamde beenmerg-bloedbarrière, waarlangs de bloedcellen, afhankelijk van het rijpingsstadium, kunnen passeren - bij erytropoëse is het rijpingsproces pas voltooid nadat de celkern is verwijderd en er voldoende hemoglobine is gevormd. |
Welke cellen zijn betrokken bij de afweer? | Witte bloedcellen (leukocyten) onderverdeeld in granulocyten: - Neutrofiele granulocyten - Eosinofiele granulocyten - Basofiele granulocyten Monocyten (macrofagen) Lymfocyten: - T lymfocyten - B lymfocyten |
Welke cellen zijn betrokken bij aspecifieke afweer? | Granulocyten: - neutrofiele granulocyten - eosinofiele en basofiele granulocyten macrofagen (ontstaan uit monocyten) - cytokinen |
Wat is specifieke afweer en welke cellen zijn daarbij betrokken? | - Deze vorm van immuniteit richt zich tegen zeer specifieke micro-organismen - Kenmerkend is het aspect van het geheugen, dat wil zeggen dat de immuniteit pas ontstaat na contact met een micro-organisme - T lymfocyten - B lymfocyten |
Wat zijn trombocyten? | - bloedplaatjes - stukjes cytoplasma die zijn afgesnoerd van reuskernige cellen (megakaryocyten) in het rode beenmerg - levensduur 5-9 dagen - nauw betrokken bij het proces van de hemostase (bloedstelping), waarvan de coagulatie (bloedstolling) een belangrijk onderdeel is - trombocyten bevatten de stof trombokinase |
Wat is hemostase? | = het bloeden doen ophouden - Hemostase is een voorwaarde voor de homeostase Fases van de bloedstelping: - Bloeding - Vasoconstrictie (vernauwing) na enige seconden - Trombocytenaggregatie/stelping (ontstaan prop) start na 30 seconden - Bloedstolsel/coagulatie ontstaat na 1-10 minuten |
Wat is intrinsieke en extrinsieke stolling? | - Vaatwandbeschadiging - Fosfolipiden - + een cascade van activering van stollingsfactoren (12, 11, 9, 7, en dergelijke) plaatjesfactor - + calciumionen Extrinsieke stolling: - Weefselbeschadiging - Collageen, weefselfactoren zoals fosfolipiden, eiwitten - Stollingsfactoren v - Plaatsjesfactor - + calciumionen |
Wat doen intrinsieke en extrinsieke stollingsfactoren samen? | - Activatie van factor x samen met de factor v en Ca2+ (protrombinase) - Protrombine -> trombine - Trombine -> fibrinogeen -> fibrine -> fibrinedraden -> stolsel |
Wat is het einddoel van de cascade stollingsfactoren? | - Omzetten van fibrinogeen in fibrine - Dit vormt de fibrinedraden - Bloedstolsel = korstje Prop met fibrinedraden met daarin gevangen erythrocyten |
Welke bloedziekten zijn er? | Erythrocytosis: - Te veel aan rode bloedcellen Bloedarmoede: te kort aan hemoglobine: - Ijzertekort, Schadelijk, Hemorragisch, Hemolytisch, Sikkelcel Overige - Hemofilie - Trombocytopenie - Leukemie - Bloedvergiftiging - Malaria - Infectious mononucleosis = ziekte van Pfeiffer |
Wat is Leukemie? | Ongecontroleerde woekering van leukocyten in: - Beenmerg - Lymfeklieren - Milt Het is gestoorde proliferatie en uitrijping van beenmergstamcellen - Verdringen normale cellen beenmerg Gevolgen: - Anaemie - Granulocytopenie - Trombocytopenie |
Welke klachten heeft een patiënt met een acute leukemie? | - algemene malaiseklachten sedert één of enkele weken - bleekheid, moeheid en cardiovasculaire klachten ten gevolge van bloedarmoede - koorts, keel- en luchtweginfecties, perianale ontstekingenm sinusitis en andere infecties, en eventueel bacteriëmieën ten gevolge van granulocytopenie - spontane bloedingen, purpera, tandvleesbloedingen, menorragieën, neusbloedingen en soms inwendige bloeddingen ten gevolge van trombocytopenie klachten ten gevolge van orgaaninfiltratie door leukemie: - botpijn - lymfeklierzwellingen - huidinfiltratie (leukemia cutis) - spleno- en hepatomegalie - tandvleeszwelling - infiltratie van het centrale zenuwstelsel en meningeale leukemie (vaker bij ALL dan bij AML) |
Welke vormen van leukemie zijn er? | Acute lymfatische leukemie (ALL) - Kinderen en jongvolwassenen Acute myeloïde leukemie (AML) - Tussen 20-40 jaar en ouder dan 60 jaar Chronische lymfatische leukemie (CLL) - Bejaarden Chronische myeloïde leukemie (CML) - Tussen 50 en 60 jaar |
Wat is het verschil tussen acute en chronische leukemie? | Acuut: - Snel ontstaan - Heel veel onrijpe cellen in bloed - Zonder behandeling binnen enkele maanden fataal Chronisch: - Langzaam ontstaan - Veel gedeeltelijk rijpe cellen in bloed - Jarenlang sluimerend aanwezig - Moeilijker te genezen dan acute |
Wat is acute lymfatische leukemie (ALL)? | - In het beenmerg een abnormale celgroei in de stamcellen die zich ontwikkelen tot lymfocyten - Piek kinderen en jongvolwassenen Cytostatica: 95% complete remissie - Van deze 95% blijft ¾ leukemie vrij, bij de rest treedt een recidief op - Recidief prognose beduidend slechter Klinisch beeld: - Ontwikkeld zich acuut - Acute infectie ziekte - Bloedingen - Bleekheid - Klierzwellingen - Sepsis |
Wat is acute myeloïde leukemie (AML)? | - In het beenmerg een abnormale celgroei in de stamcellen die zich ontwikkelen tot rode bloedcellen, granulocyten, monocyten en bloedplaatjes - Alle leeftijden, meer bij volwassenen dan bij kinderen (tussen 20-40 jaar en ouder dan 60) - 5 jaars overleving <25% |
Wat is chronische lymfatische leukemie (CLL)? | - Meest voorkomende vorm van leukemie - Woekering kleine rijpe lymfocyten - Gemiddelde leeftijd 65 jaar (bejaarden) - Mannen 2x vaker dan vrouwen - Klachten: moeheid, nachtzweten - Overleving: ongeveer 9 jaar - Behandeling: hangt af van stadium, in het begin geen cytostatica |
Wat is chronische myeloïde leukemie (CML)? | - 1 op de 100.000 per jaar (zeldzame ziekte) - Piek tussen 50-60 jaar - Philadephia chromosoom - Gemiddelde levensduur 3 tot 4 jaar Trifasich beloop: - Chronische fase: maanden-10 jaar - Accelereerde fase - Terminale blastentransformatie fase (lijkt op acute leukemie) |
Wat is de algemene behandeling van leukemie? | - Cytostatica - Transfusie bloedcellen - Infectie bestrijding/voorkomen - Beenmergtransplantatie: Allogene BMT: HLA identieke donor Autologe BMT: eigen beenmerg |
Wat is een lymfoom? | Verschillende betekenissen - Vergrote lymfeklier: hoofdzakelijk ten gevolge van een immunologische reactie - Maligne lymfoom: kanker uitgaande van de lymfocyten Meeste ontstaan in lymfklieren zelf 30-40% ontstaat in lymfoid weefsel - Maag/darmen - Huid - Hersenen - Longen - Testis |
Wat is een maligne lymfoom? | - Lymfklierkanker - Kwaadaardige lymfocyten gevormd in het lymfestelsel - Mild <-> zeer agressief 2 groepen: - Hodgkin lymfoom (=ziekte van Hodgkin) - Non-Hodgkin lymfoom (=NHL) |
Wat is een Hodgkin lymfoom? | - Kwaadaardige lymfoïde aandoening - 85% begint boven het diafragma - 4 subtypen (histologie) - 2-4 per 100.000 - Man-vrouw = 1,5:1 - Leeftijd pieken: 15-30 jaar en >60 jaar |
Welke stadia heb je bij ziekte van Hodgkin? | Hoeveel lymfeklieren stations zijn aangedaan: 1. Een lymfkliergroep 2. 2 of meer boven of onder diafragma 3. Zowel boven als onder diafragma maar niet buiten lymfeklieren 4. Buiten lymfklieren Behandeling afhankelijk van het stadium: - Bestraling - Chemotherapie |
Wat is een Non-Hodgkin lymfoom? | - Vooral boven 60e levensjaar - 11,9 per 100.000 Classificatie: - Ongeveer 30 verschillende soorten Grove indeling: - Langzaam verlopende (indolente) lymfomen - Agressieve vormen |
Wat is de ziekte van Kahler? | - multiple myeloom - Altijd dodelijk verlopende ziekte - Sterke groei pathologische plasmacellen - Sterke overproductie immunoglobulines - Meestal boven de 40 jaar - Incidentie 3 per 100.000 |
Welke klachten heb je bij de ziekte van Kahler? | - Botpijn - Osteoporose, ten gevolge van plasmacellen in beenmerg - Moeheid - Anemie |
Wat is de incidentie en risicofactoren van longkanker? | - De dodelijkste kanker - 90 procent veroorzaakt door roken - Roken: bij 90% van de patiënten met longcarcinoom - Passief meeroken: 20-30% van de sterfte aan longcarcinoom |
Wat zijn de 5 meest voorkomende soorten kanker in 2019? | - Huidkanker: 22.644 - Borstkanker: 14.940 - Longkanker: 13.792 - Prostaatkanker: 13.557 - Darmkanker: 12.871 |
Welke klachten duiden op een longcarcinoom? | Klachten: in begin vaak aspecifiek Alarmsymptomen: - Haemoptoe - Bij ouderen recidiverende bronchopneumonien - Heesheid (N. recurrens) - Syndroom van Horner - Pijn schouder (pancoast tumor) Prognose: 70-80% van de nieuw ontdekte gevallen bevindt zich in een niet meer curatief te behandelen stadium |
Welke vormen van longkanker zijn er? | Kleincellige longcarcinomen - Ongedifferentieerd - Bij diagnose meestal gemetastaseerd Grootcellige longcarcinomen - Plaveiselcelcarcinoom - Adenocarcinoom - In 70-80% al metastase |
Wat is een mesothelioom? | - Speciale kanker soort veroorzaakt door asbest expositie, meestal in pleura - Symptomen ontwikkelen zich pas 20-40 jaar na expositie |
Wat is een oesophaguscarcinoom? | - Slokdarmkanker - Vaker bij mannen dan vrouwen - Risicofactoren: roken en alcohol - Meestal uit plaveiselepitheel Klachten: - Dysfagie eerst voor vast daarna voor vloeibaar voedsel |
Wat is de incidentie en klachten van maagcarcinoom? | - Meestal 95% adenocarcinoom - Geeft pas in laat stadium klachten, daarom vaak bij ontdekking al lymfogene metastasen Klachten: - Snel vol gevoel, afvallen, bovenbuiksklachten, anorexie, passageklachten, melaena |
Wat is de incidentie en wat zijn de klachten en risicofactoren van coloncarcinoom? | - Beneden het 40e levensjaar komt het vrijwel niet voor (90% boven de 50 jaar) Klachten: - In beginstadium van ziekte vaak niet zo uitgesproken - Veranderd defaecatie patroon - Bloed in ontlasting Risicofactoren: - Een colorectaal carcinoom bij een of meer eerstegraads familieleden - Familiair adenomateuze polyposis - Dieet: alcohol/roken/veel dierlijke vetten - Colitis ulcerosa: indien vaak ontstekingen |
Wat is de incidentie en wat zijn de klachten van rectum carcinoom? | - Vanaf 45e jaar neemt de incidentie toe - Risicofactoren: zie coloncarcinoom - Meeste tumoren uit adenomateuze poliep Klachten: in begin weinig specifiek: - Bloedverlies per anum (niet anders te verklaren) - Loze aandrang |
Wat is een pancreastumor en wat zijn de risicofactoren en klachten? | - alvleesklierkanker - Weinig beken van ontstaan mechanisme Risicofactoren (geringe verhoging risico): - Leeftijd ouder dan 40 jaar - Roken - DM - Voedingsmiddelen (vlees/vet) Klachten - Pijn in bovenbuik/misselijkheid - Stille icterus (pancreaskop carcinoom) 30% |