7 Hoorcollege mycosen en parasitaire aandoeningen
🇳🇱
In Holandés
In Holandés
Practique preguntas conocidas
Manténgase al día con sus preguntas pendientes
Completa 5 preguntas para habilitar la práctica
Exámenes
Examen: pon a prueba tus habilidades
Pon a prueba tus habilidades en el modo de examen
Aprenda nuevas preguntas
Modos dinámicos
InteligenteMezcla inteligente de todos los modos
PersonalizadoUtilice la configuración para ponderar los modos dinámicos
Modo manual [beta]
Seleccione sus propios tipos de preguntas y respuestas
Modos específicos
Aprende con fichas
Escuchar y deletrearOrtografía: escribe lo que escuchas
elección múltipleModo de elección múltiple
Expresión oralResponde con voz
Expresión oral y comprensión auditivaPractica la pronunciación
EscrituraModo de solo escritura
7 Hoorcollege mycosen en parasitaire aandoeningen - Marcador
7 Hoorcollege mycosen en parasitaire aandoeningen - Detalles
Niveles:
Preguntas:
66 preguntas
🇳🇱 | 🇳🇱 |
Wat zijn de predisponerende factoren voor het krijgen van een schimmel- of gistinfectie? | De slijmvliezen (mondholte, genitalia) worden vooral geïnfecteerd door gisten van het genus candida. Schimmels van de genera Trichophyton, Microsporum en Epidermophyten zijn de meest voorkomende oorzaak van schimmelinfecties van de huid, nagels en de haren. Deze schimmels leven van keratine in deze weefsels en worden dermatofyten ('in de huid groeiende planten') genoemd; de infecties die door deze schimmels worden veroorzaakt worden daarom ook dermofytosen genoemd. |
Wat zijn twee belangrijke diagnostische methoden voor het stellen van de diagnose bij een schimmel- of gistinfectie? | Met de woodlamp is een schimmel te herkennen door een geelgroene fluorescentie die dan zichtbaar wordt. Ook kan een KOH(kaliumhydroxide)-preparaat kweek ingezet worden. Hierbij is een positieve uitslag een teken van een schimmel of gist aanwezig |
Hoe ziet een "ringworm" er uit? | Ringworm is een ander benaming voor tinea corporis. Vanuit de plaats van besmetting ontstaan een of meer centrifugaal uitbreidende erythematosquameuze laesies met een scherpe begrenzing. Door centrale genezing ontstaan ringvormige of ovale laesies, die jeuken of branderig kunnen zijn. De voortschrijdende rand is iets verhoogd, inflammatoir en schilferig en kan vesikels of pustels vertonen. Door het opkomen van nieuwe besmettingshaarden en conflueren kunnen grote oppervlakten worden aangedaan. |
Waarom recidiveert tinea pedis plantaris nogal eens na lokale behandeling? | Tinea pedis wordt ook wel zwemmerseczeem genoemd. Vochtigheid van de voeten en op blote voeten lopen (zwemmen, sporten) spelen een belangrijke rol bij het ontstaan van zwemmerseczeem. Hierdoor kan na een lokale-medicamenteuze behandeling een recidief ontstaan doordat men zich weer in een vochtige omgeving bevindt met de voeten. |
Wat is een mycide reactie? | Een mykide reactie (ide-reactie, strooireactie) is een type IV reactie op een mycose elders. Als er een een schimmel aanwezig is zoals zwemmerseczeem, dan kan zich als reactie op deze mycose acrovesiculeus eczeem elders ontstaan. Vaak ontstaat dit eczeem zich dan op de handen. |
Waarom zien we candidosen van de huid vaker bij dikke mensen? | Bij dikkere mensen is er vaak sprake van bijbehorende hyperhidrose. Deze hyperhidrose is vaak aanwezig in de plooien en liezen waardoor er een candida gist zich kan uitbreiden en manifesteren. |
Wat is het klinisch beeld van candida intertrigo van de huid? | Het is een perifeer uitbreidende afwijking, scherp begrensd door een schilferende rand. De laesie is rood en kan erosief en nattend zijn; patiënten klagen over jeuk of branderigheid. Op het diepste punt van de plooi is er vaak een lijnvormige erosie of een pijnlijke kloof aanwezig. Karakteristiek voor een candida-intertrigo is dat er buiten de schilferende rand zogeheten 'satelliet laesis') te zien zijn, bestaande uit schilferende papeltjes, blaasjes of pusteltjes; dit wordt aangeduid met de term 'eilandjes voor de kust'. Bij blastomycetica (vingers/tenen) en perlèches (mondhoeken) macereert de huid en kunnen er fisuren ontstaan. |
Hoe zou het komen dat we nogal eens een candidose van het mondslijmvlies zien na het gebruik van antibiotica? | Candidasis oris bij volwassenen ontstaan vaak door een verminderde weerstand. Hier heeft een antibioticakuur ook invloed op, net als immunosuppressiva, chemotherapie, hiv, stress, diabetes, zwangerschap, bevalling en soms na gebruik van hormoonpreparaten. |
Waarom geeft Pityriasis versicolor bij mensen met een donker huidtype meer cosmetische en sociale problemen? | Kenmerkend voor pityriasis versicolor is multiple ronde en ovale lichtschilferende lichtbruine tot roodbruine vlekjes. Vaak is hypopigmentatie aanwezig in de zomer wanneer de normale huid bruin wordt. Deze hypopigmentatie is veel opvallender bij mensen met een donkerder huidtype; zij worden namelijk sneller bruin en hierdoor is het dus nog opvallender. Dit kan cosmetische problemen geven die kunnen resulteren in sociale problemen. |
Hoe kunnen parasitaire aandoeningen van de huid aanleiding kunnen geven tot secundaire pyodermie. | Parasitaire aandoeningen is er vaak een jeukende factor aanwezig. Door het krabben kan er een porte d'entree ontstaan voor bacteriën zoals stafylokken of streptokokken waardoor er een secundaire pyodermie kan ontstaan. |
Hoe ontstaat ringworm? | Ringworm, ook wel tinea corporis genoemd, ontstaat door een dermatofyt, ook wel schimmelinfectie van de huid. Alle dermatofyten kunnen tinea corporis veroorzaken, zowel de antropofiele als de zoöfiele en de schimmel kan van dieren afkomstig zijn, van andere mensen of door auto-inoculatie. |
Wat is tinea capitis? | Er zijn drie varianten van tinea capitis; ectotrhix infecties, endothrix en kerion. Ectothrixe infecties komen het meeste voor en kenmerken zich door een of meer kale plekjes met vaak lichte witgrijze schilfering waarin wat korte afgebroken haren zichtbaar zijn. Bij endothrixe infecties breken de zieke haren af bij de follikelopening, waardoor zwarte puntjes te zien zijn. Deze black dot tinea capitis, die altijd gepaard gaat met ontstekingsverschijnselen in de vele kale plekjes, wordt vooral gezien bij kinderen met een subtropische familieachtergrond. Kerion is een heftige inflammatoire vorm van tinea capitis. Dit is een grote inflammatoire pussende plaque met crustae, abcessen en haaruitval. Als deze variant niet goed behandeld wordt, kan dit resulteren in blijvende kaalheid in tegenstellingen tot de andere varianten. |
Hoe ontstaat een candida intertrigo? | Candida intertrigo is een infectie van de plooien met candida albicans. Deze variant is de vinden in de liezen, perineum, oksels, submammair, buikplooi). Subvarianten zijn erosio interdigitalis (blastomycetica) en deze is te vinden tussen de vingers en tenen; anguli infectiosi (perlèches) en deze is te vinden bij de mondhoeken; luiereczeem en deze is te vinden bij kinderen die vooral luiers dragen; candidiasis neonatorum is een infectie met candida albicans die bij de geboorte aanwezig is of kort daarna optreedt. |
Hoe krijg je hoofdluis? | Pediculosis capitis is een infectatie met de pediculus humanus capitis (hoofdluis), die vooral voorkomt bij kinderen tussen de drie en elf jaar, wat vaker bij meisjes. Deze parasiet voedt zich met menselijk bloed. Overdracht van de hoofdluis is het gevolg van direct haar-haarcontact, vooral op school, kamp, sportclub of thuis. Ze kunnen niet springen, dus ze kunnen niet op die manier overgedragen worden. |
Hoe kan Lyme-disease door een tekenbeet het beste behandeld worden? | De infectie kan in het stadium van erythema migrans adequaat behandeld worden met oraal doxycycline 2dd 100 mg gedurende 10 dagen. Tweede keus is amoxicilline 3dd 500 mg gedurende 14 dagen. Derde keus: azitromycine 1dd 500 mg gedurende 5 dagen. Bij kinderen wordt de dosis van de antibiotica aangepast. Bij 10-15% van de patiënten die niet of onvoldoende behandeld zijn, zullen late complicaties optreden. |
Wat is het verschil tussen oppervlakkige mycosen, mycosen van de slijmvliezen en systemische of organische mycosen? | Oppervlakkige mycosen kunnen dermatofyten (bijvoorbeeld trichophyton) of gisten zijn (candida). Mycosen van de slijmvliezen worden voornamelijk door candida veroorzaakt. Systemische of organische mycosen worden door candida, aspergillus of cryptococcus neoformans veroorzaakt. |
Wat is prurigo non-parasitaria? | Prurigo non-parasitaria is een aandoening die vooral bij volwassenen voorkomt (prurigo adultorum) en die een chronisch beloop heeft (prurigo chronica). De patiënten hebben eerst jeuk, en door het chronisch krabben en wrijven ontstaan de prurigopapels. Vaak hebben deze mensen pre-existent constitutioneel eczeem, soms liggen systemische oorzaken aan de jeuk ten grondslag. Na genezing kunnen littekens en pigmentverschuivingen achterblijven. Het is jeuk die niet ontstaan is door parasieten. |
Wat is lymeziekte? | De lymeziekte is een infectieziekte veroorzaakt door de bacterie Borrelia burgdorferi, een spirocheet die op de mens wordt overgebracht door een beet van de teek Ixodes ricinus. Lymeziekte kan zich met vele verschijningsvormen en een wisselend beloop manifesteren in vrijwel alle orgaansystemen. Dermatologische, reumatologische, cardiologische, neurologische, psychiatrische, oftalmologische en diverse internistische beelden zijn het best gedocumenteerd. Vroeg gelokaliseerde lymeziekte uit zich in erythema migrans en Borrelia-lymfocytoom. Vroege gedissemineerde lymeziekte uit zich in multipele plekken van erythema migrans, vroege neuroborreliose: radiculitis, meningitis, perifere facialisparese, uitval van andere hersenzenuwen, lymecarditis, lyme-artritis. Late lymeziekte uit zich in acrodermatitis chronica atrophicansm chronische artritis en chronische neuroborreliose. |
Wat is erythema migrans? | Erythema migrans is een huidmanifestatie van vroege lymeziekte. Het is in meer dan 80% van de gevallen het presenterende symptoom. |
Wat is het klinische beeld van erythema migrans? | Enkele dagen tot soms enkele maanden na een tekenbeet ontstaat een wegdrukbaar, soms licht branderig of jeukend erytheem, dat zich centrifugaal uitbreidt en tientallen centimeters groot kan worden. In het begin is er soms centraal een jeukende papel of geïnfiltreerde plaque als gevolg van de tekenbeet zelf te zien. In minder dan de helft van de gevallen bleekt het centrum op, zodat een ringvormig erytheem ontstaat. Bij de overige patiënten blijft het erytheem egaal rood met een grillige begrenzing die een enkele keer wat geïnfiltreerd aanvoelt. Ongeveer 25-50% heeft milde algemene klachten als moeheid, hoofdpijn, spierpijn, gewrichtspijn of koorts. |
Hoe wordt erythema migrans gediagnostiseerd? | De diagnose erythema migrans kan worden gesteld als er een zich centrifugaal uitbreidende rode tot blauw-rode macula of ring > 5cm zonder blaasjes, papels, schilfering of infiltratie en ongeacht of een tekenbeet is bemerkt; er een centrifugaal uitbreidende macula of ring > 5 cm ontstaat met blaasjes, papels, schilfering of infiltratie na een tekenbeet op die plaats. Bepaling van antistoffen in het bloed speelt alleen een rol bij de diagnostiek, wanneer er geen klassieke erythema migrans is. |
Wat is het klinische beeld van borrelia-lymfocytoom? | Het borrelia-lymfocytoom is een gladde blauwrode pijnloze nodulus of plaque van een tot enkele centimeters groot. Er zijn twee duidelijke voorkeurslokalisaties: de oorlel en helix bij kinderen en de tepelhof bij volwassenen. Andere lokalisaties zijn de neus, het scrotum, de schouder en de bovenarm. Het is een vroeg gelokaliseerde huidmanifestatie van lymeziekte en is bij 2-3% van de gevallen het presenterende symptoom. Onbehandeld kan de aandoening enkele maanden blijven bestaan, maar uiteindelijk is er spontane regressie. |
Wat is acrodermatitis chronica atrophicans? | Acrodermatitis chronica atrophicans is een uiting van late lymeziekte en is bij 1-3% van de patiënten het presenterend symptoom. Het eerste symptoom is een roodblauwe verkleuring met een pasteuze en oedemateuze zwelling, meestal aan de strekzijde van de onderbenen en om de enkels, die geleidelijk erger wordt. Een typische klacht is dat een schoen niet meer past. Uiteindelijk kan het been of de arm geheel of voor een groot deel verkleurd en oedemateus zijn. Na jaren gaat deze ontstekingsfase geleidelijk over in een irreversibele atrofische fase, waarbij de huid elasticiteit verliest en sigarrettenpapierdun wordt en waarbij de haren verdwijnen. De kleur verandert van roodblauw geleidelijk in dofrood en bruin. Ook kunnen plekken in de huid door verbindweefseling harder worden, onder meer bij gewrichten. |
Wat is pityriasis versicolor? | Pityriasis versicolor is een oppervlakkige gistinfectie veroorzaakt door species van het genus malessezia (vooral M. globosa en minder vaak M. furfur en M. restricta) en wordt gekenmerkt door niet-inflammatoire gehypopigmenteerde en/of gehyperpigmenteerde licht schilferense vlekjes, vooral op de romp, in de hals en de nek. De aandoening komt veel voor, vooral bij adolescenten en jongvolwassenen. De gist is onderdeel van de normale huidflora, maar komen alleen als sporen voor en wel in kleine aantallen. Een pityriasis versicolor kan ontstaan wanneer de ronde spoorvorm van de gisten overgaat in de myceliumvorm. Zweten, een vette huid, verminderde weerstand en het gebruik van corticosteroïden kunnen een rol spelen in het ontstaan van deze infectie. De gehypopigmenteerde vlekken ontstaan doordat malessezia verschillende vetzuren metaboliseert, waarbij azelaïnezuur gevormd wordt. Dit zuur blokkeert de activiteit van het dopa-tyrosinase enzym, waardoor tyrosine niet omgezet kan worden in melanine. |
Hoe wordt pityriasis versicolor gediagnosticeerd? | De diagnose kan meestal klinisch worden gesteld en wordt bevestigd op het microscopisch aantonen van sporen en korte hyfen in een KOH-preparaat of een methyleenblauwkleuring van schilfers, een beeld dat vaak wordt omschreven als spaghetti and meatballs. Onder de woodlamp licht een actieve pityriasis versicolor geelgroen op. |
Hoe wordt pityriasis versicolor behandeld? | Lokaal kan pityriasis versicolor behandeld worden met seleensulfidesuspensie. Het middel wordt met een klein beetje water aangebracht en na 10 minuten afgewassen; de behandeling wordt 7 dagen achtereen toegepast. Een ander protocol is 24 uur laten zitten en eenmalig herhalen na een week. Alternatieven zijn lokale imidazolen zoals ketoconazolcrème/gel of ciclopiroxolamine 1-2dd gedurende 2 weken. Een kuur met oraal itraconazol 200mg per dag gedurende een week is bijna altijd effectief. Na de behandeling blijft er vaak hypopigmentatie achter. Deze zal na verloop van tijd vanzelf verdwijnen, waarbij het herstel kan worden versneld door blootstelling aan de zon of zonnebank. |
Wat is Favus? | Favus, ok wel kletskop genoemd, is een derde type tinea capitis, dat veroorzaakt wordt door T. schoenleinii. Deze infectie wordt gekenmerkt door geheel kale plekken met een crusteus oppervlak en schotelvormige schilferende structuren rond de haarfollikels met een diameter van 0,5 centimeter. Het verspreidt een typische muizenlucht en kan leiden tot blijvende kaalheid. Favus komt in Nederland alleen nog als importziekte voor. |
Wat zijn de verwekkers van tinea capitis? | Ectothrixe infecties worden veroorzaakt door M. audouinii of M. canis. Endothrixe infecties worden veroorzaakt door T. tonsurans, T. soudanense of T. violaceum. Kerin infecties worden veroorzaakt door T. mentagrophytes of T. verrucosum. |
Wat zijn differentiaaldiagnoses van tinea capitis? | Roos, seborroïsch eczeem, psoriasis, alopecia areata, trichotillomanie, bacteriële folliculitis en discoïde lupus erythematodes. Kerion moet onderscheiden worden van een furunkel of karbonkel. |
Wat is het klinische beeld van tinea barbae? | Tinea barbae is een schimmelinfectie van de baardstreek, die alleen bij mannen vanaf de puberteit voorkomt, omdat de verwekker alleen terminale haren aantast. Het geeft meestal een fors inflammatoir beeld met plaques van folliculaire pustels, crustae en eventueel abcessen en sinussen. Secundaire bacteriële komt veel voor en net als bij tinea capitis kan een kerion ontstaan. Er kunnen algemene ziekteverschijnselen zijn en opgezette lymfeklieren. Na genezing is er soms permanent verlies van baardharen. |
Wat is de verwekker van tinea barbae? | Een inflammatoire tinea barbae heeft als verwekker T. verrucosum of T. mentagrophytes. Een niet-inflammatoire tinea barbae heeft als verwekker T. rubrum. Wondjes door scheren bevordert penetratie van de schimmels. Tinea barbae komt vooral voor bij veehouders en andere die beroepsmatig met dieren in contact komen. |
Wat zijn differentiaal diagnoses van tinea barbae? | Bacteriële folliculitis, sycosis barbae en virale infecties zoals herpes simplex of herpes zoster. |
Wat zijn tinea corporis en tinea faciei? | Tinea corporis is een infectie van de huid van de romp en de ledematen met dermatofyten (uitgezonderd handpalmen, voetzolen en liezen); tinea faciei is gelokaliseerd in het gezicht. Een andere benaming kan ook ringworm zijn. |
Wat is de verwekker van tinea corporis en tinea faciei? | Tinea corporis en tinea faciei worden beide verwekt door de T. rubrum, T. mentagrophytes en de E. floccosum. |
Wat is tinea manus? | Tinea manus is een dermatofyteninfectie van de handpalm en de zijkanten van de hand. De infectie is meestal niet-inflammatoir en wordt gekenmerkt door schilfering of diffuse hyperkeratose, die niet reageert op indifferente therapie; kloven komen voor. Niet zelden is ook een nagel aangedaan. Tinea van de handen is meestal eenzijdig, maar de meeste patiënten blijken een dubbelzijdige voetschimmel te hebben, vaak het mocassin-type: one hand two feet syndrome. Minder vaak komen inflammatoire beelden voor met papels en vesikels. Schimmelinfecties van de handruggen hebben hetzelfde beeld als tinea corporis. |
Wat is de verwekker van tinea manus? | De verwekker van tinea manus is T. rubrum, T. mentagrophytes en E. floccosum. Verweking van de huid door frequent en langdurig contact met water en zeep is een predisponerende factor. Meeste besmettingen zijn het gevolg van auto-incoculatie (tinea pedum), ook contact met dieren kan oorzakelijk zijn. |
Wat zijn differentiaaldiagnoses van tinea corporis? | Eczeem (nummulair, atopisch, stasis-, contact-, seborroïsch), pityriasis versicolor, (annulaire) psoriasis, pityriasis rosea. en subcutane lupus erythematodes. |
Wat zijn differentiaaldiagnoses van tinea manus? | Eczeem, psoriasis, acrovesiculeus eczeem en een mykide-reactie. Een eenzijdig 'handeczeem' is zeer verdacht voor tinea manus. |
Wat is tinea inguinalis? | Tinea inguinalis (soms tinea cruris genoemd, een foutieve benaming, omdat cruris 'van het onderbeen' betekent) is een infectie met dermatofyten in de liezen. Het begint met een jeukende rode plek in de liesplooi tussen scrotum (komt veel vaker bij mannen voor) en dijbeen met een scherp begrensde verheven en schilferende rand die vesikels en pustels kan bevatten. Deze rand schrijdt geleidelijk voort, waarbij een circinaire of serpigineuze vorm ontstaat. Vaak is er enige verbetering in de centrale delen. Het scrotum zelf is zelden aangedaan. Een tinea inguinalis kan eenzijdig blijven of zich dubbelzijdig en symmetrisch manifesteren. Indien de verwekker een antropofiele schimmel is, is er weinig inflammatie en kan het beloop chronisch zijn met ontstaan van lichenificatie; deze infecties kunnen zich geleidelijk uitbreiden over de billen en het abdomen. De zoöfiele species veroorzaken meer acute inflammatoire beelden. |
Wat is de verwekker van tinea inguinalis? | Het chronische type wordt veroorzaakt door T. rubrum. Het acuut inflammatoire type wordt veroorzaakt door E. floccosum, T. mentagrophytes var. mentagrophytes. De bron is meestal een schimmelinfectie aan de voeten of de nagels, waarbij dermatofyten via kleding, die over voeten wordt aangetrokken naar de liezen wordt gebracht. Omdat een tinea pedum en onychomycose veel vaker bij mannen voorkomen, maar ook vanwege een warmer en vochtiger milieu in de liezen van mannen door het scrotum, geldt hetzelfde voor de tinea inguinalis. Obesitas en overmatig zweten zijn predisponerende factoren. |
Wat zijn differentiaaldiagnoses van tinea inguinalis? | Tinea inguinalis kan verward worden met candidiasis inguinalis, seborroïsch eczeem, psoriasis inversam erythrasma, contacteczeem en neurodermatitis circumscripta. |
Wat is tinea pedum? | Tinea pedum is een infectie met dermatofyten gelokaliseerd onder de voeten en tussen de tenen; een veelgebruikt synoniem is zwemmerseczeem. Dit is de meest voorkomende dermatofyteninfectie bij de mens met een prevalentie van 20% in de algemene bevolking en een incidentie in de huisartsenpraktijk van 15 per 1000 patiënten per jaar. |
Wat is het klinisch beeld van tinea pedum? | Tussen de tenen, vooral tussen de vierde en vijfde teen, manifesteert tinea pedum zich als een jeukende en branderige witte verkleuring (maceratie), pijnlijke erosies en fissuren en inflammatoir erytheem. Menginfecties met candida species en gramnegatieve bacteriën (bij een groenige waas pseudomonas aeruginosa) komen regelmatig voor. Van hieruit kan de schimmel zich over de huid van de voetzolen en eventueel de voetrug uitbreiden. Op de voetzool en aan de zijkanten van de voet kan de symptomatologie zich beperken tot schilfering en erytheem. Een diffuus rode en schilferende mycose onder de voetzolen wordt het 'mocassin-type' genoemd. Wanneer een dergelijke infectie chronisch bestaat, wordt de huid dikker en kunnen pijnlijke fissuren ontstaan. Bij een ander morfologisch type ontwikkelen zich een of meer annulaire laesies met een verheven, ontstoken schilferende rand en blaasjes of pustels. Heftige immuunreacties geven aanleiding tot het ontstaan van blaasjes en blaren, die uit voorheen nauwelijks zichtbaar veranderde huid kunnen ontstaan. Deze vorm is meestal aan één voet gelokaliseerd. Deze mycose kan aanleiding geven tot een zogeheten mykide-reactie, waarbij (niet-infectieuze) blaasjes (acrovesiculeus eczeem) of blaren ontstaan op dezelfde voet, de andere voet en/of beide handen. |
Wat is de verwekker van tinea pedum? | Tinea pedis plantaris wordt verwekt door E. floccosum of T. rubrum. Tinea pedis interdigitalis wordt verwekt door T. mentagrophytes var. interdigitalis, T. rubrum of E. floccosum. De vesiculeuze/bulleuze variant wordt verwekt door de T. mentagrophytes var. mentagrophytes. De meeste infecties worden al op jonge leeftijd opgelopen, waarbij vochtigheid van de voeten en op blote voeten lopen een belangrijke rol spelen. |
Wat zijn onychomycosen? | Infecties van de nagels met dermatofyten zijn bijna altijd in de teennagels gelokaliseerd, vooral de grote teen. De prevalentie, die in de totale populatie ongeveer 3% is, loopt op met de leeftijd tot 40% bij patiënten ouder dan 75 jaar. Onychomycose bij kinderen komt incidenteel voor en is meestal afkomstig van een voet- en nagelinfectie van de ouders. Risicofactoren zijn onder meer diabetes mellitus, immunosuppressie en verminderde bloedcirculatie. Er zijn verschillende indelingen van onychomycose, namelijk; distale en laterale subunguale onychomycose, oppervlakkige witte onychomycose, proximale subunguale onychomycose, endonyx onychomycose, gemengd type onychomycose, totale dystrofische onychomycose en secundaire onychomycose. |
Hoe ontstaan onychomycosen? | Onychomycosen worden verwekt door T. rubrum, T. mentagrophytes, T. soudanense en T. violaceum. Incidenteel wordt candida albicans, scopulariopsis brevicaulis, fusarium of scytalidium species gekweekt, voor bij verminderde weerstand. De onychomycosen ontstaan meestal secundair aan tinea pedis. Beschadigde nagels en langzaam groeiende nagels zijn extra gevoelig. Een endonynx onychomycose van de vingernagels is meestal afkomstig van een endothrix-type tinea capitis bij de patiënt. |
Hoe wordt de diagnose onychomycose gesteld? | Onychomycose kenmerkt zich door geel verkleurde, verdikte, brokkelige en/of verdikte nagels, die in de volksmond kalknagels genoemd wordt en ze zijn in minder dan de helft van de gevallen het gevolg van een schimmelinfectie. Onychodystrofie kan ook het gevolg zijn van huidaandoeningen zoals psoriasis of lichen planus, verminderde bloedtoevoer of beschadiging door slecht passende schoenen, afwijkende voetstand of intensief sporten. De oppervlakkige witte onychomycose is doorgaans eenvoudig te herkennen aan het witte poederachtige materiaal, dat gemakkelijk van de nagel af te schrapen is. Gele of witte lijnen die vanaf de rand naar proximaal groeien kunnen op het klinisch beeld als onychomycose aangeduid worden. Bij minder klassieke beelden moet de diagnose bevestigd worden door een KOH-preparaat, het liefst van suspecte huidafwijkingen aan de voet. Microscopisch onderzoek van nagelmateriaal gekleurd met de PAS (periodic acid-Schiff) op hyfen lijkt de meest betrouwbare methode te zijn om een schimmelinfectie van de nagels aan te tonen. |
Hoe worden dermatomycosen en onychomycosen behandeld? | Voordat er een behandeling voorgeschreven wordt, moet de diagnose bevestigd worden door het aantonen van de schimmel via een KOH-preparaat, PAS-kleuring of positieve schimmelkweek. Verder kunnen deze aandoeningen zonder medicatie behandeld worden door zoveel mogelijk preventieve maatregelen te nemen. Verder zijn er een hoop lokale en orale medicatie die toegediend kunnen worden |
Wat is candida albicans? | Candida albicans is een gist, die bij 30-50% van de gezonde bevolking aanwezig is in de mond, het maagdarmkanaal en bij vrouwen in de vagina. Deze gist is bij mensen met een normale weerstand commensaal, maar kan onder bepaalde omstandigheden ziekteverschijnselen veroorzaken (facultatief pathogeen). Het gaat daarbij vooral om oppervlakkige infecties van de slijmvliezen en de huid, die gezamenlijk met de term candidiasis worden aangeduid. |
Waardoor kan een candida infectie ontstaan? | Tot de omstandigheden die de groei van candida albicans bevorderen behoren verstoring van de normale flora (antibiotica), weerstandsvermindering (ouderdom, ernstige ziekte, diabetes, hiv-infecties, iatrogene weerschap: prednison, cytostatica), zwangerschap, behandeling met oestrogenen en lokale factoren als warmte, hyperhidrose, verweking van de huid en beschadiging van de huid door bestaande aandoeningen (psoriasis, eczeem). |
Hoe wordt candida albicans gediagnostiseerd? | De diagnose candida wordt meestal op het klinisch beeld vermoed en wordt bevestigd door het aantonen van gistbolletjes en pseudohyfen in een KOH-preparaat of door een positieve kweek. |
Welke varianten van candida infecties zijn er? | Candidiasis oris, candidiasis vaginalis, balanitis, candida intertrigo, erosio interdigitalis, anguli infectiosi, luiereczeem, candidiasis neonatorum, congenitale candidiasis en paronychia. |
Wat is candidiasis oris? | Candida infectie van het mondslijmvlies, ook wel spruw genoemd, wordt gekenmerkt door: felrode erosies en grijswitte plaques omgeven door een inflammatoir erytheem van de slijmvliezen van wang, tong, het verhemelte en de farynx. Komt vooral voor bij zuigelingen en bij ouderen. Deze infectie kan lijken op: leukoplakie, lichen oris, gingivostomatitis herpetica en bacteriële stomatitis. |
Wat is candidiasis vaginalis? | Candida infectie van de vagina en vulva. Kenmerkend is vooral jeuk, branderigheid, witte vlokkige en korrelige afscheiding en roodheid en oedeem van de slijmvliezen met witte afwrijfbare plaques. |
Wat is balanitis? | Ontsteking van de glans penis (en het binnenblad van het preputium) door candida albicans. Dit komt weinig voor en is meestal afkomstig van een candidiasis vaginalis. Symptomen zijn jeuk, irritatie, roodheid, kleine papeltjes en pusteltjes en erosie met wat randschilfering. |
Wat is candida intertrigo? | Candida infectie van de plooien (liezen, perineum, oksels, submammair, buikplooi). Het is een perifeer uitbreidende afwijking, scherp begrensd door een schilferende rand. De laesie is rood en kan erosief nattend zijn; patiënten klagen over jeuk of branderigheid. Op het diepste punt van de plooi is er vaak een lijnvormige erosie of een pijnlijke kloof aanwezig. Karakteristiek voor een candida-intertrigo is dat er buiten de schilferende rand zogeheten 'satelliet-laesies' te zien zijn, bestaande uit schilferende papeltjes, blaasjes of pustels; dit wordt aangeduid met eilandjes voor de kust. Adipositas en hyperhidrose zijn predisponerende factoren. De aandoening moet onderscheiden worden van een dermatofyteninfectie, psoriasis inversa, seborroïsch eczeem en erythrasma. |
Wat is erosio interdigitalis? | Candida infectie tussen de vingers/tenen. Het begint met roodheid en (rand)schilfering, daarna macereert de huid (witte verkleuring) en ontstaat een fissuur in het diepste punt van de plooi. Dit beeld wordt vooral gezien bij mensen die beroepshalve veel contact met water en zeep hebben. |
Wat is paronychia? | Paronychia is een ontsteking van de proximale en/of laterale nagelwallen gekenmerkt door roodheid, zwelling, pijn en eventueel pus uit een pustel of uit de plooi tussen nagel en nagelwal. Acute paronychia zijn bacteriële infecties veroorzaakt door stafylokokken of streptokokken. Chronische paronychia zijn het gevolg van irritatie door water, zeep, afwasmiddelen, schoonmaakmiddelen, vleessappen en dergelijke. Later kan secundaire infectie optreden met candida albicans of de bacterie pseuomonas aeruginosa. Chronische paronychia wordt vooral gezien bij aangeboren of verworven immuunstoornissen zoals bij mucocutane candidiasis of hiv-infectie en zijn zeldzaam. |
Hoe worden candida infecties behandeld? | In alle gevallen van candidiasis moet gezocht worden naar factoren die tot de infectie aanleiding gegeven kunnen hebben en deze worden zo mogelijk behandeld. Voor de medicamenteuze therapie zijn er lokale en systemische antimycotica beschikbaar. |
Wat is prurigo non-parasitaria? | Jeuk zonder aanwezigheid van parasieten, soms paraneoplastisch. |
Voor welke parasieten is de mens gebruikelijk gastheer? | Schaamluis, hoofdluis, kleerluis, schurftmijt en vlo |
Wat is schurft/scabies? | Schurft is een zeer besmettelijke huidaandoening veroorzaakt door de schurftmijt Sarcoptes scabiei var. hominis. Schurft kenmerkt zich door vooral snachts heftig jeukende afwijkingen symmetrisch gelokaliseerd op de handen, op de ventrale zijde van de polsen, in de oksels, de flanken, op de voeten en de enkels. De meest gekenmerkte laesie is een gangetje in de huid met aan het eind een klein blaasje, dat vooral tussen de vingers gezien wordt. Verder wordt scabies vooral gekenmerkt door geëxcorieerde papels (prurigopapels) en soms vesikels en noduli, al dan niet met geprononceerde ontsteking. Door het krabben kan een secundaire bacteriële infectie optreden. |
Hoe krijg je scabies en hoe wordt dit gediagnostiseerd? | De scabiesmijt wordt vooral overgebracht door langdurig of frequent lichamelijk huidcontact. Transmissie via indirect contact, zoals bedden en meubels, kan ook tot infestatie leiden. De incubatieperiode bedraagt 2-6 weken, maar bij herbesmetting treden verschijnselen door inmiddels aanwezige immuunreactiviteit al binnen enkele dagen op. De diagnose wordt gesteld op klinisch beeld en wordt bevestigd door een KOH-preparaat. Scabies kun je behandelen door 5% permetrinecrème over het gehele lichaam aan te brengen. Alle gezinsleden en recente contacte moeten meebehandeld worden. Kleding en beddengoed op 60 graden wassen of 3 dagen in een afgesloten plastic zak. |
Wat is hoofdluis? | Hoofdluis is een infestatie met de Pediculus humanus capitis, die vooral voorkomt bij kinderen tussen 3 en 11 jaar. Deze parasiet voedt zich met menselijk bloed. Overdracht van de hoofdluis is het gevolg van direct haar-haarcontact, vooral op school, kamp, sportclub of thuis. Diagnostiek wordt gedaan door luizenkammen en daarbij levende luizen te zien en/of neten. Behandeling van luizen is het goed doorkammen van de haren met een luizenkam gedurende twee weken. Ook zijn er medicamenteuze shampoos en lotions met malathion of permetrine. Gezinsleden en klasgenoten moeten ook gecontroleerd worden op luizen. |
Wat is schaamluis? | Schaamluis is een infestatie met de ectoparasiet Pthirus pubis. Deze schaamluis infesteert primair in de schaamstreek, maar door krabben kan deze zich ook vestigen in de oksels, wenkbrauwen, wimpers en de baardstreek. De verschijnselen zijn mild en beperken zich tot jeuk, geïrriteerde huid, papels en krabeffecten. karakteristiek zijn grijsblauwe plekjes van 5-10 millimeter (maculae coeruleae), vooral op de huid van de onderbuik en de dijen; dit zijn bloeduitstortingen op de plaats van een beet. Overdracht is mogelijk via intiem lichamelijk contact of besmet beddengoed of handdoeken. Diagnostisch zijn de schaamluizen zichtbaar op de huid of aan de basis van haren. Schaamluis wordt behandeld met eenmalige applicatie van permetrinecrème of malathionlotion. Zo nodig na een week therapie herhalen. |
Wat is een toxische reactie op angeldragende insecten (wespen, bijen, hommels)? | Een eerste steek is kortdurend zeer pijnlijk. Daarna ontstaat een kwaddel die na enkele uren weer verdwenen is. Is men al eerder gestoken, dan ontstaat in de loop van enkele uren een pijnlijke, zich uitbreidende rode zwelling; soms is na een dag een arm of been helemaal opgezwollen. Ook kunnen blaren ontstaan. De patiënt kan lichte koorts hebben en zich 'grieperig' voelen. Het maximum is na ongeveer een dag, waarna de jeukende afwijkingen binnen 3-7 dagen spontaan genezen. De zwelling is het ergst in losmazig bindweefsel. |
Wat is een allergische reactie op angeldragende insecten (wespen, bijen, hommels)? | Een allergische reactie op een insectensteek heeft vaak een overrompelend en beangstigend beloop. Bij meer dan 70% begint het binnen 15 minuten. De meest voorkomende verschijnselen zijn duizeligheid, klachten van de ademhalingswegen, gegeneraliseerde jeukende roodheid of urticaria, hartkloppingen, verlaagd bewustzijn of flauwvallen, misselijkheid, braken, krachteloosheid en bloeddrukdaling. Ook de huidverschijnselen van de allergische reactie kunnen zeer gevarieerd zijn. Vaak wordt gesproken over een branderige en jeukende sensatie over het gehele lichaam, soms alleen op de behaarde hoofdhuid of initieel op plaatsen zoals de liezen, voetzolen, handpalmen of vagina. Gegeneraliseerd oedeem of urticaria komt vaak voor. Een algemene allergische reactie waarbij meerdere organen betrokken zijn heet anafylaxie. Een anafylactische reactie kan levensbedreigend zijn. Hoe sneller de reactie optreedt, des te ernstiger is het beloop. De mate van ernst van de allergische reactie wordt geclassificeerd volgens de criteria van Mueller. |