7 Hoorcollege Diagnostiek Vaatdruk
🇳🇱
In Holandés
In Holandés
Practique preguntas conocidas
Manténgase al día con sus preguntas pendientes
Completa 5 preguntas para habilitar la práctica
Exámenes
Examen: pon a prueba tus habilidades
Pon a prueba tus habilidades en el modo de examen
Aprenda nuevas preguntas
Modos dinámicos
InteligenteMezcla inteligente de todos los modos
PersonalizadoUtilice la configuración para ponderar los modos dinámicos
Modo manual [beta]
Seleccione sus propios tipos de preguntas y respuestas
Modos específicos
Aprende con fichas
Escuchar y deletrearOrtografía: escribe lo que escuchas
elección múltipleModo de elección múltiple
Expresión oralResponde con voz
Expresión oral y comprensión auditivaPractica la pronunciación
EscrituraModo de solo escritura
7 Hoorcollege Diagnostiek Vaatdruk - Marcador
7 Hoorcollege Diagnostiek Vaatdruk - Detalles
Niveles:
Preguntas:
23 preguntas
🇳🇱 | 🇳🇱 |
Wat gebeurt er als de druk in de vaatwand lager wordt? | Als de druk in de vaatwand lager wordt, dan wordt de diameter van het vat kleiner. Hiermee neemt de hoeveelheid getransporteerde vloeistof per tijdseenheid af. De spanning in de vaatwand wordt verlaagd. |
Hoe wordt de wet van laplace toegepast? | Het aanbrengen van drukverbanden: de compressietherapie (het zwachtelen van lichaamsdelen om een druk van buitenaf aan te brengen). Eenzelfde spanning S in een zwachtel zorgt voor meer druk P als de straal r afneemt. Als r groter is bij dezelfde spanning S in het zwachtel dan neemt de druk P op het lichaam af. Een kuit of de enkel zwachtelen vraagt een andere spanning in het zwachtel wil je dezelfde druk op het lichaam hebben. Op de achillespees zorgt het zwachtel voor meer druk dan op het vlakke gedeelte van het scheenbeen (bij dezelfde spanning in de zwachtel). Hobbels en pezen zorgen voor een veranderde druk van de zwachtel op het lichaam. |
Wat gebeurt er als de druk in de vaatwand hoger wordt? | Als de druk van de vaatwand hoger wordt, dan wordt de diameter van het vat ook groter. Hiermee neemt de hoeveelheid getransporteerde vloeistof per tijdseenheid (de flow, uitgedrukt in ml's per seconde) toe. De spanning in de vaatwand wordt vergroot. |
Wat gebeurt er als de druk in de vaatwand lager wordt? | Als de druk in de vaatwand lager wordt, dan wordt de diameter van het vat kleiner. Hiermee neemt de hoeveelheid getransporteerde vloeistof per tijdseenheid af. De spanning in de vaatwand wordt verlaagd. |
Hoe wordt de wet van laplace toegepast? | Het aanbrengen van drukverbanden: de compressietherapie (het zwachtelen van lichaamsdelen om een druk van buitenaf aan te brengen). Eenzelfde spanning S in een zwachtel zorgt voor meer druk P als de straal r afneemt. Als r groter is bij dezelfde spanning S in het zwachtel dan neemt de druk P op het lichaam af. Een kuit of de enkel zwachtelen vraagt een andere spanning in het zwachtel wil je dezelfde druk op het lichaam hebben. Op de achillespees zorgt het zwachtel voor meer druk dan op het vlakke gedeelte van het scheenbeen (bij dezelfde spanning in de zwachtel). Hobbels en pezen zorgen voor een veranderde druk van de zwachtel op het lichaam. |
Hoe wordt de wet van laplace toegepast? | Het aanbrengen van drukverbanden: de compressietherapie (het zwachtelen van lichaamsdelen om een druk van buitenaf aan te brengen). Eenzelfde spanning S in een zwachtel zorgt voor meer druk P als de straal r afneemt. Als r groter is bij dezelfde spanning S in het zwachtel dan neemt de druk P op het lichaam af. Een kuit of de enkel zwachtelen vraagt een andere spanning in het zwachtel wil je dezelfde druk op het lichaam hebben. Op de achillespees zorgt het zwachtel voor meer druk dan op het vlakke gedeelte van het scheenbeen (bij dezelfde spanning in de zwachtel). Hobbels en pezen zorgen voor een veranderde druk van de zwachtel op het lichaam. |
Waar is de druk hoger, in de arteriën of in de venen? | De druk is hoger in de arteriën dan in de venen, want de bloedcirculatie gaat van de arteriën (slagaders) via de capillairen vaatjes naar de venen (aders). |
Welke factoren bepalen het drukverschil in het vaatstelsel? | De wijze van stroming van het vloeistof (het stromingsprofiel), de diameter (de straal) van het vat en de flexibiliteit van de vaatwand. |
Hoe wordt de wet van laplace toegepast? | Het aanbrengen van drukverbanden: de compressietherapie (het zwachtelen van lichaamsdelen om een druk van buitenaf aan te brengen). Eenzelfde spanning S in een zwachtel zorgt voor meer druk P als de straal r afneemt. Als r groter is bij dezelfde spanning S in het zwachtel dan neemt de druk P op het lichaam af. Een kuit of de enkel zwachtelen vraagt een andere spanning in het zwachtel wil je dezelfde druk op het lichaam hebben. Op de achillespees zorgt het zwachtel voor meer druk dan op het vlakke gedeelte van het scheenbeen (bij dezelfde spanning in de zwachtel). Hobbels en pezen zorgen voor een veranderde druk van de zwachtel op het lichaam. |
Wat zijn stromingsprofielen? | Stromingsprofielen zorgen dat de krachten waarmee de vloeistof, of in de vloeistof voorkomende cellen, of beide, in het vaatstelsel tegen elkaar en tegen de wand drukken. Er zijn drie stromingsprofielen: een laminaire stroming met paraboolvorming, een laminaire stroming met plugvorming en een turbulente stroming. |
Hoe wordt de wet van laplace toegepast? | Het aanbrengen van drukverbanden: de compressietherapie (het zwachtelen van lichaamsdelen om een druk van buitenaf aan te brengen). Eenzelfde spanning S in een zwachtel zorgt voor meer druk P als de straal r afneemt. Als r groter is bij dezelfde spanning S in het zwachtel dan neemt de druk P op het lichaam af. Een kuit of de enkel zwachtelen vraagt een andere spanning in het zwachtel wil je dezelfde druk op het lichaam hebben. Op de achillespees zorgt het zwachtel voor meer druk dan op het vlakke gedeelte van het scheenbeen (bij dezelfde spanning in de zwachtel). Hobbels en pezen zorgen voor een veranderde druk van de zwachtel op het lichaam. |
Hoe wordt de wet van laplace toegepast? | Het aanbrengen van drukverbanden: de compressietherapie (het zwachtelen van lichaamsdelen om een druk van buitenaf aan te brengen). Eenzelfde spanning S in een zwachtel zorgt voor meer druk P als de straal r afneemt. Als r groter is bij dezelfde spanning S in het zwachtel dan neemt de druk P op het lichaam af. Een kuit of de enkel zwachtelen vraagt een andere spanning in het zwachtel wil je dezelfde druk op het lichaam hebben. Op de achillespees zorgt het zwachtel voor meer druk dan op het vlakke gedeelte van het scheenbeen (bij dezelfde spanning in de zwachtel). Hobbels en pezen zorgen voor een veranderde druk van de zwachtel op het lichaam. |
Wat is een laminaire stroming met paraboolvorming? | Bij een laminaire stroming met paraboolvorming beweegt de vloeistof (met de daarin aanwezige cellen) zich in de lengterichting van het vat. Niet al het vloeistof heeft dezelfde snelheid. De vloeistof in het midden van het vat heeft namelijk de minste wrijving en weerstand en zal daardoor sneller stromen dan de vloeistof die zich het dichtste tegen de vaatwand bevindt. De vloeistof die zich het dichtste tegen de vaatwand bevindt, ondervindt de meeste wrijving en weerstand en zal een langzamere snelheid ondervinden. |
Hoe wordt de wet van laplace toegepast? | Het aanbrengen van drukverbanden: de compressietherapie (het zwachtelen van lichaamsdelen om een druk van buitenaf aan te brengen). Eenzelfde spanning S in een zwachtel zorgt voor meer druk P als de straal r afneemt. Als r groter is bij dezelfde spanning S in het zwachtel dan neemt de druk P op het lichaam af. Een kuit of de enkel zwachtelen vraagt een andere spanning in het zwachtel wil je dezelfde druk op het lichaam hebben. Op de achillespees zorgt het zwachtel voor meer druk dan op het vlakke gedeelte van het scheenbeen (bij dezelfde spanning in de zwachtel). Hobbels en pezen zorgen voor een veranderde druk van de zwachtel op het lichaam. |
Wat is een laminaire stroming met plugvorming? | Bij een laminaire stroming met plugvorming is de snelheid van de vloeistof nagenoeg constant in het vat. Vanaf de vaatwand neemt de snelheid snel toe om vervolgens naar het midden toe nauwelijks te veranderen. |
Wat is een turbulente stroming? | Bij een turbulente stroming beweegt de vloeistof zich niet altijd in de lengterichting van het vat. Er bevinden zich kolken en draaiingen van de vloeistof. Er is een relatief kleine stroomsnelheid bij een gegeven drukverschil ten opzichte van de beide laminaire stromingsprofielen. De weerstand is groter die de vloeistof ondervindt, want er vindt wrijving tussen de cellen in de vloeistof plaats. Dit stromingsprofiel komt voor bij de veneuze kleppen, bij onregelmatigheden in de vaatwand (bijvoorbeeld atherosclerose) en bij hoge snelheden in de aorta en arteria pulmonalis. |
Hoe wordt de wet van laplace toegepast? | Het aanbrengen van drukverbanden: de compressietherapie (het zwachtelen van lichaamsdelen om een druk van buitenaf aan te brengen). Eenzelfde spanning S in een zwachtel zorgt voor meer druk P als de straal r afneemt. Als r groter is bij dezelfde spanning S in het zwachtel dan neemt de druk P op het lichaam af. Een kuit of de enkel zwachtelen vraagt een andere spanning in het zwachtel wil je dezelfde druk op het lichaam hebben. Op de achillespees zorgt het zwachtel voor meer druk dan op het vlakke gedeelte van het scheenbeen (bij dezelfde spanning in de zwachtel). Hobbels en pezen zorgen voor een veranderde druk van de zwachtel op het lichaam. |
Wat is de gemiddelde stroomsnelheid? | De gemiddelde stroomsnelheid wordt berekend door Q (het volumestroom, de flow in ml/s) te delen door pi keer r (de straal van de doorsnede van het vat (cm). Daaruit komt v (de gemiddelde stroomsnelheid in cm/s. |
Hoe wordt de wet van laplace toegepast? | Het aanbrengen van drukverbanden: de compressietherapie (het zwachtelen van lichaamsdelen om een druk van buitenaf aan te brengen). Eenzelfde spanning S in een zwachtel zorgt voor meer druk P als de straal r afneemt. Als r groter is bij dezelfde spanning S in het zwachtel dan neemt de druk P op het lichaam af. Een kuit of de enkel zwachtelen vraagt een andere spanning in het zwachtel wil je dezelfde druk op het lichaam hebben. Op de achillespees zorgt het zwachtel voor meer druk dan op het vlakke gedeelte van het scheenbeen (bij dezelfde spanning in de zwachtel). Hobbels en pezen zorgen voor een veranderde druk van de zwachtel op het lichaam. |
Wat is flow? | Flow is de hoeveelheid getransporteerd vloeistof per tijdseenheid (ml per seconde). |
Hoe wordt de wet van laplace toegepast? | Het aanbrengen van drukverbanden: de compressietherapie (het zwachtelen van lichaamsdelen om een druk van buitenaf aan te brengen). Eenzelfde spanning S in een zwachtel zorgt voor meer druk P als de straal r afneemt. Als r groter is bij dezelfde spanning S in het zwachtel dan neemt de druk P op het lichaam af. Een kuit of de enkel zwachtelen vraagt een andere spanning in het zwachtel wil je dezelfde druk op het lichaam hebben. Op de achillespees zorgt het zwachtel voor meer druk dan op het vlakke gedeelte van het scheenbeen (bij dezelfde spanning in de zwachtel). Hobbels en pezen zorgen voor een veranderde druk van de zwachtel op het lichaam. |
Wat is vaatdruk? | Druk is kracht per oppervlakte eenheid. Druk wordt berekend door kracht in kg/Newton/mm kwik te delen door de oppervlakte eenheid: in cm2/dm2/m2. Druk werd in de oude dimensie weergeven als mm Hg of cm Hg, maar wordt nu voornamelijk in Pascal uitgedrukt. 1 Pa = 1 N/m2. Het kan ook weergegeven worden in kg per cm2 of mm kwik per cm2. Voorbeeld: Het gewicht van een persoon is 60 kg, die de schoen draagt. Deze schoen heeft een voetoppervlak van 100 cm2. De druk is dan 60 kg/100 cm2 = 0,6 kilo. |
Wat is hydrostatische druk? | Hydrostatische druk is de druk die ontstaat door het gewicht van de hoeveelheid vloeistof boven het meetpunt. Het gewicht van een waterkolom van 100 mm met een oppervlakte van 1 cm2 (de druk on arteriën en venen). Een andere vermelding is in cm of mm kwik (de hoogte van een kolom kwik Hg op een oppervlakte van 1cm2). De druk = het gewicht van een kolom gemeten in cm of mm op een oppervlakte van 1cm2. Bij een stilstaand persoon is de hydrostatische druk (dus per cm2) in een vena op een bepaalde plaats gelijk aan het gewicht van een kolom water die even hoog is als de loodrechte afstand van de vena tot de grond. op 100 cm hoogte is de hydrostatische druk 100 cm en op 30 cm hoogte is de hydrostatische druk 30 cm. Maar het hart pompt en geeft extra druk. Deze extra druk tellen we op (op plaatsen van hart af naar beneden) bij de hydrostatische druk en deze extra druk trekken we af (van beneden naar hart toe) van de hydrostatische druk. |
Wat is drukverschil? | Drukverschil is het verschil in druk op verschillende plaatsen in een vat. Het drukverschil binnen en buiten het vat wordt transmuraal drukverschil genoemd. Het wordt vermeld als hydrostatische druk of in mm Hg. |
Wat is compliantie? | Compliantie is de mate van elasticiteit van een orgaan, bijvoorbeeld hart, longen, bloedvat, trommelvlies. De grote van de volumetoename bij een bepaalde drukstijging in een vat noemen we de compliantie/compliance. Compliantie is verschillend voor verschillende vaten, afhankelijk van de samenstelling van de vaatwand en het omliggende weefsel. Naarmate de hoeveelheid collageen, bindweefsel en glad spierweefsel in de wand toeneemt en het vat dus stugger is, is de compliantie een kleiner getal. Een grote complicantie in vaten met veel elastisch weefsel in hun wand. Compliantie neem sterk af als de druk een bepaalde grootte heeft bereikt. Er zijn vaten die zich volledig bij een zeer lage transmurale druk sluiten. Afwijkende compliantie geven informatie over de toestand van de vaatwand. |
Wat zijn compliantie, stroomsnelheid, flow en reflux? | Compliantie is de toename in volume in een vat per druk toenamen. stroomsnelheid is de snelheid van de vloeistof in cm/s. flow is de stroomsnelheid uitgedrukt in ml/s. reflux is het terugvloeien van de vloeistof. |
Wat is diameter (de straal) van het vat? | Als de stroomsnelheid in een groot vat even groot is als in een klein vat dan stroomt er meer vloeistof per seconde door het grote vat dan door het kleine vat. De invloed van de straal van een vat op de stroomsnelheid bij dezelfde druk is groot. De stroomsnelheid is recht evenredig met de vierde macht van de inwendige straal r van het vat. Halvering van de inwendige diameter van een bloedvat verlaagt aanzienlijk de stroomsnelheid. Verandert de straal van het vat dan is de stroomsnelheid v evenredig met vierde macht van de straal: v(:) r^4. Van de aorta naar de capillairen neemt de doorsnede aanzienlijk af, waardoor de stroomsnelheid afneemt van gemiddeld 40 cm/s in de aorta tot 0,07 cm/s in de capillairen. |
Wat is drukverval? | Drukverval is het verschil in druk per afstand, bijvoorbeeld 10 mm Hg per cm. We spreken van het drukverval in een vat of van het drukverval over de vaatwand (hierbij is de dikte van de vaatwand dus belangrijk) |
Wat is de wet van laplace? | S = P x r of P = S/r. S is de spanning in de vaatwand (kracht per cm, de spankracht van de vaatwand). P is het transmurale drukverschil (het drukverschil over de vaatwand). r is de straal van het vat in cm (diameter is tweemaal de straal. De wet van laplace is een relatie tussen het drukverschil over de vaatwand (transmurale druk) en de spanning in de vaatwand. De spanning in de wand van een bloedvat is evenredig met de straal. |
Wat is een theoretische verklaring voor het aanleggen van een compressieverband? | P = S/r. P is de druk door de zwachtel uitgeoefend op het been. S is de spanning van de zwachtel. Deze spanning wordt bepaald door de mate waarin aan de zwachtel getrokken wordt. Bij een korte-rekzwachtel, die maximaal gerekt wordt omgelegd, is deze spankracht constant. R is de straal van het been (bij de enkel kleiner dan onder de knie). |
Waar staat ACT voor? | Ambulante compressie therapie. Ambulant is bewegen, compressie is druk geven en therapie is behandeling. |
Waarom moet de druk aflopen van distaal naar proximaal? | P = S/r. R groter, dan P kleiner. wanneer je onder gelijkblijvende spanning (S) zwachtelt, de druk (P) die door de zwachtel uitgeoefend wordt op het been, groter is daar waar de straal (r) van het been kleiner is. Wordt het transmurale drukverschil P voor een vat tweemaal zo groot dan neemt bij gelijk blijvende straal de spanning in de vaatwand S ook met een factor 2 toe. Bij twee vaten met hetzelfde transmurale drukverschil, maar het ene vat heeft een tweemaal grotere straal dan is de spanning in de vaatwand bij dit vat ook tweemaal zo groot. Bij gelijkblijvende transmurale drukverschillen is de spanning in de vaatwand bij grotere vaten ook groter. |
Waaruit wordt de druk in een bloedvat opgebouwd? | Skeletspiercontracties (kuitspierpomp), spiertjes in de vaatwand, longwerking, concentraties (COD), hydrostatische druk. |
Hoe wordt de wet van laplace toegepast? | Het aanbrengen van drukverbanden: de compressietherapie (het zwachtelen van lichaamsdelen om een druk van buitenaf aan te brengen). Eenzelfde spanning S in een zwachtel zorgt voor meer druk P als de straal r afneemt. Als r groter is bij dezelfde spanning S in het zwachtel dan neemt de druk P op het lichaam af. Een kuit of de enkel zwachtelen vraagt een andere spanning in het zwachtel wil je dezelfde druk op het lichaam hebben. Op de achillespees zorgt het zwachtel voor meer druk dan op het vlakke gedeelte van het scheenbeen (bij dezelfde spanning in de zwachtel). Hobbels en pezen zorgen voor een veranderde druk van de zwachtel op het lichaam. |